Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 151 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 151
Afbeelding van De Gids. Jaargang 151Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 151

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 151

(1988)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 279]
[p. 279]

Leendert Witvliet
Drie gedichten

Londen 1984

 
Avond in de stad in het donker
 
verloren de weg, gevonden
 
niets dan wat we wisten, steeds
 
weer gedacht aan een foto van Steichen
 
uit 1932 met de moedeloos optrekkende
 
vrouwen in de nacht, vrouwen met
 
verlies op de gezichten, nooit meer
 
anders dan het zoeken en dat weten,
 
ze dragen tassen bij mantels met bont
 
hoeden en soms een alpientje,
 
de mode van de jaren ervoor,
 
ze dragen bitterheid om de mond,
 
en frivole witte sjaals liggen om hun halzen,
 
gelaten hebben ze elkaar gevonden, een ondergang.
 
 
 
Avond in een straat, een vrouw ligt
 
op het trottoir,
 
een gedienstig winkelier staat erbij
 
als ze op haar zij ligt met
 
zichzelf verloren,
 
met de hoop dat de ambulance
 
zal komen, een bed voor 1 nacht,
 
op haar zij
 
rolt ze
 
met één hand een sigaret,
 
geen politie, zegt ze,
 
en stapt op en loopt op 3 juli 1984
 
blind door een rood stoplicht.
[pagina 280]
[p. 280]
 
De stelende vrouwen in de parken
 
van Londen,
 
en de slingerende gang in de nacht
 
bij de zalen,
 
allen trekken ze door Londen
 
een ondergang
 
als toen,
 
ze zwenken over de straten, altijd zoek
 
altijd verlaten onder de donkere luchten
 
van altijd en overal.
[pagina 281]
[p. 281]

Zomer 1987, Troyes

 
Een armenbakje aan een gouden hek
 
in Troyes,
 
stad sterk in woordspelingen
 
een stad met huizen die elkaar
 
aanraken
 
als een kus boven de straat.
 
 
 
Onder de cathedralen hangen
 
zwervers, vlakbij het armemannenhuis,
 
en in het fraaie plantsoen, alles symmetrisch,
 
liggen ze op banken gerold - als de flessen,
 
een vrouw neemt afscheid
 
van een man, tabee, de één smekend,
 
de ander hoofs, een fles voor vandaag,
 
hij heeft honger, zegt hij,
 
een holbewoner geworden, op hol
 
als een langzaam verdwaald paard.
 
 
 
In Troyes bedelen ze, gehuld
 
in de klassieke, dikke, donkere kleding
 
waarop ze slapen, waarin hun vijand is
 
binnengesmokkeld,
 
ze doen niet meer mee,
 
vandaag niet, morgen niet.
 
 
 
In de stad met drie paarden,
 
één in galop,
 
een ander op de loop,
 
en de derde zonder jockey,
 
liggen de zwervers achter hun maskers,
 
of slingeren langs de kade, armenbusje,
 
armenbusje aan het gouden hek, gezien?,
 
 
 
de tol van het draaien moe,
 
in zwart zand schreef één tabee
 
een ander barstte uit in gelach,
 
niets past in een groots verband hier
 
en nu niet, tabee, hier en nu delen
 
een paar een brood en een fles.
[pagina 282]
[p. 282]

Een veer, Kleinensiel-Dedesdorf

 
Een ronkende vrachtauto vooraan wacht,
 
de chauffeur denkt aan een kwartier varen,
 
er is nog geen boot te zien.
 
 
 
De kaarten gekocht op het veer,
 
gevaren in de mist, de natte mist
 
over het water geen overkant geen deze kant,
 
 
 
in de grijze mist wat stilstaande auto's,
 
een hokje waar damp van etenswaar uitslaat,
 
in de golven van de rivier moet de voort-
 
gang te zien zijn, de vaart van de boot,
 
 
 
we gaan ergens heen, en alles
 
is in deze mist hetzelfde,
 
zing het lied van de kapitein op de brug.
 
 
 
De rivier stroomt onder de boot,
 
een paar chauffeurs roken en overleggen,
 
er is geen bemanning, de kettingen los.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Leendert Witvliet


landen

  • Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)

  • Frankrijk

  • Duitsland


datums

  • 3 juli 1984

  • 1987