Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De gheestelycke vryagie (1624)

Informatie terzijde

Titelpagina van De gheestelycke vryagie
Afbeelding van De gheestelycke vryagieToon afbeelding van titelpagina van De gheestelycke vryagie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.12 MB)

ebook (8.59 MB)

XML (0.55 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

moraliteit


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De gheestelycke vryagie

(1624)–Anoniem Gheestelycke vryagie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

VVat dat in de Helle al te eten ende te vinden is, hoe datmen daer betaelt sonder afkeruen.

De 13. Figure.

Ga naar margenoot+ Met dierghelijcken jammer, klaeghen, ende desperatie, 'twelckmen niet al en kan wtghespreken, noch beschrijuen, soo wordt de onsalighe ende verdoemde ziele inden helschen kercker ghestooten ende ghesloten: daer sy sonder ghenaede, ende sonder al len troost in't eeuwich vier altoos sal moeten branden, blaken, ende getormenteert worden sonder te steruen, ofte te konnen vergaen ende nochtans soo moet sy altoos de helsche pijnen gheuoelen ende smaecken: al oft sy allen ooghenblick de naturelijcke doodt sterfde, iae noch al meer. Daer is seer afgryselijcken stanck, van peck ende solsser, ende

[pagina 55]
[p. 55]

andere onuerdrachelijcke stancken, die aen niet en kan wtspreken: want allen Ga naar margenoot+ vuyle onnutte stancken, van alle vuyle stinckende preyen, ende van alle vuyle verrotte lichamen, van quade lochten, ende van alle pestilentiale sieckten, die vanden beginne des werelts zijn gheweest, noch zijn, ende komen sullen tot den dach des oordeels, die zijn al nederwaerts daelende naerder hellen, tot meerdere straffen, ende benauwtheden van de verdoemde ende onsalighe zielen. Daer is gheweest eenen grooten Tyran, den welcken Ga naar margenoot+ alsoo wreedt was, soo dat hy eenen leuenden mensch dede binden op het lichaem van eenen dooden mensch, mondt aen mondt, handen aen handen, voeten aen voeten, ende dede die alsoo beyde worpen in een stinckende plaetse: alwaer sy soo langhe laeghen, tot dat het lichaem vanden leuende vanden stanck van het doode lichaem stierf, het welck een groote wreedtheydt was. Maer wat stanck sal daer dan komen, wt alle die vuyle, verrotte, ende verdoemde lichamen, Ga naar margenoot+, die alle hunne miserien ende kranckheden met hun sullen draegen, tot hunlieder meerdere Ga naar margenoot+ confusien ende benauwtheden. Vier, haghel, sneeuw, ijs, den gheest van tempeesten, is daer een deel van hunlieder kelck ofte beker die sy daer drincken. Daer is duysternisse, neuel, schande, laster Godts, ende aller zijnder heylighen, eeuwighe be-

[pagina 56]
[p. 56]

schaemtheydt, eeuwighe afgrijsselijckheydt, ende onwtsprekelijcke benauwtheydt. Daer is onuersadelijcken hongher ende dorst, iammer ende klagen, grooten schroom, onwtsprekelijcke verbaestheydt, eeuwich treuren, der zielen, ende des lichaems, alle die lidtmaten Ga naar margenoot+ van de verdoemde inder hellen sijn al besloten met gloeyende ende vierighe ketenen. Daer en sal niet alleen het vier, stanck desperatie, etc. de verdoemde zielen pynighen: maer de vreesselijcke ende afgrijsselijcke, aensichten, mombackesen, leelijcke monsteren der leelijcker ende afgrijsselijcker Duyuelen sullen de oogen van de verdoemde alsoo schroomelijck ende veruaerlijck zijn, soo dat sy daer af souden moeten steruen, waer't dat sy konden, oft mochten steruen. Maer neen sy: dese pijne is vele grooter dan iemant soude konnen ghepeysen ofte ghedencken. Want het is kennelijck, dat sommighe menschen sot gheworden zijn, ende sommighe ghestoruen: om dat sy een vreesselijck ghesicht ghesien hadden, ofte eenige vreesselijcke imaginatien begrepen. Altemets oock soo vreest een mensch alsoo seer een beeste, Wolf, oft Leeuw, etc. ende wort van vreese als van sy seluen in onmacht, zijnde alsoo verbaest ende veruaert: somtijts geschiet oock 'tselue wt een ydele apprehentie oft voornemen, dat den mensch meynt dat hy een ghesicht, oft een vreesselijck mombackes ofte monster siet. Wat salder dan al veruaert-

[pagina 57]
[p. 57]

heydt zijn, wat verschroominge ende verschrickinge Ga naar margenoot+ sullen daer dan wesen in die duystere putten, ende moordtkuylen, vol van alsulcken monstreren, geesten, mombackesen, ende alderhande vreesselijcke gesichten, de welcke door het weynich licht van de duyster vlammen, door de ooghen van de verdoemde sullen schijnen?

margenoot+
Sy moet altijdt de helsche pijnen geuoelen, al oft sy allen oogenblick de naturelijcke doodt sterfde.
margenoot+
In de helle is onuerdraghelijcken stanck.
margenoot+
Exempel.
margenoot+
Psal. 10
margenoot+
In de Helle is eeuwighe beschaemtheydt.
margenoot+
De vreesselijcke ende veruaerlycke mombackesen sullen de verdoemde ziele tormenteren.
margenoot+
In de helle zijn groote verschroomingen ende verschrickingen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken