Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 99 (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 99
Afbeelding van De Gids. Jaargang 99Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 99

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.02 MB)

Scans (68.30 MB)

ebook (4.20 MB)

XML (3.32 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 99

(1935)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 147]
[p. 147]

Stemmen uit de redactie

Werkloos Intellect.

- De nu reeds met honderden te tellen en jaarlijks met tientallen aangroeiende schare van jonge menschen met volledige bevoegdheid voor het geven van Middelbaar Onderwijs, voor wie aan onze scholen geen plaats is en in jaren geen plaats komt, beduidt voor onze maatschappij een probleem van weliswaar geringeren omvang dan door de werkloosheid onder de arbeidersklasse gevormd wordt, maar van niet minder benauwend karakter. In zekeren zin zelfs benauwender: de werklooze intellectueel, die na een studie van ettelijke jaren moet ondervinden, dat de samenleving aan zijn kennis en zijn werkkracht geen behoefte heeft, deelt immers niet in de materieele verzorging, die den arbeider van overheidswege toevalt en wanneer hij niet bij familie onderdak kan vinden, dreigt voor hem niet zelden naast den geestelijken nood van zijn toestand het onmiddellijke stoffelijk tekort.

Men zou het onder deze omstandigheden redelijk mogen achten, indien de Regeering alles deed, wat zij kon, om de tewerkstelling van jonge intellectueelen te bevorderen. Dat dit niet steeds het geval is, kan blijken uit het volgende voorbeeld:

Aan een R.H.B.S. is een betrekking van eenige lesuren te vervullen, waarvoor volledig universitair bevoegde leerkrachten in overmaat ter beschikking staan en die voor één van hen een uitmuntende gelegenheid zou kunnen zijn, om practische onderwijservaring op te doen. Het Ministerie bevordert, dat deze betrekking wordt opgedragen aan een juist op wachtgeld gesteld docent. Deze komt daardoor weliswaar weder in het bezit van zijn volledig oorspronkelijk salaris, maar dit kost het Rijk enkele honderden guldens minder dan wanneer men een pas beginnend

[pagina 148]
[p. 148]

docent had aangesteld. Op dezen grond worden de doctorandi, die er naar hunkeren, eindelijk eens aan het werk te kunnen gaan, teleurgesteld en komt de wachtgelder tegen zeer onvolledige arbeidspraestatie in het genot van het salaris, dat hij tot dusver voor volledig werk had ontvangen.

Men mag vragen, of zulk een regeling niet van kortzichtigheid getuigt en of zij niet, indien zij vaker wordt toegepast, tot zeer ongewenschte toestanden zal kunnen leiden.

Het is natuurlijk alleszins redelijk, dat men, wanneer een volledige betrekking vervuld moet worden, in de eerste plaats op wachtgeld gestelden in aanmerking laat komen. Wanneer men er echter een gewoonte van gaat maken, hun ook de kleine aanvullende betrekkingen op te dragen, maakt men het niet alleen voor de jongeren steeds moeilijker, het begin van een loopbaan bij het onderwijs te vinden, maar, terwijl men hen dwingt, het neerdrukkende bestaan van den overbodige voort te zetten, verbittert men hen bovendien door het besef, dat op de plaats, waarop zij meenden, recht te hebben, een oudere in ongewoon gunstige omstandigheden werkzaam is.

Het Kronos-complex.

- Het is wellicht nog geen gebruikelijke term in het Freud-jargon, maar het zou er een kunnen worden, als men eens regeeringen op denzelfden voet als individuen aan psycho-analyse onderwierp en dan het Nederlandsche Ministerie van Onderwijs als studie-object koos. Want inderdaad: de neiging, bij voorkeur eigen kroost te verslinden of althans te mutileeren, komt in dit organisme onmiskenbaar tot uiting. Zoo houdt het in het thans bij de Tweede Kamer aanhangige wetsontwerp tot verlaging van de openbare uitgaven voor het onderwijs hardnekkig vast aan het voornemen, om Rijks Hoogere Burgerscholen met 5-jarigen cursus door het wegnemen van de hoogste twee klassen van levenskracht en bestaansrecht te berooven, terwijl voor gemeente- en bijzondere scholen een dergelijke maatregel niet wordt voorgesteld. Kronos vertrouwt weliswaar, dat zijn voorbeeld navolging zal vinden bij gemeenteen schoolbesturen, maar de ervaring, opgedaan in de periode, toen hij tegen de openbare lagere scholen woedde en het bijzon-

[pagina 149]
[p. 149]

der onderwijs aanspoorde, hetzelfde lot aan eigen instellingen te doen ondergaan, wettigt dat vertrouwen niet.

Zal men hem nu laten begaan? Het Voorloopig Verslag, waarmee de Tweede Kamer het wetsontwerp heeft beantwoord, getuigt van veel kritiek, maar aan den anderen kant dringt de noodzaak van bezuiniging te sterk, dan dat men zou mogen verwachten, dat dit punt tot verwerping van het geheele ontwerp zou leiden.

Wijs zou Kronos daarom handelen, als hij zijn neigingen zelf bedwong, van de verminking van eigen kroost afzag en, wanneer de nood der tijden werkelijk slachtoffers eischt, zorg droeg, dat ze niet alleen vallen in zijn geslacht.

De Tijd.

- Wij zijn in het algemeen op het stuk van prijs en lof minder uitbundig dan wanneer er te klagen valt; men kan er echter van overtuigd zijn, dat op den ochtend, waarop de dagbladen het bericht brachten, dat de Eerste Kamer het wetsontwerp tot invoering van den Middel-Europeeschen Tijd had verworpen, er een zucht van verlichting is gegaan door breede kringen van ons volk; velen zullen - en niet voor het eerst - hebben beseft, welk een kostbaren waarborg tegen overijlde parlementaire beslissingen wij in ons twee-kamer-stelsel bezitten en menigeen zal er wellicht vol verbazing aan hebben teruggedacht, dat er eens stemmen hebben kunnen opgaan, die dit stelsel wilden bestrijden met de bewering, dat de Eerste Kamer slechts een overbodige doublure van de Tweede zou vormen.

De M.E.T. is dus van de baan. Mogen wij hopen, dat thans eindelijk de zomertijd ons duurzaam en onaantastbaar bezit zal zijn? Geheel gegrond lijkt deze hoop nog niet Het vorige kabinet was er nu eenmaal erg op gesteld, naast de vele problemen, die dringend om behandeling riepen, de twee vraagstukken van tijd en spelling, die een onverwijlde oplossing nog wel konden ontberen, aan de orde te stellen en de banden, die het tegenwoordige kabinet aan het vorige verbinden, zijn nauw genoeg, om de vrees te wettigen, dat het van plan zal zijn, het vroegere tijd-beleid met evenveel consequentie voort te zetten, als het dat met het vroegere spelling-beleid heeft gedaan.

[pagina 150]
[p. 150]

Laten we ons gelukkig prijzen, dat we op het gebied van den tijd niet even sterk van de persoonlijke willekeur van één minister afhangen als dat, blijkens pijnlijke ondervinding, op het gebied van de spelling het geval is. Men zal ons althans geen nieuwe tijdregeling kunnen opdringen, door haar voor het onderwijs voor te schrijven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken