Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 133 (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 133
Afbeelding van De Gids. Jaargang 133Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 133

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 133

(1970)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 303]
[p. 303]

Angolese gedichten

António Jacinto
Monangamba

 
Op die grote plantage valt geen regen
 
het zweet van mijn gezicht bevloeit de akkers;
 
 
 
Op die grote plantage is de koffie gerijpt
 
en deze kerskleurige vruchten
 
zijn druppels van mijn bloed dat sap is geworden.
 
 
 
De koffie zal worden geroosterd,
 
geplet, vermalen,
 
zal zwart worden, zwart van de kleur van de dwangarbeiders.
 
 
 
Zwart van de kleur van de dwangarbeider!
 
 
 
Vraag aan de vogels die zingen
 
aan de beekjes die vrolijk slingeren
 
en aan de krachtige wind uit het oerwoud:
 
 
 
Wie staat vroeg op? wie gaat naar de tonga?
 
Wie draagt over de lange weg
 
het draagnet of de trossen der oliepalm.
 
Wie ploegt en zaait en krijgt stank voor dank
 
beschimmeld meel, rotte vis,
 
gescheurde kleren, slechts vijftig angolares
 
en slaag als hij tegenstribbelt?
 
 
 
Wie?
 
 
 
Wie doet de maïs groeien
 
en de sinaasappelen bloeien?
 
- Wie?
 
 
 
Wie geeft geld aan de baas
 
om machines, auto's, vrouwen te kopen
 
en negerhoofden voor de motoren?
 
 
 
Wie zorgt dat de blanke welvarend wordt,
 
een dikke buik krijgt, geld vergaart?
 
- Wie?
 
 
 
En de vogels die zingen,
 
de beekjes die vrolijk slingeren
 
en de krachtige wind uit het oerwoud
 
zullen antwoorden:
 
- Monangambéée...
 
 
 
Ach! Laat mij tenminste in de palmbomen klimmen
 
Laat mij palmwijn, palmwijn drinken
 
en door mijn dronkenschap beneveld vergeten
 
- Monangambéée...
[pagina 304]
[p. 304]

Mário de Andrade
Lied van Sabalu

 
Onze jongste zoon
 
Ze stuurden hem naar Sao Tomé
 
Hij had geen papieren
 
Aiué!
 
Onze zoon huilde
 
Moeder verloor haar verstand
 
Aiué!
 
Ze stuurden hem naar Sao Tomé
 
Onze zoon is vertrokken
 
Vertrokken in het ruim van hun schip
 
Aiué!
 
Ze stuurden hem naar Sao Tomé
 
Onze zoon denkt steeds
 
aan zijn land, aan zijn huis
 
Ze dwongen hem om te werken
 
en bewaken, bewaken hem
 
- Moeder, hij zal terugkeren
 
Ach, er zullen andere tijden komen
 
Aiué!
 
Ze stuurden hem naar Sao Tomé
 
Onze zoon keerde niet terug
 
De dood voerde hem mee
 
Aiué!
 
Ze stuurden hem naar Sao Tomé

Luandino Vieira
Kerstmis

 
Wit wasgoed in de zon
 
zangvogels in de mulemba
 
zingen van regen
 
 
 
Er is geen leidstar
 
geen cashew-zon die schijnt
 
langs oude wegen
 
komen gekloofde geslagen voeten
 
allen tezamen.
[pagina 305]
[p. 305]
 
...grootvader Bartolomeus, wegkwijnend
 
in zijn wormstekige stoel, is ontwaakt...
 
 
 
...heer Santo
 
die langs het trottoir afdaalt
 
hetzelfde trottoir waarlangs hij tevoren omhoog klom...
 
 
 
...Zito en Domingas
 
in de autobus...
 
 
 
...Mussunda een vriend
 
met de zekere victorie van zijn vreugde...
 
 
 
En ook komen
 
ruikend naar zweet
 
naar bougainville
 
naar kokosnoten
 
 
 
Pedro Monangamba
 
zijn ogen geopend door liefde
 
in zijn hand de scepter
 
de schop van de arbeider
 
 
 
Pascoal
 
(Ué, leef je nog, ouwe Pascoal?!)
 
met zijn rieten bezem
 
en kakiuniform
 
van het gemeentehuis
 
 
 
Van Calumbo
 
de zon van Kuanza
 
in haar cashew-borsten
 
bracht Joana
 
de zoete mango
 
 
 
Ook kwamen
 
ai, ook kwamen
 
met amuletten om hun hals
 
de drie wijzen van het Eiland
 
- trommel, tamboerijn en gitaar!
 
