Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 75 (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 75
Afbeelding van De Gids. Jaargang 75Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 75

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.76 MB)

Scans (101.74 MB)

ebook (4.61 MB)

XML (4.68 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 75

(1911)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 618]
[p. 618]

Bibliographie.

Schetsboek. Eene verzameling gedichten en prozastukken, met portretten van eenige inzenders, leden der Vereeniging van Nederlandsche Letterkundigen. 1905-1910. Uitgegeven bij gelegenheid van het vijfjarig bestaan der Vereeniging ten bate van haar ondersteuningsfonds door de Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur.

Ik geloof niet, dat er in één land op den aardbol zooveel verjaardagen en gedenkdagen en jubilés gevierd worden als in het onze. Beets spotte er meê: ‘Die vijfentwintig jaar Uw put geleegd, Uw gang gewit, Uw schoorsteen heeft geveegd... Zal Jubilaris wezen’, - wat hem niet verhinderde om, toen hijzelf aan de beurt was, zich gratieuselijk te laten bejubelen, een vollen dag lang. Het zit ons in het bloed. En dat bloed kruipt of gaat ook door alle rechtgeaarde Nederlandsche Vereenigingen.

Hoe zou dan de Vereeniging van Nederlandsche Letterkundigen er aan ontkomen? Vijf jaar had zij bestaan, haast onopgemerkt, in stilte doende wat haar hand te doen vond; - maar nu moest er iets gedaan worden, dat niet onopgemerkt blijven mocht, dat naar buiten werkte, en niet enkel den naam der Vereeniging, maar van haar veelzijdig streven de meest sympathieke zijde naar voren brengen zou.

Zoo ontstond dit prachtboek, dat uitgegeven wordt ten bate van het ondersteuningsfonds der Vereeniging. Een uitnemend doel. De letterkunde in het algemeen, en de Nederlandsche letterkunde in het bijzonder, kweekt geen kapitalisten... men zal mij de uitwerking van dit onverkwikkelijk thema wel schenken! De Vereeniging vraagt steun om, op hare beurt, te kunnen steunen. Moge zij niet vergeefs vragen!

Negen en veertig leden van de Vereeniging, en onder hen namen die klinken als klokken, geven hier in proza en poëzie, meer of minder gevulde garven van hun oogst, waaronder men met weemoed een bijdrage begroet van den betreurden Adriaan van Oordt: ‘Een Benedictijner Abdijkerk’. Van twaalf hunner vindt men hier, over 't algemeen goed uitgevoerde, portretten. S.H. de Roos ontwierp, met zeer veel smaak, titelblad en band, de drukkerij van Thieme te Nijmegen zorgde voor een fraaie

[pagina 619]
[p. 619]

duidelijke letter. En zoo ontstond een geheel, dat, van binnen en van buiten, van bijzondere aantrekkelijkheid is.

Dat het een jaar te laat gereed kwam, is zoo erg niet. Dit gelegenheidsboek, dat gelegenheid geeft om wel te doen, is goed genoeg om de gelegenheid te overleven.

v.H.

H. Pirenne, Histoire de Belgique. IV. 1567-1648. Bruxelles, Lamertin, 1911.

De beproefde schrijver handhaaft met dit nieuwe deel den naam dien hij zich reeds verworven heeft.

Voor Nederland is dit boek zoo uiterst leerzaam, omdat het zaken uit ons gemeenschappelijk verleden, die men hier licht voor overbekend houdt, beziet met het oog van een Belg, dat is, anders dan wij het kunnen doen.

In het hier behandelde tijdvak werd de scheiding tusschen Noord-Nederland en België voltrokken. Van dien stond af staat Noord-Nederland buiten Pirenne's boek, maar tot 1585 staat het er in, zij het op het tweede plan, daar de schrijver, gelijk in een Belg natuurlijk is, zich vooral met de ‘generaliteit’ der gewezen Bourgondische gewesten bezig houdt en de separatistische beweging in het Noorden slechts terloops kan bespreken.

