Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 78 (1914)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 78
Afbeelding van De Gids. Jaargang 78Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 78

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.00 MB)

Scans (102.90 MB)

ebook (4.62 MB)

XML (4.75 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 78

(1914)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 570]
[p. 570]

Buitenlandsch overzicht.

Balkanzaken. - Rusland. - Zweden. - Centraal Afrika.
24 Febr. 1914.

De zaken die op den Balkan onafgedaan waren gebleven, die van Albanië en van de eilanden, beginnen zich te schikken.

In Albanië schijnt in de jongste maand veel bereikt. Voor eenige weken kon men nog opgeven dat er in dat land zeven gouvernementen waren: Essad Pacha te Durazzo, Ismaïl Kemal te Walona, Aziz Pacha te Berat, Akti Pacha te Elbassan, en eenige meer. Thans is Ismaïl Kemal van het tooneel verdwenen en staat Essad aan het hoofd der deputatie die naar Neuwied is gekomen om den door Europa aangewezen vorst de hulde te brengen van de Albaneezen. De prins van Wied heeft de hoven van Europa rondgereisd, heeft overal een goeden indruk gemaakt en een goed onthaal genoten; hij gaat eerlang zijn geluk beproeven in het wonderlijke land zelf, waar onderwijl Hollandsche officieren bezig zijn geweest eene gendarmerie te vormen, en zich tot dusver aan de scherpe doornen waarvan zij omgeven zijn, niet hebben gescheurd.

Zal Griekenland den jongen staat met rust laten en zich tevreden houden met het gedeelte van Epirus dat het zich door de mogendheden heeft zien toegewezen?

Na nog een enkele kleine rectificatie, vermoedelijk ja. Nu Europa Griekenland onmogelijk zijn vollen zin kon geven naar de zijde van Albanië, is het royaal geweest met de

[pagina 571]
[p. 571]

eilanden, waarvan Griekenland zelfs Chios en Mitylene mag behouden. Alleen de drie eilanden vlak voor de Dardanellen gelegen, komen aan Turkije terug.

Het gevaar voor een Turksch-Bulgaarsch-Albaneesch komplot, dat beproefd zou hebben Macedonië aan de Grieken en Serviërs te ontweldigen om het aan Bulgarije te kunnen brengen, dat dan het thans Bulgaarsche gedeelte van Thracië aan de Turken terug zou geven, die eveneens een aanslag zouden doen op Chios en Mitylene, is voor het oogenblik afgewend. Niettegenstaande zijn dreadnought-aankoop ziet Turkije toch nog tegen de Grieksche vloot op; en wat de deur heeft dichtgedaan: Roemenië gaf ondubbelzinnig te verstaan dat het geen schending van het verdrag van Boekarest zal dulden. Met Griekenland en Servië staat het tot handhaving daarvan gereed. Het wil het moreele overwicht, dat het zich in de Balkanwereld verworven heeft, niet weder verliezen.

De wijze Venizelos heeft Rome, Parijs, Londen, Berlijn, Weenen en St. Petersburg bezocht, en bevonden dat de signalen op veilig stonden, wanneer Griekeniand zich bij de beschikkingen van Europa in zake Albanië en de eilanden neer kon leggen. In dat geval, zeide men hem, had hij geen Turksch-Bulgaarschen aanval te vreezen.

Venizelos weet dat Griekenland bijzonder veel gewonnen heeft, en dat het verstandig doet het nog ontbrekende voor het oogenblik op te geven.

En eindelijk heeft Sir Edward Grey ook de ontruiming van de Twaalf Eilanden door Italië verzekerd. Zij komen, op voorwaarden, aan Turkije terug, zonder dat Italië er één van behoudt. Italië heeft zich laten tevreden stellen door economische concessiën in Klein-Azië; ook een Engelsche spoorwegconcessie wordt daar aan Italië opgeofferd.