 
 
Wit wasgoed in de zon
 
zangvogels in de mulemba
 
er was geen maanlicht
 
omdat de nacht niet langer
 
een leidstar was
 
uit de schoot van de zwarte moeder
 
werd het kind geboren.
[pagina 306]
[p. 306]

Agostinho Neto

Afscheid voor het vertrek
 
Mijn moeder
 
(alle zwarte moeders wier kinderen vertrokken zijn)
 
je hebt mij geleerd om te hopen
 
zoals je zelf in moeilijke uren bleef hopen
 
 
 
Maar in mij
 
heeft het leven die mystieke hoop gedood
 
 
 
Ik hoop niet
 
ik ben degene op wie men hoopt
 
 
 
Wij zijn de Hoop
 
je kinderen
 
die op weg zijn naar een geloof dat het leven voedt
 
 
 
Wij, de naakte kinderen uit de dorpen in het oerwoud
 
jongens zonder school die 's middags in het zand
 
spelen met een bal van lompen
 
wij zijn de dwangarbeiders
 
wier leven verbrandt op de koffieplantages
 
de onwetende zwarten
 
die eerbied moeten hebben voor de blanken
 
en vrees voor de rijken
 
 
 
Wij zijn je kinderen uit de negerwijken
 
waar het elektrisch licht niet komt
 
de stomdronken mensen
 
overgeleverd aan het ritme van een batuque van de dood
 
je kinderen
 
die honger hebben
 
die dorst hebben
 
die zich schamen om je moeder te noemen
 
die bang zijn de straat over te steken
 
die bang zijn voor de mensen
 
 
 
Wij zijn de hoop
 
die op zoek is naar het leven
[pagina 307]
[p. 307]
Vuur en ritme
 
Geluiden van ketens op de wegen
 
zingen van vogels
 
onder het vochtige groen van de bossen
 
frisheid in de zoete symfonie
 
van de kokospalmen
 
vuur
 
vuur in het gras
 
vuur op het hete golfijzer van Cayatte
 
 
 
Uitgestrekte wegen
 
vol mensen, vol mensen
 
vol mensen
 
een exodus van alle kanten
 
wegen die zich uitstrekken naar gesloten horizonten
 
maar wegen
 
wegen geopend boven
 
de onmacht der armen
 
 
 
Vuren
 
dans
 
tam-tam
 
ritme
 
 
 
Ritme in het licht
 
ritme in de kleur
 
ritme in het geluid
 
ritme in de beweging
 
ritme in de bloedende kloven van blote voeten
 
ritme in de vleesloze nagels
 
maar ritme
 
ritme
 
O smartelijke stemmen van Afrika!
[pagina 308]
[p. 308]

Fernando Costa Andrade
Aanklacht

 
Er zijn op aarde
 
50 000 doden die niemand beweend heeft
 
 
 
zonder graf
 
op aarde
 
50 000 doden
 
die niemand beweend heeft
 
Duizend Guernica's en het woord van de penselen van
 
Orozco en Siqueiros
 
een stilte zo groot als de zee
 
uitgestrekt over de aarde
 
Alsof er regens van bloed vielen
 
alsof de ruwe haren metershoge grashalmen
 
waren
 
alsof de monden
 
op het moment dat de 50 000 stierven
 
alle levenden op aarde veroordeelden
 
 
 
Er zijn op aarde
 
50 000 doden die niemand beweend heeft
 
 
 
niemand...
 
 
 
De moeders van Angola
 
zijn gevallen met hun kinderen

Verklaring van vreemde woorden en namen

Aiué - uitroep van smart
Angolares - Angolese munt
Cayatte - een Afrikaanse wijk van Luanda
Mango - tropische vrucht
Monangamba - Kimbundu woord voor slavenzoon
Mulemba - Angolese boom met luchtwortels
Orozco - Mexicaans schilder
Siqueiros - Mexicaans schilder


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • António Jacinto

  • Mário de Andrade

  • Luandino Vieira

  • Agostinho Neto

  • Fernando Costa Andrade


vertalers

  • Bertus Dijk