Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De gheestelycke vryagie (1624)

Informatie terzijde

Titelpagina van De gheestelycke vryagie
Afbeelding van De gheestelycke vryagieToon afbeelding van titelpagina van De gheestelycke vryagie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.12 MB)

ebook (8.59 MB)

XML (0.55 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

moraliteit


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De gheestelycke vryagie

(1624)–Anoniem Gheestelycke vryagie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 322]
[p. 322]

Een gheestelijck Liedeken, Op de wijse: Alsoo't begint.

Hier verwondert haer de Bruydt van haers Bruydegoms liefde tot haer.

 
Als den Tederboom hooch wtgelesen,
 
Diemen onbederffelijck vint,
 
Is hy minnelijck in't wesen,
 
Den welcken mijn ziele bemint:
 
Sijn ghedaente is als Libaen,
 
Om wiens liefde ick al quelende gaen.
 
Ick quele om zijnder minnen
 
Die van formen is schoon:
 
Niemandt en kan't versinnen,
 
Hoe lieffelijck luyt zijnen thoon,
 
Dan die hy selue aenspreckt,
 
En tot zijnder liefden verweckt.
 
Zijn kele is d'aldersoetste,
 
Staet in der minnensanck,
 
Sy dat belijden moeste,
 
Die daer hoorde het klaer gheklanck
 
Van zijn stemme seer soet,
 
Die de ziele smelten doet.
 
Och hoe wel is hem te moede,
 
Die dit smelten soo onderuint,
 
Soo dat hy tot aerdtsche goeden
 
Wert doof, stom, ende blindt,
 
En nerghens naer en haeckt,
 
Dat naer der aerden smaeckt.
[pagina 323]
[p. 323]
 
Die't kan abandoneren
 
Al dat Godt niet en is,
 
Leert van nv jubileren,
 
In Godt die eeuwich is,
 
En anders niet en versint,
 
Dan dat tot liefden dient.
 
Godts liefde doet versinnen,
 
Dat de liefde aengaet:
 
De liefde leert beminnen:
 
De liefde en drinckt gheen quaedt.
 
De liefde soeckt altijdt
 
In Godt te zijn verblijdt.
 
Wat liefde mach ontmoeten,
 
De liefde verwinnet al:
 
Het suer soo wel als soete,
 
Honinch ende oock gal:
 
Door de liefde werdt al verteert,
 
Wat liefde hindert oft deert.
 
In liefde wil ick leuen,
 
Soo langhe als ick hier sal zijn,
 
Tot liefde my begheuen,
 
In dit arm leuen mijn:
 
Och in de ure mijnder doodt,
 
Maeckt v liefde in my groot.
 
En als ick sal steruen op der eerden,
 
En wech verscheyden van hier:
 
Laet my noch meer aenveerden
 
Te branden in't minnen vier,
 
En daer bouen in v hof,
 
Met v minnaers v gheuen lof.
[pagina 324]
[p. 324]
 
Wat salmen moghen verkiesen
 
Voor sulcken gheselschap goedt:
 
'Tis beter te verliesen
 
Nature, vleesch en bloedt,
 
Dan langhe te zijn absent,
 
Van Godts liefhebbers tonuent.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken