Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 101 (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 101
Afbeelding van De Gids. Jaargang 101Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 101

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.09 MB)

Scans (71.03 MB)

ebook (4.32 MB)

XML (3.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 101

(1937)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 223]
[p. 223]

Buitenlandsch overzicht

Encykliek, Japan en allerlei
16 April 1937

Op de algemeene encykliek tegen communisme en atheïsme is een bijzondere gevolgd, tegen Duitschland gericht, welke 21 Maart 1937 in alle katholieke kerken van Duitschland is voorgelezen, en die zich scherp beklaagt over de stelselmatige schendingen van het concordaat, die in den jongsten tijd in Duitschland zijn voorgekomen. In officieele Duitsche kringen is men altijd van meening geweest, hoe moeilijk het te verdragen was dat vele katholieke priesters den kansel misbruikten om onder bescherming van het concordaat de geloovigen tegen de nationaal-socialistische partij op te zetten. Men hoopte dat de Heilige Stoel deze priesters zou vermanen dergelijke methoden na te laten. Men onderdrukt nu van Duitsche zijde de sterke bevreemding niet, dat de Paus het voorstelt of de katholieke kerk in Duitschland een lijdensweg heeft te gaan.

Van zijne zijde echter heeft de Paus in zijn encykliek uitgedrukt, dat de Heilige Stoel, ‘ondanks ernstige bezwaren’, zijn goedkeuring aan het concordaat niet had willen onthouden. ‘Wij wilden onze kinderen in Duitschland van de spanning ontheffen, die met zekerheid te verwachten zou zijn geweest, indien er geen concordaat tot stand ware gebracht. Wanneer het oogenblik zal zijn gekomen, om voor de oogen der wereld onze bemoeiingen te dezen opzichte uiteen te zetten, zullen alle weldenkenden weten, waar de beschermers van den vrede te zoeken zijn en waar de verstoorders... Men heeft het concordaat min of meer openlijk geschonden. De strijd tegen de confessioneele scholen en de ontkenning der vrijheid van keuze dergenen die recht hebben op een katholieke opvoeding bewijst hoe ernstig de toestand is... Wanneer de vrede buiten onze schuld niet wordt

[pagina 224]
[p. 224]

getroffen, zou Gods kerk in naam der vrijheid hare rechten moeten verdedigen... Naast den Schepper van het Heelal, Koning en Einddoel der geschiedenis, kan en mag geen andere Godheid gesteld worden. Men mag het ras of het volk of den vertegenwoordiger van de staatsmacht niet vergoddelijken... Die in den Hemel troont, lacht om hen... Er bestaat ook heldenmoed op zedelijk gebied.’

Het is voor het officieele Duitschland een hoogst onaangename verrassing, en men weet er niet goed weg mede. Duitschland is tegenover de katholieke kerk tot een zekere mate van machteloosheid gedoemd. Het mag de algemeene beweging in Europa, die in zijn nadeel verloopt, niet nog eens een extra-duw geven. Van beteekenis is ook, dat de encykliek in bewoordingen is vervat, die ook de protestantsche kerken kunnen onderschrijven.

De Paus zal wel gelijk hebben wanneer hij verzekert dat bij de inschrijving van katholieke kinderen die schoolonderwijs moeten genieten, ten nadeele der katholieke scholen intimidatie wordt toegepast. De bisschop van Berlijn, graaf Preysing, heeft in de Paaschdagen geprotesteerd dat particuliere scholen bevel zouden hebben gekregen telkens eene klas af te schaffen totdat zij niet meer bestaan.

Intusschen heeft de Duitsche regeering, na eenige weken gewacht te hebben, een nota aan het Vaticaan gezonden, waarin zij zich beklaagt dat de Paus zich vermeet tegen de openbare meening een algemeen front tegen Duitschland te richten, en over Duitsche aangelegenheden een oordeel te vellen dat er ‘van een democratisch en parlementair standpunt’ niet op toepasselijk is. Het Rijk is van het bolsjewisme gered en de vernietiging der kerk is dus vermeden. ‘De Duitsche regeering kan niet aanvaarden dat de kerk een staat in den staat zou zijn en de geestelijkheid een bijzondere kaste buiten de nationale gemeenschap’.

De Paus zal ongetwijfeld antwoorden.

 

Een bewijs hoe Japan alle krachten inspant, zijn economische positie in Noord-China te versterken:

drie nieuwe katoenfabrieken, te exploiteeren door een maatschappij met een kapitaal van 350.000 pond sterling;

een papierfabriek met een kapitaal van 315.000 pond sterling;

een gasfabriek met een kapitaal van 75.000 pond sterling;

[pagina 225]
[p. 225]

een fabriek voor auto-onderdeelen.

Participatie van Chineesch kapitaal zal welkom wezen.

Onderwijl heeft de regeering het parlement ontbonden en nieuwe verkiezingen uitgeschreven tegen 30 April. Het kabinet-Hajasji heeft in de korte periode van samenwerking met het parlement geen gemakkelijken tijd gehad. De begrooting voor de weermacht werd verlaagd en ook in andere opzichten heeft de regeering concessies moeten doen. Zij heeft er echter plotseling den brui van gegeven en verlangt van het parlement, dat het voortaan blindelings de regeeringsvoorstellen steunen zal. Het departement van binnenlandsche zaken heeft in zeven millioen exemplaren een pamflet doen afdrukken, waarin de kiezers vermaand worden een ‘zuivere’ verkiezing te houden en geen ‘zenuwachtige’. Hajasji verlangt voor Japan een ‘eigen structuur’, versterking der defensie, ontwikkeling van hulpbronnen.

 

Men verwacht, dat na Mei Engeland geregeerd zal worden door Neville Chamberlain, halfbroer van Sir Austen en zoon uit het tweede huwelijk van zijn vader. In 1922 trad hij als directeur-generaal der posterijen in het kabinet-Bonar Law, was van 1924 tot 1929 minister van gezondheid, en beklimt in 1931 met het ministerschap van financiën op 62-jarigen leeftijd den op één na hoogsten sport. Bekwaam, maar niet van een grootheid die tot de verbeelding spreken zou. De wankelmoedigheid, waarvan men Baldwin zoo dikwijls beticht heeft, zal vermoedelijk zijn toekomstigen opvolger vreemd zijn.

 

Lang heeft, eind Maart, de koning van België met Eden gesproken.

Het zal heel wat in hebben, België's buitenlandsche politiek te verwezenlijken, zooals de koning die 14 October 1936 omschreven heeft: onafhankelijkheid met aanvaarding van eenige, de krachten van België niet te boven gaande, internationale verplichtingen. De afspraak, die België met Frankrijk en Engeland maakte na de opzegging van het Locarno-verdrag door Duitschland, werd door zóóveel Belgen bedenkelijk geacht, dat men er van ontheven wenschte te worden, waartoe Engeland wel, Frankrijk niet neigde.

De verwachtingen omtrent het spoedig totstandkomen van

[pagina 226]
[p. 226]

een nieuw Locarno zijn in België niet hoog gespannen. België wenscht het risico niet te loopen nogmaals een internationalen oorlog op den hals te krijgen; het zoekt nu zijn heil in een vrijwillige neutraliteit, die het vrijheid van beslissing en van handelen zou laten. Het verlangt alleen waarborgen, die door de drie betrokken groote mogendheden zouden worden toegestaan, zonder eenige tegenprestatie dan het onderhouden van een eigen weermacht.

Frankrijk, en op sleeptouw Engeland, zeggen nu tot België: u met waarborgen bij te staan zou ons te duur uitkomen, indien wij de bevoegdheid zouden missen onze medewerking door besprekingen der generale staven deugdelijk voor te bereiden. Maar men zegt er natuurlijk niet bij, dat Duitschland hetzelfde zou kunnen eischen.

Zoo ondervindt België, dat zijn weg tot zelfstandigheid met klemmen is bezaaid.

 

De Yorkshire Post, een blad dat den naam heeft de meening van minister Eden weer te geven, ontwikkelt drie hoofdgedachten over het nieuwe Locarno:

 

1.Het is niet noodzakelijk het nieuwe verdrag (zooals het oude het was) onmiddellijk aan de (door Duitschland nog afgewezen) Volkenbondsgedachte te verbinden.
2.Het voorstel van Italië en Duitschland om Rusland buiten het nieuwe Europeesche stelsel te houden, is onaanvaardbaar.
3.Het voorstel volgens 't welk Engeland en Italië in plaats van den Volkenbond den aanvaller zouden aanwijzen is mede onaanvaardbaar.

Het wordt hoog tijd (gaat de Yorkshire Post voort), dat men Duitschland pand vrage voor het vertrouwen, 't welk men in zijn handteekening zou mogen stellen.

 

De burgeroorlog in Spanje levert geen groote verrassingen meer op. Het betrekkelijk evenwicht der partijen wordt in eene mate, die tot het verkrijgen eener beslissing noodig zou zijn, niet verstoord.

