Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De gheestelycke vryagie (1624)

Informatie terzijde

Titelpagina van De gheestelycke vryagie
Afbeelding van De gheestelycke vryagieToon afbeelding van titelpagina van De gheestelycke vryagie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.12 MB)

ebook (8.59 MB)

XML (0.55 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

moraliteit


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De gheestelycke vryagie

(1624)–Anoniem Gheestelycke vryagie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Hier leert de gheestelijcke Bruydt ofte Christen ziele, hoemen hem behoort te oeffenen ouer Taeffel etende. Besonder voor die naer de perfectie staen.

O Mensche als ghy ter Taeffelen wilt gaen sitten soo suldy allen wtwendighe dinghen trecken in gheestelijcke oeffe-

[pagina 366]
[p. 366]

ninghen, op dat v voedtsel Goddelijck worde.

Inden 1.soo suldy aensien die taeffel, ende ghedencken op het weerdich heylich Cruys ons Heeren Iesu Christi.
Ten 2.aensiende dat ammelaecken, ende die percken ofte beelden die daer inne zijn, soo suldy peysen ofte ghedincken die menichfuldighe wonden des edelen lichaems ons Heeren Iesu Christi, die welcke gheweest zijn ses-duysent, ses-hondert, ses-en-tsestich wonden: alsoo in die Euangelische perel staet, Capit. 58. Ofte als ander boecken houden, vijf-duysent, vier-hondert, vijf-en-tseuentich wonden: ende oock om die grootheyt onser sonden heeft hy bloedt gesweet, seuen-en-tneghentich duysent, dryhondert ende vijf droppelen. Noch om onsent wille gheweent ofte gheschreyt, twee-en-tsestich duysent, ende twee hondert tranen, alsoo in't voorschreuen Capittel oock staet.
Ten 3.Dat het Ammelaken langher is dan die tafel, daer by suldy mercken het wtrecken van dat edel lichaem ons verlossers Christi.
Ten 4.Die stecken daer die tafel mede vast gemaeckt is, zijn bediedende die plompe naghelen, daer het edel lichaem Christi mede vast ghemaeckt was aenden Cruyce.
Ten 5.By die Seruetten suldy gedincken die oueruloedige verdiensten ons Heeren
[pagina 367]
[p. 367]
 Iesu Christi,, daer allen smerten der zielen mede ghereynicht worden.
Ten 6.By den Soute verstaet, maete te houden in spijse, in dranck, ende in allen dinghen.
Ten 7.By den Broode suldy gedincken, dat ghy alle spijse van Godt hebt, ende dat v dat leuende broodt vanden Hemel ghecomen is.
Ten 8.Ende ghy sult vijf stucxkens broodt achter een suyden tot een ghedenckenisse dat het leuende broodt met vijf wonden gheseghelt is om uwent-wille.
Ten 9.By de Telioren suldy ghedincken dat ghy alle spyse sult nemen met grooter eendrachticheydt.
10.By de Messen soo suldy verstaen die spere die onsen Lieuen Heere in zijn ghebenedyde herte ghesteecken was.
Ten 11.By de Potagie suldy verstaen ende mercken dat van Godt komen alle kruyden der dorrer eerde.
Ten 12.By den Vleeschs bereyt in menigherley maniere, soo suldy ghedincken hoe grootelijck ende swaerelijck de Martelaren ghetormenteert ende gepijnicht hebben gheweest.
Ten 13.By den Mostaert suldy verstaen hoe sterck dat ons ghelooue behoort te zijn.
Ten 14.By den Gebrade suldy verstae, dat edel Paesch-lammeken ghebraden in't
[pagina 368]
[p. 368]
 vier van zijne ontwtblusschelijcke liefde.
15.By de Schotele daer 'tgebraet in is, suldy ghedincken hoe reyn dat v herte behoort te zijn, daer dat waerachtich Paeschlammeken inne ontfangen wordt, ende met groot verlanghen begheert te rusten, want liet zijne wellusten zijn te wesen met de kinderen der menschen.
Ten 16.By die Sauce menigerley diemen totter spyse maeckt suldy verstaen, hoe menigherhande smaeck daer te vinden is, in Godt te dienen ende lief te hebben.
17.Comt v Visch ter taefelen, soo suldy peynsen met groote danckbaerheydt, dat v Godts creaturen ghesonden zijn, om daer door uwe begeerten meer tot hem te trecken.
18.By de Boter soo suldy dincken dat ghy allen dinck ten besten moet keeren ende verbeteren, want dese proprieteyt den kinderen Godts toekomt.
19.By de Eyeren, buyten wie ende binnen ghelijck den gouden, daer by verstaet die Goddelijcke liefde, eyschende een brandende liefde, eyschende een brandende lief-hebbende Goddelijcke wooninghe in v.
20.By den dranck als ghy wilt drincken, soo alet v duncken dat ghy uwen mont wilt setten aen die ghebenedyde zyde ons Heeren Iesu Christi, met begheerten daer wt te verstaen, zijn Goddelijcke liefde tot ons.
[pagina 369]
[p. 369]
21.By den biere soo suldy verstaen den [b]itteren dranck die Christo gheschoncken was aenden Cruyce.
22.By den pot suldy verstaen die spon[s]e die aen den soeten mondt Christi ghedruckt was.
23.By den wijn suldy verstaen die gra[t]ie Christi.
24.By den tinnen pot die wit en suyuer is, suldy verstaen die suyuer Moeder Christi Maria, door de welcke wy oueruloedige gratien ontfanghen.
25.Als v ghebraet komt, suldy dincken, hoe dat sy inden Vageuier zijn brandende, tot dat sy bereet zijn des Heeren tafel.
26.By den kese soo suldy verstaen, dat eynde ons leuens, dat is die doot.
27.Comt v fruyt, dat suldy aensien met grooter weerden, ende v begheerten naer den Hemel heffende, sult ghy peysen, hoe die hemelsche borgheren ghespijst worden vanden boom des leuens, ende dat ghy vanden seluen boom hier gespijst wordt wtwendich ende inwendich. Ende hier suldy uwen maeltijdt eynden.
28.Ende als ghy wilt gaen spacieren ofte wandelen, soo suldy gaen inden boomgaert van Oliueten, tot op den berch van Caluarien, daer suldy soecken den soeten Iesum van Nazarenen, ende ouerdencken zijn groot wtnemende lijden ende bitter
[pagina 370]
[p. 370]
doodt, door welcke hy ons verlost, ende ghebrocht heeft wt alder noodt, door zijne wtnemende liefde tot ons arme kinderen van Eua.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken