Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 159 (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 159
Afbeelding van De Gids. Jaargang 159Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 159

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 159

(1996)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 737]
[p. 737]

Leo Vroman
Vier psalmen

Psalm

 
Groei voort in Uw veelaardigheid, Systeem,
 
groei voort, steeds onbekendere Wildernis
 
uit bergtochten die ik niet meer onderneem
 
waar ik in droom dat wat er was, nog is.
 
 
 
Als mijn lichaam door mijn hoofd zal zijn vervangen,
 
en dan door daarvan de herinnering
 
en hoe de aarde geurde van verlangen
 
en van het ongebeurde dat verging
 
zal ik door lagen lichtgetinte wazen
 
bewogen door bewegenden bewegen,
 
mij over Uw vermaande zon, verdwenen regen
 
verbazen in het vervagen van verbazen
 
dat ik nog wouden, weide van U denken kan,
 
hoe ik het poezels van Uw pluimgras voelde
 
en meende dat ik wist wat U bedoelde.
 
Daarom nog eventjes. En dan:
 
 
 
geniet als ik van mijn afwezigheid
 
en ril met mij van heimwee naar die tijd.
[pagina 738]
[p. 738]

Een psalm voor gewonden

 
Systeem! Waart gij een mens geweest
 
Wiens Hoofd niet veel bevat
 
van doodslag die hij dagelijks leest
 
en was U niet meer dan de meest
 
de meest, hoe zeg ik dat,
 
 
 
Systeem, was jij een mens geweest,
 
thuis in een bebloede straat
 
dan wist Gij, in je hart bevreesd,
 
dat het U niet om plant en beest
 
maar om Uw kinderen gaat.
 
 
 
Bezoek als mens dit allemaal:
 
dat arsenaal, die generaal,
 
en dan dit kinderhospitaal.
 
 
 
Loop naar een jongetje en vraag:
 
‘Ventje, waar zijn je benen?’
 
‘Ja die zijn min of meer verdwenen.
 
Daarom wil ik niet graag
 
dat iemand mij zo ziet.
 
 
 
Ik had een zuster indertijd.
 
Die is haar hele lichaam kwijt
 
en beter kan het niet.’
 
 
 
Gij met zijn beentjes op Uw bord:
 
ons ongeneselijk tekort
 
weet ik, heet mensenhaat.
 
Als daar iets van genezen wordt
 
wees dan een mens en praat,
 
zeg mij hoe deze wereldsport
 
en hoe het grootse resultaat,
 
die uitslag eeuwig opgeschort,
 
kapotte kinderen baat.
[pagina 739]
[p. 739]

Een psalm voor de volgende nacht

 
Systeem, de weelde van Uw nacht
 
zo zwaar als pas gebruikt fluweel
 
dat ik beschamend met U deel
 
schijnt mij nu toe alsof Gij wacht.
 
 
 
Want was ik nachtelijker gekleurd
 
vanuit een duistere moederschoot
 
zal ik U dan niet vóór de dood
 
die donker binnen mij gebeurt?
 
 
 
Herbruin mij als Uw zwarte slaaf
 
stijf van herinneringen
 
een die geen slaag of dom gedraaf
 
geen vloek meer door laat dringen.
 
 
 
Dan lig ik klaar met stramme handen
 
stervend alsof ik echt besta
 
en zwart, zwart op wat oogwit na
 
en jong gebroken tanden.
 
 
 
Of was het dat steenhard licht misschien
 
waarheen ik schreeuwend werd geboren,
 
waardoor ik U niet meer kon horen
 
en Uw gestalte niet meer zien?
 
 
 
Keer ik straks terug voorbij dat punt
 
en schuw opnieuw het groots gebrek
 
dat mij dit leven heeft gegund
 
zoen dat, met lippen als Gij kunt,
 
of als een warme zonneplek
 
haar donkere handen op mijn wit
 
weg vel zo lief als die
 
zowel als dit.
[pagina 740]
[p. 740]

Een psalm voor ons landschap

 
Systeem, er is in mij geen gen
 
dat Ik is maar dat ik niet ben,
 
en geen waarin ik mij herken.
 
 
 
De banden van waterstof atomen
 
waar mijn bewerken uit moet komen
 
voel ik niet werken in mijn dromen.
 
 
 
Hoe kan ik in mijn waakse nachten
 
dan ooit een plaatsbare gedachte
 
laat staan een stem van U verwachten?
 
 
 
Met al Uw geur, licht en geluid
 
begrijpt geen mens wat Gij beduidt,
 
Gij die Zich zo Onmenselijk uit.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken