Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 102 (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 102
Afbeelding van De Gids. Jaargang 102Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 102

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.87 MB)

Scans (68.35 MB)

XML (3.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 102

(1938)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 131]
[p. 131]

Stemmen uit de Redactie

Record!

- Record! Het woord van den dag! Zooveel duizend man in 't stadion, zooveel duizend man bij de zesdaagsche. Maar ook zooveel duizend man in.... Boymans. Hoe kom ik, denkt Amsterdam, ook aan een record voor mijn ‘Fransche Kunst’ en het had, wat n.b. in een krant genoemd werd de goede gedachte, de tentoonstelling nog één dag, en wel gratis, open te houden. Laatste, allerlaatste, beslist allerlaatste voorstelling. Boem! Tsjing! De groote trom, de bekkens. Vrij entrée. Ruim zesduizend stroomen toe. Politie, verkeersregeling. Zooals bij de warenhuizen met dagen gratis voor dit of voor dat; of een uitzet cadeau aan den tien-, twintig-, dertig-duizendsten bezoeker, moest worden opgetreden en de dagbladen legden in foto's dezen waanzin vast. ‘Man kommt zu schauen’. Dàt moet je gezien hebben, diè moet je gezien hebben: Holland-België en de Fransche Kunst, Dempsey en Madame Curie (zooals deze uit Amerika schreef).

Het bewuste dagbladartikeltje eindigde met deze naar het schijnt niet ironisch bedoelde woorden: ‘Gelegenheid voor een rustige beschouwing van de kunstwerken was er niet meer!’ Proficiat, van Gogh, gij hebt niet voor niets geleden: zesduizendvijfhonderd zijn binnen 10 uur langs u heengetrokken en hebben u.... niet gezien!

‘Onder architectuur van’.

- Tot de ergste wangedrochten op het gebied van taal en taalgebruik behoort ten onzent zeker wel de uitdrukking ‘onder architectuur van’ en met een hardnekkigheid een betere zaak waardig, wordt deze zinlooze zegswijze door verschillende dagbladen van ons land, die toch ook als taak hebben een beschaafd en zuiver Nederlandsch te helpen cultiveeren en verbreiden, overgenomen en herhaald.

[pagina 132]
[p. 132]

Dat iedereen zich architect kan noemen, dat deze titel niet beschermd is en dat de Minister van O.K. en W. nog onlangs heeft verklaard dat deze bescherming voorshands niet in het programma van zijn beleid was opgenomen, zijn feiten, die helaas te weinig bekend zijn.

De goede gemeente gelooft nu eenmaal, dat het woord ‘architect’ een zekeren waarborg inhoudt, die het woord ‘eigenbouwer’ mist. Daarom wordt het woord architect, dat oorspronkelijk zulk een welomschreven begrip inhield, maar dat tenslotte iedereen voor of achter zijn naam kan zetten, gebruikt als vlag om een dikwijls meer dan dubieuze lading te dekken. Ik denk hierbij nog niet eens aan ladingen met een aesthetisch minimum, maar uitsluitend aan constructieve minima. Daarom ziet men zoo dikwijls op verkoopbordjes van huizenrijen of ‘riante’ villa's de woorden ‘onder architectuur’ geschilderd.

En nu is dit jargon, dat aldus ontstond zonder een persoonsnaam erbij te noemen overgenomen in de z.g. beschaafde krantentaal met den persoonsnaam erbij. Nu is Boymans gebouwd onder architectuur van ir. v.d. Steur, 't stadhuis in Hilversum onder architectuur van Dudok en, naar de bladen dezer dagen meldden is de nieuwe schouwburg te Arnhem, onder architectuur van den heer Brons gereedgekomen.

Te omschrijven, wat het woord architectuur feitelijk beteekent, wat men er in volledigheid onder heeft te verstaan, zou te dezer plaatse te ver voeren, maar wij weten toch met elkaar ook zonder nadere uitleg, dat de architectuur - de aartsbouwerij - slaat op het gebouw en niet op den ontwerper. ‘De architectuur van den heer Brons’ zou alleen kunnen beteekenen: de structuur en het uiterlijk aspect van den heer Brons en die bedoelt toch geen krant in het geding te brengen.

Men spreekt van de architectuur van een gebouw, zooals men spreekt van de schildering van een altaarstuk en van de compositie van een symphonie. Zouden h.h. journalisten consequent zijn, wij vreezen, dat wij binnenkort in de Rotterdamsche Kunstkring, verbouwd onder architectuur van Brinkman en van der Vlugt, na genoten te hebben van een altaarstuk onder schildering van van Konijnenburg, in de avonduren, bij het Kamerorkest, zullen moeten gaan luisteren naar een symphonie onder compositie van Johann Christian Bach!

[pagina 133]
[p. 133]

Quellinus' Vierschaar bevrijd en.... weer verborgen.

De Paleis-Raadhuis-kwestie, waarover tweemaal gedurende de laatste jaren in de Gids werd geschreven is geen kwestie meer in den oorspronkelijken zin: het oude raadhuis is eigendom geworden van den Staat en deze steunt onze hoofdstad bij het verkrijgen van een nieuw stadhuis. Nu deze groote kwestie is opgelost, doen er zich uitteraard een aantal van kleineren aard voor. Voorloopig betreffen die van Campen's schepping en de restauratie daarvan. Straks zullen zij en waarschijnlijk nog wel in grooter getale te voorschijn komen als de jury over de plannen van het nieuw te zetten gebouw haar eindoordeel heeft uitgesproken.

Doch voorloopig geldt onze belangstelling het gebouw op den Dam; onze belangstelling en onze erkentelijkheid voor wat werd bereikt met den voorgevel. Deze, nu geheel ontdaan van de houten ramen, geeft schooner dan ooit voor generaties te zien is geweest haar prachtige, zuivere verhoudingen te bewonderen. Harmonisch welven zich de zeven boogopeningen van de loggia met de diepe schaduwen, kracht gevend aan den onderbouw, waarop het fragiele Empire-hekje niet storen zal, wanneer straks het al te felle verguld weer is verdoft.

Na dat bewonderen op een afstand loopt men snel over den Dam, over den standplaats van wijlen ‘Naatje’ en wijlen Mozes den Schoenpoetser en rept zich langs 't Jan Klaassenspel naar de loggia, begeerig om door de bronzen hekken Quellinus' Vierschaar te aanschouwen. Men kijkt en tuurt, denkt eerst aan een reflex, om dan te ontdekken, dat achter de hekken glas en achter het glas zwarte gordijnen zijn aangebracht....

Naar een Amsterdamsche courant meldde, was dat noodig, omdat de lieve Nederlandsche jeugd de loggia en de hekken, nu er ‘wat te zien was’ te zeer bevuilde. Zoo werd Quellinus bevrijd en.... weer verborgen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken