Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 70 (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 70
Afbeelding van De Gids. Jaargang 70Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 70

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.16 MB)

Scans (101.25 MB)

ebook (4.66 MB)

XML (4.85 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 70

(1906)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 405]
[p. 405]

Verzen.

I.
Het onzegbare...

 
De dauwdrup is het schoonste niet
 
wat m' aan bedauwde rozen ziet:
 
't is 't weerschijn-waas van glanzig vocht,
 
een zilv'rige aanslag uit de locht,
 
op 't dof en zijïg blaadje dat
 
zijn matte rood baadt aan dit bad
 
van vloeibaar-glinsterend juweel!
 
O huiverende en teêrste schat
 
die schuilt in 's uchtends koel prieel...
 
De dauwdrup is het schóónste niet
 
wat m' aan bedauwde rozen ziet...

Juli 1905.

[pagina 406]
[p. 406]

II.
Stilte.

 
Mijn hoofd is strak en sterk,
 
het licht juweelt van binnen...
 
Diep in mijn zijn beginnen
 
- zoo wónder als ik 't merk -
 
klanken zich te bezinnen,
 
kweele' even uít, maar winnen
 
dan weer Ziels klare kerk...:
 
 
 
Buiten is stille zon,
 
er ruischt een vaag accoord -
 
er zwerft door herfstig oord
 
een goud blad in de zon...
 
Er waait dit enk'le woord
 
uit mij terneer... diep gloort
 
mijn Ziel vol zang en zon!

1904.

[pagina 407]
[p. 407]

III.
De octoberdag.

 
De Octoberdag is goud en stil.
 
Er hangt een warmte - en geril
 
loopt daar doorheen - onder de boomen.
 
Dun zijn ze en goude' en 't loof, bij stroomen,
 
ruischt voor den voet; de hemel is
 
oud-groenig blauw, en 't gras is frisch
 
en vreemd van diepe groenheid; hoe
 
staat 't al zoo trouwlijk om ons toe?
 
Het jaar is stil, het jaar is oud,
 
de dag is zoel, de dag is goud.

* * *

 
O zoele goudene Dag! in verre jaren...
 
waart gij het zèlve niet, die dit zacht-klare
 
nabije licht om onze hoofden sloot?
 
Zijt gij een nieuwe dag? is díe dag dood?
 
Zijn wij ook dood? de kind'ren die wij waren?...
 
De dag is goud en stil... en 'k zie u staren
 
naar mij zoo vol en diep, en ik weer-staar
 
zoo warm en gróot in uw begloeid gelaat!
 
Goud is het licht als in dat verre jaar;
 
Eeuwig het goud-licht, dat rondom ons staat;
 
Goud is de Dag, waarrond het jaar vergaat,
 
Eeuwig ons stare', in 't goudlicht, naar elkaar!

Oct. 1905.

[pagina 408]
[p. 408]

IV.
‘Le jardin du Luxembourg’.

(Fragment)

 
‘Hangt niet ons' Liefde door dien frisschen tuin?
 
Vonkelt zij niet in 't waai'rend water-waas,
 
dat sproeit het glanzend gras, en door dat gaas,
 
verstuivend in den wind, glijdt zij niet schuin
 
 
 
in regenboog-kleur-schemer en wuift op
 
en wiekt een lichtend-groene boom-grot binnen
 
waar wazig-druive-blauwe duiven minnen?
 
Die rukken hunne snavels, dan vliegt op
 
 
 
't duikende duifje en klapwiekt blanker wiek
 
de doffer, 't klaar geblaârte slaand!... Zie, bloesems
 
vallen voor uwen voet! o! in ons' boezems
 
is 't schoon gebeure' een tint'lende muziek!
 
 
 
Ligt niet die Liefde als een zonne-damp
 
over 't smaragd gazon, waar zwart-fluweelen
 
merels de perels dauw het gras af-stelen,
 
gloed en vocht vindend in dien weel'gen kamp?
[pagina 409]
[p. 409]
 
Alle bosschages houden heerlijk wijd
 
hun blâren-volten in de lucht! beneden
 
ligt warmte-bevend om hun voet gegleden
 
een vloed van gloênde bloeme', o! teederheid!
 
 
 
En het geboomte steekt zijn kruinen in
 
elkanders kruin, dat duizend blâren strijken
 
elkaar, 'wijl op den wind de takken wijken
 
streelend dooreen in zwijmelende min...’

Mei 1903.

[pagina 410]
[p. 410]

V.
Sarah Bernhardt.

 
Gewonde Koningin van 't nachtelijk Parijs,
 
Welkende Gratie, van den weeken geur omgleden
 
Van sterrevende bloemen, zij uw Schoon beleden,
 
Uw Schoon, weeld'rig en krank, uit herfstig paradijs, -
 
 
 
Waar ge in scharlaken mantel kwijnend nader-treedt en
 
de teng're witte hand uit-strekt op vage wijs,
 
dat als in roode vloeden goudachtig verrijs'
 
nog eens uw veege lijf van zooveel lúst, verleden:
 
 
 
Daar voel ik in uw oog, dat onder blonde vracht
 
van haar uitblaakt en brandt, o wulpsche tijgerin,
 
op marm'ren bank gezonke' en liggende voorover, -
 
 
 
daar hoor 'k in uwer stem gulden-stervende toover,
 
daar zie ik in uw welken lach om doode Min:
 
Parijs, heerlijk en wee in zijn verrotte Pracht. -

Nov. 1903.

[pagina 411]
[p. 411]

VI.
Dompige Parijzer-avond.

 
De loome avond door de stad
 
maakt lauwe straten domp en nat,
 
en 't natte voorhoofd, klamme leden
 
komt kil een koeltje langsgegleden.
 
De gave boome-blâren staren
 
hel-groen, dood-stil, om 'n lantaren;
 
de menschen gaan eronderdoor
 
in 't wissel-licht dat wiekt hun vóór-
 
dan achter-langs, maar in dat dwalen
 
van 't licht loopt moe hun lijf in kwalen.
 
De Nacht in barremhartigheid
 
zal dooven in z'n zwartigheid
 
het ziek gevlam, en luid uit-stroomen
 
zal regen ruischend door de boomen,
 
opdat dë aard illustratien jonger blinken,
 
het roode morgenlicht indrinke
 
en schreië in dien koelen schijn
 
over deez' avond en zijn pijn.

Zomer 1904.

[pagina 412]
[p. 412]

VII.
Late herfst.

 
De herfstelijke tuin is droef
 
in 't zonlicht, dat niet stooft, maar koud
 
staat om de blâren, onvertrouwd...
 
Mijn herfstelijken hof is droef,
 
Mijn hart is stil, mijn oog is stroef.
 
 
 
't Geblaârte roest, verschrompelt, bréekt,
 
en laat de schrale stengels naakt
 
der winde, tot de wind ze kraakt -
 
Dë asters zijn vergaan; er leekt
 
nog geel, dat duizelt en verbleekt...
 
 
 
Bang onder bossen rauw-groen blad
 
schuilt week en ziek het vooze rood
 
van de tomaat... de stokroos, dood,
 
blikt met haar doode knoppen mat
 
en blind langs 't koud en zonnig pad.
[pagina 413]
[p. 413]
 
d'Indische kers staat hoog en wild
 
te weenen in het goudene weêr,
 
en langs haar leden vallen neer
 
de gele en roode kelken mild...
 
de gróene rank is krank, en rilt...
 
 
 
De herfstelijke tuin is goud
 
en brandt in koele pijn en sterft...
 
het geel bezwijmt, het rood verderft -
 
Mijn herfstelijken hof is goud,
 
Mijn oog is hel, mijn hart is koud.

Nov. 1905.

[pagina 414]
[p. 414]

VIII.
Genezing.

 
De ziekte week, en 't welig licht
 
der zon, voor mijn verrukt gezicht,
 
staat door de kamer-kleuren,
 
ligt in 't groen-fulp tapijt te pronk
 
en hangt gevange' in vonk op vonk
 
aan lamp en vaas... één dauw-geflonk
 
is 't drupp'lend water-waas der glazen buiten-deuren. -
 
 
 
Mijn lijf, hersteld, zoo week en vredig,
 
zoo zuiver, maar zoo bleek en zedig,
 
waadt door deez' feestelijken schijn...
 
Lichte bedwelming als van wijn
 
bevangt mij, en mijn hoofd is vreemd,
 
een bloem die drijft door kleur'ge beemd,
 
steellooze bloem in wond'ren hemel...
 
mijn voeten loopen in gewemel
 
van wolken en mijn lijf verdwijnt -:
 
ik duízel en de zónne schijnt!

Dec. 1905.

 

Carel Scharten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Margo Scharten-Antink


datums

  • juli 1905

  • oktober 1905

  • mei 1903

  • november 1903

  • november 1905

  • december 1905