Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 101 (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 101
Afbeelding van De Gids. Jaargang 101Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 101

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.09 MB)

Scans (71.03 MB)

ebook (4.32 MB)

XML (3.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 101

(1937)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 137]
[p. 137]

Stemmen uit de Redactie

Gewaagde Mythologie.

- De heer Deterding heeft een groot gebaar gemaakt en meer dan dat: hij tast in den zak en speelt met hulp van een Nederlandsche stichting ‘de Waag’ voor St. Nicolaas op een schaal, die aan zijn royaliteit geen twijfel laat. De heer Deterding staat verder bekend als één van de kundigste zakenmenschen ter wereld. Van hem te onderstellen, dat hij op zoo'n schaal liefdadigheid ‘in den blinde’ zoude plegen is dus niet geoorloofd. De menschlievendste bedoelingen van den heer Deterding zullen, mag, ja móet men aannemen, gepaard gaan met en beheerscht worden door de strikt zakelijke berekening, dat zij, die hij helpen wil, ook inderdaad geholpen wórden.

Aldus uitgaande van de onderstelling, die men tegenover den heer Deterding, tot op tegenbewijs, wel maken móet, n.l. dat de heer Deterding weet wat hij doet en de gevolgen van de uitvoering van zijn plan behoorlijk heeft overdacht, stelden wij ons zelf de vraag: wat kán de heer Deterding dan met zijn plan op het oog hebben gehad?

Het antwoord op die vraag is allerminst eenvoudig. Eén ding staat vast: als geschenk aan het Nederlandsche volk in zijn geheel kan het plan niet worden beschouwd. Niet alleen, dat slechts één groep van Nederland's bevolking - zeggen wij kortheidshalve: de agrariërs - er rechtstreeks van zou kunnen profiteeren: de andere bevolkingsgroepen zullen er zelfs eenige schade van ondervinden en hébben dat ook reeds, ten gevolge van de door de aankoopen van den heer Deterding veroorzaakte prijsstijging van sommige agrarische producten (o.a. aardappelmeel), ondervonden. Zelfs wie in tijden van crisis regeeringssteun, die óók tot prijsverhooging leiden moet, gerechtvaardigd acht, zal dergelijken steun van particuliere zijde, ongecontroleerd en ongeremd, moeilijk als een weldaad voor het Nederlandsche volk kunnen

[pagina 138]
[p. 138]

beschouwen - als men haar al niet rondweg verkeerd acht. Daarbij komt nu nog, dat de uitvoering van het plan van den heer Deterding t.a.v. sommige producten (o.a. eieren) zóó schijnt te geschieden, dat de Nederlandsche handelaren eenvoudig worden onderboden, zoodat de export-prijzen naar Duitschland, die tot dusverre aanzienlijk boven het Nederlandsch prijsniveau lagen, zijn gedaald en de door den heer Deterding geprotegeerde exporteur de eenige is, die van het plan, voor wat eieren betreft profiteert. Alles te samen genomen kan van weldaad aan het Nederlandsche volk dus geen sprake zijn.

Des te meer en des te stelliger profiteert Duitschland, volk en staat, van den Nederlandschen Kerstman. Het Duitsche volk behoeft niet langer te kiezen tusschen ‘kanonnen en boter’ maar krijgt beide tegelijk. Voor de kanonnen zorgt de Duitsche Regeering, voor de boter (en wat daarbij behoort) zorgt de heer Deterding - tótdat de Duitsche Regeering tot de overtuiging komt, dat zóóveel boter voor het Duitsche volk toch schadelijke overdaad is en zij háár aankoopen van boter en wat dies meer zij met even groote quanta gaat verminderen als de heer Deterding gratis wil leveren. Waarom ook niet? Dan kunnen de kanonnen nog worden vermeerderd en houdt het Duitsche volk nog altijd zooveel boter over als de Duitsche Regeering voldoende acht. Bedenkt men daarbij, dat de opbrengst der producten - niet gelijkelijk aan Nederlandsch èn Duitsch maar - uitsluitend aan Duitsch liefdadigheidswerk ten goede komt, dan is de eenige mogelijke conclusie deze, dat niet Nederland maar alleen Duitschland en de geprotegeerde Nederlandsche leveranciers den heer Deterding dank zijn verschuldigd.

Men is misschien geneigd nog verder te gaan en te zeggen, dat Duitsche kanonnen ook tegen Nederland kunnen worden gericht, zoodat de heer Deterding bepaaldelijk een ón-Nederlandsche daad heeft verricht. Beschouwt men zijn daad in hare mogelijke gevolgen, dan valt op die stelling weinig af te dingen. Wij kunnen echter niet gelooven, dat zoo iets ook in de bedóeling van den heer Deterding heeft gelegen en moeten er dus nolens volens tóch toe overgaan tot een falen van des heeren Deterdings inzicht te concludeeren. De verklaring daarvan ligt bovendien voor de hand: de heer Deterding heeft zich altijd fel tegen de Russische Sowjets - die hem ook bepaaldelijk niet aardig hebben

