Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 87 (1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 87
Afbeelding van De Gids. Jaargang 87Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 87

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.03 MB)

Scans (107.18 MB)

XML (4.28 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 87

(1923)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 335]
[p. 335]

Buitenlandsch overzicht.

28 Oct. 1923.

Het is merkwaardig, dat Baldwin de eerste aanzegging eener krachtiger Britsche politiek in zake het vergoedingsvraagstuk aan een koloniaal premier heeft overgelaten. Ook, dat de Fransche pers tegen Smuts een toon durfde voeren, die niet door Poincaré wordt overgenomen nu deze weet dat hij met het Britsche Rijk plus Amerika te doen heeft. Italië en Japan gaan met het conferentieplan grif mede; men zou verwachten, het België niet minder hartelijk te zien doen - maar dan kent men de volle maat van België's zwakte niet.

België wantrouwt de Fransche Rijnpolitiek heviglijk. Even gevaarlijk als een Duitsche omklemming, gevolg van blijvend Duitsch bezit van Luik, Antwerpen en de Vlaamsche kust, of zelfs van den overheerschenden invloed aldaar, indertijd Nederland is toegeschenen, moet thans België eene Fransche omklemming voorkomen. Engeland wil die verhinderen, en België's plaats is dus aan de zijde van Engeland. Maar het durft die plaats niet innemen. Het ligt aan den band eener geheime overeenkomst met Frankrijk, indertijd gesloten uit vrees, en waaruit het niet den moed vindt, zich los te wikkelen. Het heeft de illusie op het lot der Rijnlanders eenigen invloed te zullen behouden, als het daar maar mede door een (voor zijn krachten) aanzienlijke bezetting vertegenwoordigd blijft. In die bezetting evenwel leeft de geest der militaire conventie met Frankrijk en het zijn geen Belgische belangen meer waarnaar zij zich gedraagt. Er is een schrijnende wanverhouding tusschen den toon van het belangrijkste deel der

[pagina 336]
[p. 336]

Belgische pers, toon waarvan de uitlatingen van Belgische regeeringspersonen een zwakke herhaling, maar dan toch een herhaling vormen, en de verrichtingen of oogluikingen der Belgische bevelvoerders in het Rijnland. En niemand schijnt te Brussel moed te vatten, hen van contrarie bevelen van genoegzame duidelijkheid en kracht te voorzien.

Wat Frankrijk betreft, dit laat zijn booze hoop ten opzichte van Rijn en Roer onmiskenbaar uitschijnen, en durft toch niet toetasten nu het doel iets dichter dan vroeger binnen de mogelijkheid van bereik ligt. Zijn maatregelen zijn mephistophelisch van aard, maar zij zijn het niet genoeg om doel te treffen. Past eindelijk niet eens Poincaré de woorden

 
Nichts Abgeschmackters find' ich auf der Welt
 
Als einen Teufel, der verzweifelt

op zijne Rijnstaatkunde toe? Laat hij het na, het is te vreezen dat aanhoudend meer anderen het zullen doen, ten slotte ook in Frankrijk zelf.

Duitschland in stukken te laten vallen en van Duitschland te trekken sluit elkander uit. Hoe lang zal Frankrijk de bewuste keus tusschen deze twee nog kunnen uitstellen?

 

Dat, onder Coolidge, Amerika werkelijk doen gaat waartoe het onder Harding weer begon te neigen, is heuglijk en heeft onmiddellijk invloed op Poincaré gehad. Voor Frankrijks volstrekte isolement schrikt hij terug. Bij elk gemeenschappelijk overleg dat dien naam verdient zal hij offers moeten brengen. Men spare ze hem niet, in de zekerheid dat hij het alternatief

 
Muss wieder recht den Teufel spielen

voor de tweede maal zelf niet aandurft. In Januari '23 liet men het hem doen, en wat heeft het Frankrijk gebaat? Niets hoegenaamd; het heeft alleen Duitschland dusdanig in de neêr gebracht, dat de omstanders zich aan de problemen, welke zijn geheele ontbinding aan de wereld zou stellen, niet langer kunnen noch willen onttrekken.

Duitschland kan, als het streng doch redelijk behandeld wordt, wellicht nog thans uit zijn stuipen worden verlost. Zonder uitbranding der smet in zijn midden blijft heel Europa

[pagina 337]
[p. 337]

met ziekte en verval van krachten bedreigd, en Amerika gevoelt nu eindelijk dat herstel van Europa's koopkracht een op geld waardeerbaar Yankee-belang is geworden. Wij zijn, dunkt mij, de kentering in het afgrijselijk proces van domheid en wraakzucht nog niet zoo nabij geweest als thans.

C.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • H.T. Colenbrander


landen

  • over Frankrijk

  • over Duitsland

  • over Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)

  • over België (Wallonië)


datums

  • 28 oktober 1923