Het is Engeland heel veel waard, dat Italië, mogendheid van het Drievoudig Verbond, er van afziet Rhodos of Stampalia tot een permanent vlootstation in te richten.

Voorwaarden zijn gesteld omtrent het bestuur over de Christenen op de aan Turkije terug te geven eilanden. Of Italië zich eenig bijzonder recht van toezicht op de naleving dier voorwaarden heeft voorbehouden, dan of dit in gemeenschap met andere mogendheden zal worden uitgeoefend, is nog niet bekend.

[pagina 572]
[p. 572]

Er het beste van te hopen, is al wat men doen kan. Moeilijkheden zullen op den duur niet uitblijven, zoo min als vroeger op Kreta. Maar voor het oogenblik is het winst dat Italië het bij den vrede van Lausanne gegeven woord niet breekt.

Het zal de neiging daartoe te beter hebben kunnen onderdrukken, nu van de geheele Tripoli-zaak de rekening is opgemaakt, die 1 milliard 147 millioen lire blijkt te beloopen. En men is met de uitgaven daar nog niet aan het eind.

 

In het Russische ministerie heeft eene verandering plaats gehad naar den zin der reactionnaire elementen. De premier Kokoftsef is vervangen door Goremykine, die in 1906 Witte opvolgde en het toen maar twee maanden uithield. Hij is de man die de eerste Doema naar huis zond.

Daarna is, met Stolypine, een andere koers ingeslagen, die onder Kokoftsef is vervolgd, al was dat de bedoeling niet bij zijne benoeming. Reeds toen wenschten de reactionnairen een homme à poigne, maar Kokoftsef is geen man naar hun hart geweest.

De minister van financiën van het Russische rijk (tot dusver tevens president van den ministerraad) is uit den aard der zaak wel in de gelegenheid geweest eenige waarde te leeren hechten aan de opinie van Europa. Hij had leeningen te sluiten op de Europeesche geldmarkt, en wist dat die beter zouden slagen wanneer althans de schijn werd opgehouden dat in Rusland een behoorlijke contrôle der volksvertegenwoordiging op het beheer der openbare geldmiddelen bestaat. Tegen het wegvallen der tolgrens tusschen Rusland en Finland (laatste overblijfsel der Finsche zelfstandigheid) heeft hij zich verzet. Na de vrijspraak van Beilis heeft hij de pogroms tegengehouden. Door dit een en ander heeft hij zich veel vijandschap op den hals gehaald van de in Rusland ondanks alles nog zoo machtige reactionnaire volkselementen, die beter verwachting hebben van den tot opvolger benoemden Goremykine.

Een nieuwigheid is dat het ministerie van financiën niet meer met het premierschap vereenigd zal zijn. Goremykine is premier, maar er is een ander (Barck) tot minister van financiën benoemd. De taak van het beheer der financiën van dit reuzenrijk is voorzeker gewichtig genoeg om den titularis

[pagina 573]
[p. 573]

niet nog met andere functiën, gelijk tot dusver, te belasten.

 

Een-en-dertig duizend boeren zijn naar Stockholm geweest, om voor een sterker leger en een sterker vloot te manifesteeren.

Men herinnert zich wat een jaar geleden gebeurde. Het laatstvorige gouvernement had een dreadnought doen voteeren, maar het vorige zette hem niet op stapel. In een oogwenk werd toen, op particulier initiatief, bij nationale inschrijving de gevergde som van 11 millioen kronen bijeengebracht.

Het gouvernement dat toen zat en thans is afgetreden (hoewel het over de meerderheid in het parlement beschikte), zag de socialisten naar de oogen, en durfde het defensievraagstuk niet aan. Driehonderdduizend van de elfhonderdduizend kiezers die Zweden telt hebben geprotesteerd, en de een-en-dertigduizend hebben als gemachtigden der driehonderdduizend het protest naar Stockholm gedragen.

