De Gids. Jaargang 99

[p. 1]

[Derde deel]

Stemmen uit de redactie

De Hooge Veluwe.

- De reactie der publieke meening is soms zelfs voor den landgenoot onbegrijpelijk. Zoo in het geval van de ‘Hooge Veluwe’. Wanneer twee menschen er hun levensideaal van hebben gemaakt een kunstverzameling van Europeesche beteekenis en een natuurreservaat, dat in Nederland zijn gelijke niet heeft, te construeeren en voor de gemeenschap te behouden, zou men meenen dankbaarheid en lof voor hun grootsch initiatief te mogen verwachten. Het tegendeel is het geval geweest. Benepen vasthouden aan de eenmaal als axioma gestelde onvereenigbaarheid van gemeenschapszin en kapitalisme, in zielige achterdocht tegen wat een ‘afvallige’ minister besloot en - wellicht - de teleurstelling van wie van de mislukking van het plan verwezenlijking van eigen ideeën gehoopt had, hebben tegen de volkomen onbaatzuchtige transactie, die het jarenlang gekoesterde denkbeeld der stichters werkelijkheid deed worden, met name in de socialistische pers, een hetze ontketend, waarover een partij, die den gedoctoreerden natuurminnaar Henri Polak tot hare leiders rekent, zich had behooren te schamen. De Regeering heeft, door volledige openlegging van gegevens, het hare gedaan aan deze laffe achterklap, dit dwaas en ergerlijk insinueeren, een einde te maken. Moge zij daarin volledig zijn geslaagd, opdat het Nederlandsch publiek thans eindelijk beseffe, welk een kostbaar goed het verkreeg en zich afvragen, of dengenen, wier onzelfzuchtige plannen aldus, zij het op andere wijze dan zij het zich hadden gedroomd, tot uitvoering kwamen, niet veeleer de dankbare hulde van tegenwoordige en latere geslachten dan zinlooze verdachtmakingen van een kankerende pers toekomt.

Astrologie en aviatiek.

- De K.L.M., in de toekomst een groote ontwikkeling der luchtvaart verwachtend, zorgt voor den

[p. 2]

aanwas van haar bemanningen door jaarlijks tien jongelieden in de gelegenheid te stellen, een opleiding tot piloot te ontvangen. Aan hen, die voor deze opleiding in aanmerking wenschen te komen (het zijn er velen, want de aviatiek vervult elk jeugdig gemoed en op dit terrein wenkt althans nog toekomst) worden hooge eischen gesteld. Zij worden onderzocht op kennis, op karaktereigenschappen en op lichamelijke gesteldheid en, om nog grootere zekerheid te hebben, dat men de ware Jacobs uitzoekt, worden bovendien de hulpmiddelen der moderne psychotechniek te hulp geroepen.

Wie meenen zou, dat al deze selectiemiddelen reeds een afdoenden waarborg voor een juiste keuze zouden scheppen, onderschat de nauwgezetheid, waarmee de adviseurs der K.L.M. te werk gaan. De wetenschappelijke examinator, de menschenkenner, de arts en de test-leider mogen iemand nog zoo geschikt achten om tot vliegtuigbestuurder te worden opgeleid, hun oordeel heeft nog niet de volle waarde, zoolang het niet door een meer bovenaardsch getuigenis wordt gesteund: het Utrechtsche bureau, waaraan het test-onderzoek der candidaten is opgedragen, meent althans, dat naast de menschelijke oordeelen der vier geraadpleegde instanties dat der sterren moet worden gevraagd en dat eerst de horoscoop de uitgebrachte testimonia tot een betrouwbaar geheel aanvult.

Het bericht, dat op deze wijze de astrologie een woordje zal hebben mee te spreken bij de keuze onzer toekomstige piloten, zal ongetwijfeld alom in den lande met voldoening vernomen zijn. Men geeft zich ten slotte toch maar over, als men in een vliegtuig stapt en het is geen prettig gevoel zich te moeten toevertrouwen aan een ongehoroscopiseerden bestuurder. Men kan maar niet weten, onder welk een ongelukkig gesternte deze Icarus misschien geboren is en op welk ongelegen oogenblik zich de pernicieuse invloed van maan en planeten kan doen gelden. Is het dan niet een geruststelling, dat de aviateurs der toekomst althans ook astrologisch betrouwbaar zullen zijn?

En intusschen moet men van de thans fungeerende piloten, die zoo maar zonder stellaire sanctie hun taak zijn gaan vervullen, maar het beste hopen.