Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 122 (1959)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 122
Afbeelding van De Gids. Jaargang 122Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 122

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 122

(1959)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 372]
[p. 372]

Nieuwe boeken

Cees Nooteboom, De zwanen van de Theems. Toneelstuk in drie bedrijven. - Em. Querido's Uitgeversmij, Amsterdam, 1959. 76 blz.

Nooteboom is een dichter. Dat was duidelijk toen hij in 1955 debuteerde met zijn roman Philip en de anderen, het werd bevestigd door zijn twee verzenbundels en de verzameling novellen De verliefde gevangene. En nu is dit poëtisch element ook een der verrassende aspecten van zijn eerste toneelstuk, en vooral van het eerste bedrijf.

Verrassend, want in de zo geheel andere uitdrukkingswijze van de dramatische kunst heeft de jonge schrijver de poëzie van het woord, zoals hij die met zijn gedichten deed voelen, en de poëzie van de beschrijving waardoor zijn novellen uitmuntten, herhaaldelijk weten te verdiepen tot het geheim van de ‘toneel-situatie’.

In De zwanen van de Theems heeft hij de mijmerende monologue intérieur van Philip en de anderen laten plaats maken voor een effectieve, rijk geschakeerde dialoog, die getuigt van echt gevoel voor toneel, en die zijn personages tot levende figuren maakt. Dit frappeert te meer omdat het drama zich afspeelt in het milieu van oude mensen, van de achtenzeventigjarige gepensioneerde kolonel van het voormalige Indische leger en zijn twee bejaarde zusters, die in een grote sombere villa in het Gooi samenwonen met hun dertigjarig nichtje Anna.

Hoofdpersoon is ‘het verleden’, niet alleen voor de drie oude mensen, maar ook voor Anna. Gelijk de zwanen van de Theems, die besmeurd door de olie van een gezonken tankboot hun vleugels niet meer konden bewegen, voelen zij zich weerloos overgeleverd aan de dood. Ook Anna kan haar vleugels niet uitslaan. Zij heeft nooit een man ontmoet die haar genoeg kon boeien en zij vlucht telkens uit het kille nuchtere bestaan naar de fantasie-spelletjes met haar oom, waarin zij samen scènes uit de Atjeh-oorlog opvoeren en Anna de held met een ridderorde decoreert.

In het sombere huis komt een jongere officier inwonen met zijn vriendin die een kind van hem verwacht. Ook hem achtervolgt het verleden: de herinnering aan allerlei wreedheden tijdens de politionele actie in Indië. Onrust drijft hem naar steeds nieuwe veroveringen en aan deze brute egoïst geeft Anna zich gewonnen. Haar oom heeft hij tot zwijgen gebracht door te dreigen dat hij zal onthullen, hoe de oude heer nooit in Atjeh heeft gevochten, geen kolonel is en het niet verder heeft gebracht dan tot sergeant bij de administratie in Batavia. Als de jonge officier Anna's kamer verlaat, wordt hij door de oude man neergestoken.

Het stuk is ingenieus in elkaar gezet, maar er zijn ook melodramatische kanten aan, die het ontsieren. Het is merkbaar, dat de schrijver invloed heeft ondergaan van Terence Rattigan, van Tennessee Williams, ook van Couperus. Er zal echter wel geen schrijver bestaan die generlei invloed van anderen kent, en deze reminiscenties verhinderen niet dat het stuk een eigen karakter heeft, met oorspronkelijke vondsten en een boeiende spanning tussen de figuren onderling, terwijl het milieu voortreffelijk is getypeerd.

Het is opmerkelijk, dat dit toneeldebuut van een zo jong kunstenaar meer de Untergang des Abendlandes weergeeft dan vitale opstandigheid van een generatie aan wie de toekomst behoort. Ook Jan Staal riep in De laatste verlofganger een beeld op van de naweeën van ons koloniale tijdperk. Het is voor het eerst dat Nederlandse schrijvers deze

[pagina 373]
[p. 373]

tragische echo in Nederlandse schouwburgen doen horen, en dat is een teken aan de wand.

Welke tekorten De zwanen van de Theems ook nog bezit, het is een stuk dat indruk maakt, en dat Nootebooms bedrevenheid toont om sterke speelscènes te schrijven en duidelijk omlijnde figuren te creëren.

 

E.v.L.

Reyer Anslo, Parysche bruiloft. Treurspel. Van inleiding en aantekeningen voorzien door dr. H.H. Knippenberg. - W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1958. 160 blz.

Van dit treurspel over de Bartholomeusnacht verschenen tussen 1649 en 1727 acht drukken. Knippenberg heeft het thans uitgegeven naar de eerste druk. Het stuk is deze uitgave waard wegens zijn levendigheid en kernachtig woordenspel en dikwijls goede dialoog. Er zou aanleiding geweest zijn op bouw en stijl en taal wat dieper in te gaan dan de inleider heeft gedaan. De passage over de verhouding tussen de politieke en godsdienstige motieven van de moordpartij doet in deze inleiding vreemd aan. Anslo gaf met zijn motto duidelijk te kennen wat hij ervan dacht en de inleider maakt zelf de opmerking dat nieuw historisch-kritisch onderzoek pas tot andere opvatting heeft geleid.

Poezij en proaza fan Eeltsje Halbertsma. Blomlêzing út syn wurk. Mei ynlieding en oantekeningen fan dr. J.H. Brouwer. - W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1958. 216 blz.

Deze bloemlezing is een welkome aanvulling van de reeks tekstuitgaven uit de tijd van de romantiek in de serie Zwolse drukken en herdrukken. De Friese romanticus Halbertsma, menigmaal geïnspireerd door het Duitse lied, liefst in dialect geschreven; de humorist en realist, de onrustige moeilijk levende mens, hij wordt door inleiding en teksten ten voeten uit getekend.

Dr. F.C. de Rooy, La vie de Saint Hubert dite d'Hubert Le Prevost. - W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1958. LXXXIV, 112 blz.

Dit is een handelsuitgave van een dissertatie, die de beschrijving, uitgave en annotatie bevat van het vijftiende-eeuwse handschrift over het leven van Sint-Hubertus, dat berust in de nationale bibliotheek te Parijs. De uitgever werpt de stelling op, dat Colard Mansion, de eerste drukker te Brugge, de vertaler is en Hubert Le Prevost de opdrachtgever.

 

J.C. Brandt Corstius


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over De zwanen van de Theems

  • over Parysche bruiloft


auteurs

  • Emmy van Lokhorst

  • J.C. Brandt Corstius

  • over Eeltsje H. Halbertsma

  • over F.C. de Rooy