De Britsche regeering verkeert in een moeilijk parket, doordat Britsche koopvaarders met levensmiddelen op weg naar Bilbao

[pagina 227]
[p. 227]

zijn, dat op het oogenblik zoowel van de zeezijde als te land geblokkeerd is. Zij hebben convooi van Britsche oorlogsschepen aangevraagd, doch de Britsche regeering heeft besloten de bescherming voor de Britsche scheepvaart naar Bilbao, evenals naar andere Spaansche havens, te beperken tot de open zee. Tegelijk heeft zij de Britsche reeders gewaarschuwd deze area, die door mijnen en van de lucht uit gevaarlijk is gemaakt, te willen mijden. In de praktijk zal dus de Britsche vloot Franco in zijn poging Bilbao te blokkeeren (voor zoover hij zich daartoe tot de territoriale wateren beperkt) niet belemmeren.

De premier, dit besluit in een vrij rumoerig Lagerhuis aankondigende, grondde dit niet op het internationale recht, doch alleen op de omstandigheid, dat Franco's mijnleggers de wateren rondom Bilbao onveilig hadden gemaakt. Uit de vragen van Attlee en Sinclair bleek evenwel, dat beide opposities bescherming door de Britsche vloot ook binnen de territoriale wateren bleven wenschen.

De eigenlijke situatie schijnt te zijn, dat de regeeringstroepen niet de macht hebben Franco's beleg te doorbreken en, bij gebrek aan voedsel, Bilbao op den duur tot de overgave gedwongen zal worden. Gegeven de niet-inmenging en de de facto erkenning die daaraan verbonden is, zal men ook de facto een blokkade moeten erkennen.

Echter heeft Attlee eene motie van afkeuring ingediend, die met 345 tegen 31 stemmen is verworpen.

 

Van Zeeland heeft tegen Rex een groote overwinning bevochten. De katholieken, liberalen, socialisten en communisten verkregen in 1936 in het arrosdissement Brussel tezamen tegen Degrelle, die toen 75.721 stemmen behaalde, 254.214 stemmen. Thans (11 April 1937) verkreeg van Zeeland alleen 275.840 stemmen, terwijl Degrelle slechts 69.242 stemmen behaalde. De hulp der Vlaamsche nationalisten heeft den Rexist dus niet gebaat en diens beweging is blijkbaar verflauwd.

 

12 April is te Montreux een conferentie geopend, die door de Egyptische regeering was bijeengeroepen om tot een afschaffing der capitulaties en geleidelijke opheffing der voorrechten te geraken, die aan Europeanen in zake rechtspraak waren verleend.

[pagina 228]
[p. 228]

Een direct uitvloeisel van het Engelsch-Egyptisch verdrag. De staten, die tot dusver van de capitulatievoorrechten genoten hebben (waaronder Nederland), zijn het er wel over eens dat zij zullen moeten verdwijnen. Maar men verlangt, in argwaan tegen de (inderdaad hevige) actie der Egyptische nationalisten, waarborgen waardoor de rechten van vreemdelingen behoorlijk beveiligd kunnen worden, en een overgangstijd, waarin de inheemsche magistratuur bewijs van haar geschiktheid zou dienen over te leggen.

 

De reis van Schacht naar Brussel heeft zeer de aandacht getrokken. Van Zeeland is de man, wien de Britsche en Fransche regeeringen verzocht hebben de mogelijkheid van internationale toenadering te onderzoeken. Daarbij zou Duitschland een groote, wellicht de grootste rol moeten spelen. Van Van Zeeland weten de anderen, dat hij de inschakeling van Duitschland niet a limine zou afwijzen. Er zijn symptomen, dat Duitschland op een keerpunt komt en zijn agressieve plannen voorloopig op zijde gaat zetten. De minderwaardigheid van het Duitsche materieel ten opzichte van dat van andere mogendheden moet wel kalmeerend werken. Schacht zal nu naar Parijs gaan om het Duitsche paviljoen op de wereldtentoonstelling te openen, en zal daar ongetwijfeld welwillend ontvangen worden, al zal het de vraag blijven, in hoeverre hij Hitler vertolkt. Kenschetsend dat de Prawda al vol wantrouwen is, en zegt dat Hitler een ‘pauze’ wenscht, om onderwijl, door Schacht, voor de uitgeputte Duitsche goudreserves de buitenlandsche markt te mobiliseeren. Liever willen wij hopen dat zelfs Hitler tot inkeer komt.

C.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • H.T. Colenbrander


landen

  • over Duitsland

  • over Japan

  • over Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)

  • over België (Wallonië)

  • over Frankrijk


datums

  • 16 april 1937