In de beperking die de schrijver zich weet op te leggen steekt een der groote verdiensten van dit boek. In een paar honderd bladzijden eerst den tachtigjarigen oorlog van Belgisch gezichtspunt te beschrijven en daarna de moreele persoon van het afgezonderd België te ontleden gelijk zij in den tijd van Albertus en Isabella en onder invloed der Jezuieten zich vormt, en onder al deze bedrijven door bondig en boeiend te blijven, kan alleen een groot meester.

Zeer gelukkig is de onderscheiding tusschen Oranje en Holland getroffen. Dat zij niet één zijn, dat Oranje in de eerste plaats aan de generaliteit denkt, komt in de jaren na 1576 aan het licht. De verwarde periode tusschen de Pacificatie en den val van Antwerpen is met buitengemeen vaste hand geteekend. Iets matter is de voorstelling der oorlogsjaren na 1585 tot den vrede van Munster. Kan het verwonderen? België is dan het stuur over zijn zaken kwijt, het is ingeschrompeld, het ondergaat de gebeurtenissen, maar maakt er geen enkele meer. Wat uit modern Belgisch oogpunt belangwekkend is in die jaren is niet het verhaal van krijg en diplomatie, maar de doortrekking der geheele samenleving van den deesem der contra-reformatie, de geboorte van België als Jezuietenland, als burcht van het clericalisme in Noord-Europa. De wijze waarop de schrijver

[pagina 620]
[p. 620]

voor dit belangrijke maar weinig beschreven verschijnsel de bronnen heeft weten samen te lezen en te gebruiken, is van al de voortreffelijkheden van dit boekdeel wel de grootste.

C.

De Socialisten, Personen en Stelsels, door Mr. H.P.G. Quack. Tweede deel. Vierde, herziene druk. Amsterdam, P.N. van Kampen & Zoon, 1911.

De eerste dertig jaren der negentiende eeuw, die in dit deel worden verwerkt, staan het huidig socialisme nader dan wat voordien, van 's werelds aanvang af, onze aarde opleverde aan socialistische stelsels en personen. Maar Saint-Simon, Fourier, Owen en Fichte, de hier door Quack in hun kader gezette ‘voorloopers’, ook zij hebben toch per slot van rekening slechts voorgeschiedenis gemaakt.

Uit het opstel van den schrijver zelf in den jaargang 1909 van dit tijdschrift laat zich afleiden, dat reeds bij het schrijven van dit deel onze nederlandsche bibliotheken tekortschoten en het snuffelwerk in antiquariaats-boekhandels en, niet het minst, bij de boekenstalletjes aan den parijschen Seine-oever te hulp moest worden geroepen.

De stof bracht mede, dat ook hier niet veel viel te ‘herzien’.

Bijwerking van literatuur in de noten bracht het boek up to date: op bl. 399 bv., waar het programma van het socialisme omstreeks 1830 besproken wordt en in verband met den aandrang der toenmalige socialisten tot verbetering van het ambachtsonderwijs een nieuwe passage is ingelascht over de ‘ontscholing’ der arbeiders ten gevolge van ‘de tot in het oneindige voortgezette arbeidsplitsing in de groote fabrieken’, vindt men de door Quack als ‘uitnemend’ geprezen voor een paar maanden in Delft verdedigde dissertatie van dr. Th. van der Waerden ‘Geschooldheid en Techniek’ aangehaald.

In hetzelfde hoofdstuk gaf een dit jaar verschenen boek van Charles Peguy den schrijver aanleiding tot scherper onderlinge afbakening van de begrippen gelijkheid en broederschap.

En in het hoofdstuk over Fichte treft men een, in vorige drukken niet voorkomend, citaat uit Novalis over het eigendomsrecht aan.

Zoo zal er nog wel een enkel nieuw citaat, een uit gestadig bijstudeeren geboren nieuwe zinsnee, te ontdekken zijn.

Naarmate de herdruk vordert en het nieuwe, het nieuwste socialisme in zicht komt, zal deze taak voor den schrijver omvangrijker worden en hebben zijn oude lezers zich voor te bereiden op meer nieuws.

v.B.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over De socialisten: Personen en stelsels. Deel 2: De eerste dertig jaren der negentiende eeuw


auteurs

  • J.N. van Hall

  • H.T. Colenbrander

  • D. van Blom