Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 79 (1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 79
Afbeelding van De Gids. Jaargang 79Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 79

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.60 MB)

Scans (103.45 MB)

ebook (5.39 MB)

XML (4.67 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 79

(1915)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 537]
[p. 537]

Bibliographie.

De Ziel der Menschheid. Een boek van geestelijke waarden, door Dr. H.W. Ph. E.v.d. Bergh v. Eysinga. J. Ploegsma, Zwolle 1915.

Voorredenen kunnen soms nut doen, vooral wanneer ze kort zijn, zooals het ‘Woord vooraf’ in het boek, waarvan de wel zeer weidsche titel hierboven staat.

Mocht een lezer geaarzeld hebben voor de vraag, of wellicht tot het ontstaan almeê leidde een verlangen, te laten zien hoe de schrijver ‘in vielen Ländern des Geistes zu Hause, mindestens zu Gast’ was, - nu kreeg hij hoûvast aan het weten: ‘Dit werk is geschreven voor jonge menschen, die zoeken naar richting voor hun leven.’

Al dadelijk deelt dan de geestelijke leidsman mede aan de jongeren die hem willen volgen, dat hij voor zichzelf ‘een richting gevonden’ heeft. Hij vraagt: ‘hoe zou het wezen als ik u dien weg eens toonde?’ En wanneer de tocht onder zijn leiding zal volbracht zijn, dan, zoo verkondigt hij hun: ‘dan hebt gij in u wetenschap en schoonheid en goedheid, en gij zijt als een Graalridder der middeneeuwen -’

Het lijkt wat roekeloos veel beloofd, en tot wantrouwen stemt de vriendelijke aanmoediging: ‘Nu moet gij niet bang zijn dat ik u zal moe maken met veel ingespannen denken -’

Zoo véel te bereiken en met zoo geringe moeite, - de verhouding klopt niet. Want, komt er al eens een beetje inspanning bij te pas, zij zullen ook vinden: ‘- een hooge waarheid, het opperste, ruimste leven, het waarachtig, rustig geluk - En bovendien, hoe interessant is het!’

Waarlijk, de hoogste dingen zijn hier onbetrouwbaar gul te geef. Mag niet met recht getwijfeld worden of de zoo kostbare

[pagina 538]
[p. 538]

waar tot den terloops gevraagden prijs - een beetje moeheid als ‘bij een football-match of op een bal’ - wel echt kan zijn? Of niet enkel en alleen het laatste, en bescheidenste, deel der aanbieding kan houden wat zij voorspiegelt?

‘En bovendien, hoe interessant is het!’

‘Interessant’ is wel het zuiver gekozen, het éenig juiste woord. Want door dit boek wordt ons de wereld van den geest vertoond als een reeks natuurtooneelen in een kinematograaf. Die geeft ook aldoor beelden van wel echte werkelijkheid, en een gelijkenis met het leven. Te nauwernood heeft echter de toeschouwer zijn aandacht scherp-gesteld op de hem vreemde vormen van boomstammen en varens, op de wonderlijke berglijnen in de verte - of de film verschuift... En het zijn weer heel andere bosschen en bergen, die in bedriegelijken schijn van levend landschap langs zijn vermoeide oogen verglijden. Zóo waren we in Noord-Amerika - en daar opeens werd het China - en van Japan naar de vlakte van den Ganges is maar éen stapje.

En werd nu al dat versplinterde nog gegeven in de sobere taal, die het best bij zulk werk van groote omtrekken zou passen. Juist het tegendeel gebeurt. Terwijl er veel gesproken wordt over eeuwige dingen, overschreeuwt een klaterende verrukking er meestal den eerbied, en haar hooge stem slaat soms bedenkelijk over.

Zulk een beweren laat zich moeielijk staven zonder langere aanhalingen. Maar men leze b.v. die opgewonden bladzijden 86/87 over het oude. Egypte en het diepe verband met den dood, daar door de levenden gevoeld, door den schrijver aldus besloten: ‘Dit heeft Egypte verstaan, en het is heel stil geworden.’ Geen wonder, zelfs een niet-Egyptenaar kan er nog stil van worden, ook zonder het te verstaan. En arme volgelingen, eerst gepaaid met de afspraak dat ingespannen denken hun bespaard zou blijven, nu gesteld voor den eisch: ‘als wij dieper peilen dan die wetenschap vermag, als wij philosophen, dichters worden -’ Er zullen wel achterblijvers zijn.

Uit de ijle lucht van zulke omnevelde toppen daalt andere malen de stijl tot een laagvlakte van gemoedelijkheid, waar het ook weer niet prettig ademen is. Zoo in deze beschouwing over den held van een Perzisch gedicht: ‘Als het van Rustem heet, dat een woedende olifant op hem losstormt, dan beseffen wij met erkentelijkheid hoe de olifanten alleen in Artis zijn of in een kermistent van Corty Althoff -’ en in dien trant nog een bladzij lang.

En gelijk de schrijfwijze, mist ook de gedachtengang levende eenheid. Op bladz. 120 wordt geleeraard, hoe de moderne mensch

[pagina 539]
[p. 539]

door het krijgsrumoer en den bloeddorst in elk epos der oudheid licht gehinderd wordt: ‘Want onze zeden zijn zachter geworden, en het is goed dit te bedenken en te zeggen wanneer men aan vooruitgang twijfelt.’