Zweden, dat in honderd jaren geen oorlog heeft gevoerd, peinst thans over niets zoozeer als over het militaire vraagstuk. Het heeft het gevoel, dat het door Rusland wordt bekropen.

Nog steeds streeft Rusland naar de ijsvrije zee. Aan den Bosporus, aan de Perzische Golf houden anderen de wacht. De Oostzee wordt beheerscht door Duitsche kanonnen. Port Arthur is verloren gegaan. Mocht Rusland, door het gerussificeerde Finland heen, op Zweden de zware hand kunnen leggen, dan is spoedig een punt op de kust van Noorwegen bereikt, een uitweg op de Noordzee; dan is Rusland de hinderlijke Sond voorbij.

Kan Zweden zich tegen een eventueelen aanslag van Rusland verdedigen? Neen, zegt het landvolk; en het zegt er bij dat dit anders moet worden.

De Kamer, sedert drie jaar gekozen door het algemeen stemrecht met evenredige vertegenwoordiging, is overwegend radicaal en socialistisch. De rechterzijde heeft er 64 stemmen, evenveel als de socialisten; de radicalen en liberalen hebben er 102. Het anti-militarisme is meester in de officieele volksvertegenwoordiging. Maar nu komt het landvolk in beweging, en desavoueert zijn afgevaardigden (de radicalen, die voor een goed deel zitten voor de plattelandsdistricten).

[pagina 574]
[p. 574]

Zweden heeft geen referendum, en de Kamer is nog lang niet aan den termijn van aftreden toe. Maar het Zweedsche volk schept door zijn wijze van optreden iets als een referendum en de Koning luistert er gretig naar. Door zijn aanmoedigend antwoord aan de betoogers heeft hij zijn ministerie het aanblijven onmogelijk gemaakt. Het radicale kabinet-Staaff heeft zijn ontslag ingediend; de leider der liberalen, baron de Geer, heeft de kabinetsformatie geweigerd, en de koning heeft zich gewend tot den van de tweede Haagsche vredesconferentie bekenden heer Hammarskjöld, zonder tegenspraak een van de bekwaamste en meest geziene persoonlijkheden in zijn rijk. De heer Hammarskjöld heeft het waagstuk aangedurfd, en zichzelf met de portefeuille van oorlog belast.

De heer Hammarskjöld heeft van geen van beide kamers ooit deel uitgemaakt. Hij is professor in de rechten geweest te Upsala, vervolgens president van het hof te Jonköping, gezant te Kopenhagen, gouverneur der provincie Upsala; in 1901 minister van justitie en in 1905 minister van onderwijs. Als lid van het permanente hof van arbitrage heeft hij in de Casablanca-zaak gezeten; ook heeft hij de scheidingsvoorwaarden helpen opstellen tusschen Noorwegen en Zweden. Het zal belangwekkend zijn dit ‘extra-parlementaire’ ministerie in Zweden aan het werk te zien; een werk op zichzelf moeilijk genoeg, en dat niet weinig verzwaard zal worden door de ‘constitutioneele kwestie’ die Staaff of een ander niet nalaten zal warm te houden.

De koning heeft heel wat gewaagd, maar voelt het volk achter zich.

Het is met name sedert de afscheiding van Noorwegen dat er in het Zweedsche volk iets veranderd is. De Noren hadden daar zoo dikwijls mede gedreigd, dat men niet recht aan de zaak geloofde, en op eens was zij werkelijkheid.

Het is alsof het Zweedsche volk toen eerst heeft leeren zien in welke omgeving het is geplaatst. De gebeurtenissen in Finland zijn een tweede aanleidende oorzaak. Själfpröfning (zelfbeproeving) noemen de Zweden de kuur waaraan zij zich hebben onderworpen. Het resultaat van hun onderzoek is, dat zij willen blijven leven en groeien, en zij willen zich in het bezit weten der middelen om dien groei te beveiligen,

[pagina 575]
[p. 575]

die niet als uitbreiding ten koste van anderen, maar als een toeneming in levensdiepte en levensspanning binnen de bestaande grenzen begrepen wordt.

 

Gewichtig is de overeenkomst, die tusschen Engeland en Duitschland ophanden is over Centraal-Afrika.

Engeland zal zich niet verzetten tegen de economische ‘doordringing’ van Angola door Duitschland, dat omgekeerd aan Engeland de vrije hand zal laten in Mozambique. De spoorweg van Lobito-baai naar Bihé zal van Engelsche in Duitsche handen overgaan, en door Duitschland worden vervolgd tot Kambove, in het gedeelte van den Belgischen Congo, dat tusschen Angola en het Tanganjika-meer ligt (Katanga); te Kambove zal aansluiting worden verkregen aan de Kaap-Caïro-lijn, welker voltooiing Duitschland zich verplicht niet te zullen bemoeilijken.

Reeds thans heeft het Duitsche kapitaal in Katanga verre het overwicht, al zijn de exploitatie-maatschappijen in naam Belgisch. De meeste blanken in het land zijn Duitschers. Dit gebied krijgt thans een Duitschen uitweg naar zee: 1300 K.M., terwijl de afstand van Kambove tot Kaapstad 3500 K.M. bedraagt, en die naar Dar-es-Salaam (gedeeltelijk water-, gedeeltelijk spoorweg, en dus als verbinding sterk inferieur) 1500 K.M.

Het is van Engeland een groote concessie. Men begrenst de Duitsche invloedssfeer in Voor-Azië door de Bagdadspoorpolitiek (Koweit!), maar breidt haar in Afrika aanzienlijk uit. Ergens op de wereld moet men Duitschland ruimte laten, als men niet wil dat het Engeland hallucineeren zal door bij honk blijvende eskaders op de Noordzee. De staatkunde is te vergelijken met die van Bismarck, toen hij Frankrijk op Tunis wees in de hoop dat de druk op de Vogezen zou verminderen.

Wat zullen Portugal en België zeggen? En Frankrijk, welks Congo-kolonie tusschen het vergroote Kameroen en Angola onaangenaam bekneld komt te liggen? Frankrijk is juist bezig in zijn gedeelte van het Congo-bekken weer een groote som gelds te steken, 175 millioen francs; zal dit alles in het eind zijn gedaan ‘pour le roi de Prusse’? Maar Frankrijk zal niets voor niets geven; voor de beide ‘vang-

[pagina 576]
[p. 576]

armen’ naar den Congo verwierf het Duitschlands afstand van alle voornemens op Marokko; voor Fransch-Congo zelf zal het eenmaal nog heel wat hooger prijs trachten te bedingen. Men wil wel een object in handen hebben dat voor Duitschland een hoog bod waard is. Men kan nooit weten....

En hoe stelt Engeland zich voor, dat bemiddeld zal kunnen worden tusschen zijn eigen wensch naar de ‘all-red-route’ Kaap-Caïro, en Duitschlands begeerte (thans meer dan ooit geprikkeld) naar de samenvoeging van zijn verschillende Afrikaansche koloniën met de tusschenliggende landen tot een groot Midden-Afrikaansch rijk, dat reiken zal van Oceaan tot Oceaan? Is de botsing te voorkomen zonder het voortbestaan van het Belgisch bezit over het land bewesten het Tanganjika-meer? Zonder zulk een stootkussen moeten Duitschland en Engeland daar aan elkander raken; - en wordt dat Belgisch bezit door de thans te sluiten overeenkomst niet bedenkelijk ondermijnd?

 

C.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • H.T. Colenbrander


landen

  • over Rusland

  • over Albanië

  • over Griekenland

  • over Turkije

  • over Bulgarije

  • over Finland

  • over Zweden

  • over Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)

  • over Congo-Kinshasa

  • over Angola

  • over Mozambique


datums

  • 24 februari 1914