[pagina 139]
[p. 139]

behandeld - gekeerd en is nu gaan gelooven in de Duitsche mythe, dat het de geheele wereld bedreigende Russische communisme het eenige probleem der huidige internationale politiek vormt en dat daartegen Duitschland en Italië als het eenige bolwerk zijn te beschouwen. De verhuizing van den heer Deterding van Londen naar Berlin-Wannsee is in dit verband zooal geen oorzaak dan toch symptoom. De bedreiging der Duitsche wapenen figureert in de door deen heer Deterding gelóófde mythologie slechts als het vlammende zwaard der wrekende Gerechtigheid en de opgeheven arm van den Beschermer der Cultuur. Zoo kan de heer Deterding meenen, te goeder trouw meenen, dat hij, wanneer hij in wezen niet anders doet dan op nogal naïeve wijze in de Duitsche wapen-kaart spelen, daarmede aan Nederland, ja aan de geheele ‘Westersche’ wereld, een onschatbaren dienst bewijst, waarvoor hij zelfs met goed recht den steun van andere Nederlanders kan vragen.

Wij kunnen het niet helpen maar wij vinden de mythologie, die thans ook den heer Deterding blijkt te beheerschen, nogal naïef en zijn plan nogal ge-Waagd en in elk geval voor Nederland in zijn geheel niet erg gewenscht.

Nurks op de Bruiloft.

- Onder de herinnerings-albums, verspreid na de bruiloft van Prinses Juliana, moest er vooral een zijn, die alle artikels en ingezonden stukken bevatte, welke in de Nederlandsche pers verschenen naar aanleiding van dr. P.C. Boutens' gedicht op de prent voor de schooljeugd. Dit zou tenminste een leerrijke herinnering wezen, en voor iedereen begrijpelijk. Want zelden heeft het vaderlandsche frikkendom zich zoo zuur te kijk gezet als in de naargeestige en gewild-ironische aanvallen, onbehouwener naarmate de aanvallers onbeduidender waren. Uit vrijwel al die kriebelige kritiekjes sprak de grootst mogelijke verbazing over den toch heusch niet splinternieuwen stijl van dr. Boutens en over den stijl der poëzie in het algemeen. Nooit heeft men gehoord van een ‘zoet geweld’ en met Nurksche grappigheid vraagt men nu, of het geweld tegenwoordig ook al zoet kan zijn! Het woordje zwoel wekt bij paedagogen slechts libidineuse gedachten, het Nederlandsche woordenboek ten spijt. Wat heeft men zich uitgeput in

[pagina 140]
[p. 140]

nare spitsvondigheden om aan te toonen, dat men het vers niet begreep, als ware het een zaak van eer voor schoolmeesters, iets niet te begrijpen! Welk een flauwe grapjes zijn er verkocht! In het dagblad Ons Noorden heeft een onderwijzer voorgesteld, de overschietende exemplaren van de rijmprent te verdeelen onder de leden der Koninklijke Academie van Wetenschappen. In Volk en Vaderland werd gesproken over ‘dit minne-kozen, dat scholieren boven hun pet gaat’. De christelijke Nederlander heeft erop gewezen, dat hetgeen den wijzen en verstandigen verborgen blijven zal, deze maal blijkbaar zonder vrucht geopenbaard is aan de kinderkens. Het Katholieke Schoolblad prees het gedicht wegens ‘de buitengewone verdienste, dat men de meeste coupletten ook het achterste voren kan lezen’. In de Telegraaf schreef een inzender, dat het vers voor de kinderen van beneden de Moerdijk, die ‘voor het overgroote gedeelte R.K. zijn’ in zooverre duidelijker is, dat deze kinderen althans geen moeilijkheid hebben met de verklaring van het woordje ‘pij’.

Tusschen deze flauwiteiten door kreeg een der ellendigste trekken van ons volkskarakter de gelegenheid zich volop te vertoonen: de gehuichelde ergernis. De Limburger Koerier was verontwaardigd wegens het ontbreken van den naam Gods in den tekst! Volk en Vaderland, dat met groote letters aankondigde: ‘De vulgaire rijmprent. - De regeering kleineert Oranje. - Zwoele minnepoëzie voor schoolkinderen in anderhalf millioen exemplaren over geheel Nederland verspreid’, ergert zich over het ‘rijmproduct van onzin en pornografie’, omdat ‘de dichter de smakeloosheid beging, letterlijk van den eersten tot den laatsten regel te zinspelen op zuiver intieme gevoelens, welke juist nimmer de vorstelijke verhouding tot het volk bepalen’. Het ligt aan de democratie. Immers: ‘opnieuw blijkt het de democratie, die zoo weinig van ware Oranje-liefde verstaat, zoo weinig de hartslag van het volk zelf is, dat schoolkinderen de krolsche visie van een dichter present krijgen, terwijl dan nog niemand hardop durft te laten merken, hoe erg het is.’

De vraag is, hoeveel gedichten van Boutens al deze zwaar geërgerde humoristen ooit onder oogen hebben gehad, voordat hun kinderen er een meebrachten uit school. Ze moeten zich vooral niet wagen aan de vorstelijke bruilofstpoëzie van Vondel. Want die is duidelijk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken