Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 87 (1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 87
Afbeelding van De Gids. Jaargang 87Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 87

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.03 MB)

Scans (107.18 MB)

XML (4.28 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 87

(1923)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 359]
[p. 359]

Jubilé.

De vijf-en-twintigste jaardag der regeering van Koningin Wilhelmina wordt niet onder opwekkende omstandigheden gevierd. Ware de wereldoorlog niet uitgebroken, Nederland zou vermoedelijk veel reden hebben gehad, op de gansche kwart-eeuw, sedert 1898 verloopen, met voldoening terug te zien. Dat dit thans het geval niet kan zijn, is niet aan de Koningin te wijten. Het Nederlandsche volk is redelijk genoeg, de moeilijkheden, die het sedert 1914 ondervond, niet op haar rekening te stellen. Integendeel, het werd gewaar en gedenkt, dat Hare Majesteit in benarde oogenblikken met de natie leed en leefde. In wat van eene constitutioneele vorstin uit het huis van Oranje mocht worden verwacht, is Wilhelmina nimmer te kort geschoten. Zij vervulde hare taak als hoogste vertegenwoordigster van het Nederlandsche volk met plichtsbetrachting en niet zonder waardigheid, en er zijn oogenblikken geweest dat zij meer en edeler deed dan dit. Dank zij hare Moeder en haar zelve, is de plaats van het koningschap in Nederland, in vergelijking van 1890 en daarvóór, bevestigd, en dat in een tijd, die veel tronen heeft zien vallen. De nuchterste waarheidsliefde zal dit erkennen, en mengt haar eigen geluid in het heden opstijgend, veelstemmig koor. Overigens zal zij den gedenkdag bij voorkeur in bepeinzing willen doorbrengen.

Hoeveel in Nederlands vooruitgang tot 1914 was het gevolg van gunstige uiterlijke omstandigheden, hoeveel het loon van eigen verdienste? Er is het een en ander, dat zou kunnen waarschuwen, de verdienste niet te hoog te schatten. Veronderstelt men voortreffelijke volkseigenschappen, die tot den

[pagina 360]
[p. 360]

bloei van Nederland vóór den wereldoorlog sterk zouden hebben bijgedragen, dan is men tevens de vraag nabij, of er in onzen volksaard ook niet bestanddeelen moeten zijn, die het geringer succes van Nederland na 1918 helpen verklaren. Dat de gevolgen van den oorlog Nederland hard troffen was onvermijdelijk; - hebben wij genoegzaam getoond, ons lot naar vermogen te willen bestrijden? De Nederlandsche democratie, wier rechten en verantwoordelijkheid juist tijdens den oorlog volkomen werden, zag zich aanstonds voor een buitengemeen moeilijke taak geplaatst. Dat zij in de vervulling daarvan meesterschap heeft getoond, zal men niet kunnen beweren. De personen die zij voortbracht onderscheidden zich niet door wil en kracht tot ingrijpen; zij lieten zich op den stroom afdrijven. De oorlog zelf en November '18 in het bijzonder gaven een stoot in eene richting waarvan de gevaren laat zijn onderkend. In 1922 waren zij zóó zichtbaar geworden, dat een kloek besluit eisch van den dag was. Het kloeke besluit bleef uit, en 1923 reeds komt dit bitter wreken.

Niet minder dan tijdens den oorlog, verkeeren wij thans in buitengewone omstandigheden. Zij vorderen buitengewoons in degenen die in die omstandigheden te handelen hebben. Taai te zijn en koel, hetgeen tijdens den oorlog van ons werd gevergd, gaat den Nederlander beter af dan ras te zijn en kloek; zich aan een ingenomen plaats vast te klampen, beter, dan den sprong te wagen naar een nieuwe plaats. Zonder die proef van durf en spierkracht te hebben afgelegd, komen wij uit de verstrikking der sleur niet los. Wij hebben spoedig te toonen wie wij zijn, of wij zullen onze plaats in de samenleving der volkeren bevinden een lagere te wezen, dan waarmede gunstig schijnende omstandigheden uit het verleden den Nederlander geleerd hadden zich te vleien.

In dit vooruitzicht is beangstigends slechts voor hem, die niet meer in zichzelf gelooft. Daartoe mag het met ons niet komen. Besluiten wij den dag in den vasten wil, geen kleineering te doen aan ons zelf - en aan de Koningin, die òns nimmer verliet, en er recht op verwierf, dat men haar een tweede, van spontaner blijdschap sprankelend jubilé beschoren wenscht.

H.T. Colenbrander.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • H.T. Colenbrander

  • over Wilhelmina van Oranje-Nassau, prinses der Nederlanden