Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 101 (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 101
Afbeelding van De Gids. Jaargang 101Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 101

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.09 MB)

Scans (71.03 MB)

ebook (4.32 MB)

XML (3.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 101

(1937)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 376]
[p. 376]

Buitenlandsch overzicht

Hitler. - Duitsche koloniën. - Engelsche leening. - Oslo-staten.
19 Febr. 1937

30 Januari, in zijne rijksdagrede, hield Hitler de gebruikelijk geworden loftuitingen op zijn eigen régime, waaronder de verzekering voorkomt, dat de verwijdering van het Jodendom reeds geleid heeft ‘tot een heerlijke opleving van onze wetenschap en kunst, en tot een immuniseering van het Duitsche volk tegen de gifbacillen, waartegen in het buitenland nog zooveel volken te strijden hebben. Ik verklaar,’ voer hij verder voort, ‘dat het verdrag van Versailles, dat aan Duitschland zijn rechtsgelijkheid ontnomen had, niet meer bestaat. Ik neem de afgeperste onderteekening van de Duitsche afgevaardigden van 1919 terug, waarbij Duitschland verklaart, dat het de schuld aan den wereldoorlog draagt. Vrijwillig voeg ik hieraan de verklaring toe, dat de tijd der verrassingen nu afgeloopen is en Duitschland zijn taak in het Europeesche samenzijn vervullen zal.... Wij beschouwen ons in het geheel niet als geïsoleerd. Ik behoef slechts te wijzen op de hartelijke betrekkingen met onze voormalige lijdensgenooten Oostenrijk en Hongarije, die met Polen en de meer dan hartelijke met Italië, benevens die met de Balkanstaten, Portugal en een heele rij van staten buiten Europa, met name Japan, met hetwelk wij een verdrag hebben gesloten tot bestrijding van de invloeden van de Komintern. De Duitsche regeering verzekert aan de regeeringen van België en Nederland, dat zij de neutraliteit dezer landen onder alle omstandigheden volstrekt wil garandeeren. Hoe kan men nog van isoleering spreken?.... Eden heeft verklaard, dat de Engelsche regeering nooit zal dulden dat Europa in twee kampen wordt verdeeld.... Die scheiding is reeds vol-

[pagina 377]
[p. 377]

trokken.... Ik wil niet dat mijn volk met de vernielende leer van Moskou in aanraking zal komen.... Ik hoop dat iedere staat die dit wèl mocht doen, er zijn ondergang aan te danken heeft.... Het peil der herbewapening van een volk wordt uitsluitend bepaald door de mate van het gevaar waarin het zich bevindt.... De mate van Duitschland's herbewapening wordt uitsluitend te Berlijn bepaald, zooals die van de Engelschen te Londen. Ik wenschte dat dit standpunt algemeen ingang in Europa zou vinden. Duitschland is in de buitenlandsche pers beschuldigd, dat het niet zonder eigenbelang sympathie voor de regeering van Franco verkondigd heeft. Ik verklaar duidelijk en plechtig dat Duitschland geen koloniën nemen zal van landen die het in 1919 geen koloniën hebben afgenomen. Het Duitsche volk heeft indertijd een koloniaal rijk gesticht zonder eenigen oorlog en zonder iemand te berooven. Thans mogen we ze niet terug ontvangen omdat de inlanders mogelijkerwijze niet onder ons regiem zouden willen leven. Wie heeft hun in 1919 gevraagd of ze onder ander bestuur wilden leven? Duitschland zou die koloniën bovendien slecht bestuurd hebben. Wij hebben ze slechts enkele decenniën bezeten, maar ze waren toch blijkbaar al van genoeg waarde om ze ons in een bloedigen oorlog af te nemen....’

Reeds 7 Maart 1936 had Hitler verklaard, ‘dat de Duitsche regeering bereid was een niet-aanvalsverdrag tusschen België, Duitschland en Frankrijk te sluiten onder waarborg van Groot-Britannië en Italië, en ook Nederland als partij tot zulk een verdrag toe te laten, indien dit dezerzijds mocht worden gewenscht en de andere betrokken staten daarmede mochten instemmen.’ De mededeeling van 7 Maart 1936 en die van 30 Jan. 1937 zijn van ongelijke strekking, en inlichtingen van de zijde der Duitsche regeering hebben de juistheid dier onderstelling bevestigd. Daarop, gelijk onze minister van buitenlandsche zaken mededeelt, is onzerzijds aan de Duitsche regeering te kennen gegeven, ‘dat wij, met alle waardeering voor de uit het aanbod sprekende goede bedoelingen, niet bereid zouden zijn nopens de onaantastbaarheid van ons grondgebied met eenig land een verdrag te sluiten. Die onaantastbaarheid is voor ons een axioma, dat zich niet leent tot onderwerp voor een door ons te sluiten verdrag.’ De minister van buitenlandsche zaken is nog altijd van gevoelen, gelijk hij 15 Febr. 1935 in de Eerste Kamer verklaarde, ‘dat

[pagina 378]
[p. 378]

dergelijke verdragen uitingen plegen te zijn van een neiging tot politieke aansluiting, en dat wij bij een non-agressiepact van Nederland met andere mogendheden zelfs den schijn van politieke aan-leuning niet zouden kunnen vermijden.’

 

De Engelsche pers beschouwt de rede van Hitler als voornamelijk negatief, en spreekt teleurstelling uit over de afwezigheid van concrete voorstellen ten aanzien van de toekomstige samenwerking van Duitschland tot behoud van den vrede. Ook de Fransche pers stelt vast dat de verklaringen van Hitler geen practische conclusies behelzen.

De Berlijnsche correspondent van Reuter, die over het vraagstuk der koloniën bij ‘eenige Duitschers’ zijn licht heeft opgestoken, verzekert dat Duitschland met betrekking tot de koloniën ‘een realistisch standpunt’ zal innemen, m.a.w. dat de eisch tot algeheele teruggaaf van de verloren koloniën vatbaar is voor ‘aanpassingen’. Duitschland zou dan willen medewerken tot wegruiming ‘van zoo mogelijk alle politieke moeilijkheden’. Duitschland's eisch zou dus de inzet kunnen zijn van onderhandelingen. Engeland zal weinig lust hebben den kolonialen eisch in te willigen, indien het geen waarborg verkrijgt, dat Duitschland de koloniën straks weer zal gebruiken om een groote vloot op te bouwen, onder de leus: Duitschland niet en de anderen wel? Maar hoe dien waarborg inderdaad te verkrijgen, nu Hitler heeft verklaard dat over Duitschland's herbewapening (ongetwijfeld ook ter zee) slechts te Berlijn wordt beslist?

 

Minister Neville Chamberlain heeft 11 Februari in het Lagerhuis medegedeeld, dat de regeering, om haar defensieprogram te voltooien, nog 400 millioen pond zal noodig hebben, verdeeld over een periode van 5 jaar tot ultimo Maart 1942. De meerdere uitgaven voor de landsverdediging konden niet uit de gewone begrootingsoverschotten worden gedekt, en er zou dus een leening noodig zijn. Deze zou 3 percent rente dragen en aflosbaar zijn in 30 jaar, zoodat de laatste termijn 31 Maart 1972 zou vervallen.

Sir Archibald Sinclair zeide bij het debat, dat hij duidelijker antwoord verlangde op de vraag, of de 400 millioen bestemd zijn voor een militaire alliantie, of om de collectieve veiligheid te dienen, of alleen tot handhaving der politiek van ‘splendid isolation’? Sir

[pagina 379]
[p. 379]

Thomas Inskip, minister der coördinatie van de gezamenlijke land-, zee- en luchtmachten, zeide terverdediging, dat de politiek der collectieve veiligheid niet werd verlaten, maar de nationale veiligheid vóórging. Geen enkel land zou op Engeland een voorsprong mogen behalen. De conservatief kapitein Lumey zeide evenwel dat alle gepraat over collectieve veiligheid op het oogenblik maar frase was en meer niet. Eerst kanonnen, schepen en vliegtuigen; pas als Engeland dan weer onaantastbaar zou staan, mocht men weer over collectieve veiligheid beginnen. Attlee erkende dat iedere zin van het (aan het Lagerhuis in handen gegeven) witboek over den oorlog spreekt niet als een ver in de toekomst liggende mogelijkheid, maar als een zekerheid. Baldwin, die het debat besloot, zeide dat Engeland iedere agressie onmogelijk wil maken. Wij kunnen noch onze veiligheid noch den wereldvrede thans verzekeren. En met 329 tegen 145 stemmen hechtte het Lagerhuis aan de leening van de 400 millioen pond zijne goedkeuring.

 

België, Luxemburg, Noorwegen, Zweden, Denemarken en Finland hebben de uitnoodiging der Nederlandsche regeering aangenomen, tegen 3 Maart experts naar 's-Gravenhage te zenden, ten einde de onderlinge mogelijkheid van verwijdering van zekere handelsbelemmeringen te onderzoeken en daarmede den handel der Oslo-staten meer relief te geven. De Oslo-conventie van 22 December 1930 had ook alleen op economische zaken betrekking en het geheele initiatief van Dr. Colijn is er op gericht de maatregelen, die wegens de crisis in weerwil van het Oslo-beginsel door alle deelhebbers zijn genomen, zooveel mogelijk te temperen. Hiermede wordt, zonder ophef, goed Nederlandsch werk gedaan.

C.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • H.T. Colenbrander


landen

  • over Duitsland

  • over Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)

  • over Zweden

  • over Noorwegen

  • over België (Wallonië)

  • over Luxemburg

  • over Denemarken

  • over Finland


datums

  • 19 februari 1937