Benijdbare geestesrust van voor den oorlog... peinst de lezer, niet zonder beklemming. Maar daar wordt hij ruw opgeschrikt, enkele hoofdstukken verder: ‘En als wij nu weer staan in een geweldig tijdsgewricht, als Europa druipt van bloed en de slagvelden rooken -’ Het zinnetje over onze zachtere zeden intusschen bleef in onnoozele ongereptheid onherzien.

Uit den aard der zaak zullen de jonge menschen tot wie dit boek zich wil wenden, van het vele dat er in bonte warreling langs hun aanschouwing gedreven wordt, niet meer dan vage beelden kunnen bewaren. Loopen ze ook geen gevaar, dat zelfs in die vaagheid hier en daar zich de kern van een onzuiver, op zijn minst eenzijdig begrip zal vormen?

Een enkel voorbeeld alweer uit vele. Aan het eind eener lofrede op den waarheidszin der oude Perzen vertelt de auteur: ‘Om deze reden is het ook dat Nietzsche, de dichter-wijsgeer, zijn werk “Also sprach Zarathustra” betiteld heeft. Ook Nietzsche acht het een eersten plicht waar, echt te zijn -’

Waarheid is kostelijker dan robijnen, - maar werd Nietzsche in deze verklaring niet met wat al te weinig omslag aangewezen als de verkoren kampvechter van haar hooge waardij? Wat moeten de door het leven nog te vormen discipelen, die hem enkel als zoodanig leerden zien, er van denken, wanneer ze later bij hun waarheidspaladijn de lang niet alleenstaande uitspraak tegenkomen: ‘Es ist nicht mehr als ein moralisches Vorurtheil, dass Wahrheit mehr werth sei als Schein - - ?’ En hoe zullen ze elkaar, hòe hun leermeester aankijken als ze nader van Nietzsche vernemen dat de opvoeder, die in onze dagen zijn leerlingen vóór alles waarachtigheid zou willen prediken en hun toeroepen: ‘Seid wahr! seid natürlich, gebt euch, wie ihr seid!’ een ‘tugendhafter und treuherziger Esel’ verdient te heeten?

Stellig behoort er een eerbiedwaardige kennis van tijdperken en ideëen toe, om ook maar de weefdraden van een werk als dit te spannen. En een nog veel meer te waardeeren ernstige arbeid moet er aan besteed zijn om die alle in onderling verband te verwerken tot een zoo leesbaar geheel als er tenslotte toch de uitkomst van werd. Waarom laat dan de lezing onbevredigd, en maakt zij eer een voelen wakker van geprikkeld verzet?

Wie zich opwerpt als een leidsman der jeugd, belaadt zichzelf wel met heel zware verantwoordelijkheid, en mag naar dien

[pagina 540]
[p. 540]

maatstaf beoordeeld worden. Te sterk aangezette verrukkingen zijn voor jonge harten gevaarlijker voedsel dan koelheid of zelfs cynisme.

Ieder wil den schrijver graag op zijn woord gelooven, dat hij ‘een richting gevonden’, zich een levensdoorvoeling gewonnen heeft. Maar meent hijzelf in gemoede, dat zulk een voelen, zelfs het diepst bezonkene, zich zoo opzettelijk laat meêdeelen? Met hoeveel schroom zou elke uiting er van gegeven moeten worden, om jongeren te doen luisteren naar haar weerklank in hun eigen wezen. En schroom was hier overal wel vér te zoeken.

Dan blijft: het leer-weten, dat zich met woorden zeker laat brengen aan anderen. Zal ‘de Ziel der menschheid’ aan deze eenvoudiger roeping voldoen? Men leest er op bldz. 42 de verzuchting: ‘Hoeveel vertoon is er niet, hoeveel glans die niets beteekent, - er wordt over kunst gepraat, en men moet ‘op de hoogte’ zijn van de primitieven, zooals men iets moet‘ voelen’ voor Sweelinck of voor Bach.’ Spookte door den geest van wie dit zoo inzag, onder het neerschrijven niet even de angst of misschien zijn eigen werk, onbedoeld, nog enkele kleurige kiezeltjes zou aandragen tot den grooten steenhoop van sonore namen en klanken, waarvan elk naar believen afneemt en gebruikt zonder wezenlijke kennis of genegenheid waar ze aan vastgroeiden? Er is alle kans dat er onder zijn aandachtigste lezers nu eenige op de hoogte zullen zijn van het Egyptische Doodenboek en de wijsheid der Upanishads, of veel voelen voor de Gâtha's van Zarathustra.

Heeft niet de jeugd van deze tijden het veel meer noodig, grooter diepte dan onvruchtbare uitbreiding van geestelijk leven te leeren zoeken, - en daarvoor de uiterste inspanning van eigen denken en voelen en doen nièt te schuwen? Wie hiervan in zijn hart overtuigd is, zal niet anders kunnen dan telkens weer een ergernis te vinden aan een boek van ‘geestelijke waarden’, met zulk een lossen greep voor de opkomende generatie bijeengegaard en geschat.

 

K.C. Boxman-Winkler.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over De ziel der menschheid. Bundel 1

  • over De ziel der menschheid. Bundel 2


auteurs

  • Christine Boxman-Winkler