Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 161 (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 161
Afbeelding van De Gids. Jaargang 161Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 161

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 161

(1998)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 450]
[p. 450]

Medewerkers aan dit nummer

w.h. auden (1907-1973) was dichter, toneelschrijver, criticus en vertaler. De voor dit nummer vertaalde beschouwing, ‘Reading’, werd opgenomen in The Dyer's Hand and other Essays (1963) en is evenals zijn Collected Poems en veel van zijn andere werk verkrijgbaar als uitgave van Faber and Faber, Londen.

 

j. bernlef (1937) debuteerde in 1960 met de dichtbundel Kokkels en publiceerde sindsdien een groot aantal romans, verhalen en gedichten. Recente publicaties zijn: Cellojaren (1995) en Verloren zoon (1997). Onlangs verscheen zijn essaybundel De losse pols. In 1994 ontving hij de P.C. Hooftprijs voor zijn poëzie.

 

huub beurskens (1950) is redacteur van De Gids. Recente boekpublicaties zijn Suikerpruimen gevolgd door Het lam (twee romans) en Bange natuur en alle andere gedichten tot 1998.

 

johannes bobrowski (1917-1965) kreeg bekendheid met zijn gedichtenbundel Sarmatische Zeit en de roman Levins Mühle.

 

kees bokweide (1956) is tandarts en een kritisch lezer van nieuwe Nederlandstalige literatuur. Van deze laatste gedrevenheid zal hij regelmatig verslag doen in De Gids.

 

arno breekveld (1966) is dichter en publiceerde De hortus (1992) en Zeppelin (1994). Hij werkt in ruste aan zijn overgangsbundel Nagelaten gedichten.

 

frans budé (1945) schreef zeven dichtbundels, met als meest recente Maaltijd (1994) en In Remersdaal (1997).

 

joannes six van chandelier - zie de introductie door Martin Reints.

 

arjen duinker (1956) publiceerde meest recentelijk de dichtbundels Het uur van de droom en Zaap zaap kwaririp. Dit jaar verschijnt de bundel Ook al is het niet zo. Zie ook Internet (http://www.world-poem.com) voor een groot vertaalproject rond Duinkers gedicht ‘De steen bloeit’.

 

maarten elzinga (1957) is vertaler uit het Duits, Frans en Engels. Hij vertaalde werk van onder anderen Stefan George, Victor Segalen en Scott Bradfield. Zijn laatste publicatie is een keuze uit het werk van Les Murray.

 

ernst jandl werd in 1925 in Wenen geboren, waar hij nog steeds woont. Hij was vele jaren werkzaam als leraar Duits en Engels aan een gymnasium. De eerste vijf hier in vertaling gepubliceerde gedichten zijn afkomstig uit lechts und rinks. gedichte statements peppermints, Luchterhand, München 1995; deze bundel bevat gedichten uit Jandls Gesammelte Werke. De laatste vijf gedichten komen uit peter und die kuh, München 1996.

 

c.o. jellema (1936) publiceerde twee dichtbundels Gedichten, oden, sonetten (1992) en Spolia (1996) en essays over Hölderlin, Rilke en Trakl in onder andere De Revisor en Nexus.

 

rutger kopland (R.H. van den Hoofdakker, 1934) is emeritus hoogleraar biologische psychiatrie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij schreef vanaf 1966 elf dichtbundels, waarvan de laatste, Tot het ons loslaat, van vorig jaar dateert. In 1995 verscheen de essaybundel Het mechaniek van de ontroering. In 1988 ontving hij de P.C. Hooftprijs voor zijn poëtisch oeuvre.

 

marc kregting (1965) speelt piano en geeft les. Hij schreef onder meer de dichtbundel De gezel en hij publiceert regelmatig essays over poëzie in De Gids.

 

wiel kusters (1947) is dichter, essayist en hoogleraar in de algemene en Nederlandse letterkunde te Maastricht. Hij schreef dichtbundels voor volwassenen (met als meest recente Velerhande gedichten, 1997) en kinderen, cahiers met poëtische notities, vier essaybundels en een proefschrift (over Gerrit Kouwenaar). Binnenkort verschijnt de verzamelbundel Zegelboom.

 

jules laforgue - zie de introductie door Marc Kregting.

 

gregor laschen (1941) schreef onder meer de prozabundel Hochzeitsnächte en de dichtbundels Die andere Geschichte der Wolken en Jammerbugt-Notate (bekroond met de Peter Huchel-prijs). Hij is werkzaam als docent moderne Duitse literatuur aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Hij vertaalde werk van diverse Europese dichters in het Duits.

 

ed leeflang (1929) studeerde Nederlands en gaf twaalf jaar les aan een lyceum in Zierikzee, daarna aan de Montessori-afdeling van de gemeentelijke pedagogische acade-

[pagina 451]
[p. 451]

mie in Amsterdam. Hij debuteerde in 1979 met De hazen en andere gedichten en bleef daarna bundels publiceren. Als achtste verscheen in 1996 Liereman.

 

ria loohuizen vertaalt Nederlandse poëzie in het Engels en heeft ook vele vertalingen uit het Engels op haar naam staan, o.a. een selectie uit de brieven van de Brontëfamilie en Abessijnse kronieken van Moses Isegawa.

 

matsuo bashō werd in 1644 in de buurt van Kyoto geboren. Hij is vermaard om zijn haiku's en zijn poëtische reisdagboeken. In Nederlandse vertaling is werk van hem te vinden in onder meer De smalle weg naar het Hoge Noorden (uitgeverij Karnak, Amsterdam 1979) en J. van Tooren, Japans gedicht (Meulenhoff, Amsterdam 1985). Bashō werd vijftig jaar oud.

 

piet meeuse (1947) publiceerde de essaybundels De slang die in zijn staart bijt (1987), De jacht op Proteus (1992) en Doorkijkjes (1995). Hij vertaalde werk van onder anderen Paul Valéry, Francis Ponge en Hermann Broch.

 

mukai kyorai, Japans dichter (1651-1704), was een leerling van Bashō. Kyorai publiceerde onder meer gesprekken met zijn meester over de dichtkunst.

 

nakamura fumikuni is een Japans dichter uit de zeventiende eeuw.

 

nozawa bonchō, Japans dichter, stierf in 1714. Hij was als arts werkzaam in Kyoto. Samen met Kyorai, die door hem bij Bashō werd geïntroduceerd, gaf hij de renku-verzameling Sarumino uit.

 

gerard rasch (1946) vertaalt uit het Pools en het Deens. Recentelijk verschenen zijn vertalingen van het Verzameld werk van Bruno Schulz en de veelgeprezen dichtbundel Uitzicht met zandkorrel van Wisława Szymborska. Voor zijn vertaalwerk ontving hij in 1997 de Martinus Nijhoffprijs.

 

martin reints (1950) publiceerde twee dichtbundels, Waar ze komt daar is ze (1981) en Lichaam en ziel (1992). Voor de laatste ontving hij de Herman Gorterprijs. Onlangs verscheen de bundel beschouwingen Nacht- en dagwerk.

 

charles reznikoff - zie de introductie door Arjen Duinker.

 

theodore roethke - zie de introductie door Ed Leeflang.

 

lars sjögren - zie de introductie door J. Bernlef.

 

monica soeting is hoofdredacteur van het tijdschrift surplus. Zij studeerde filosofie in Tübingen en Amsterdam, en werkt aan een proefschrift over de Franse filosoof Maurice Merleau-Ponty.

 

wisława szymborska (1923) ontving in 1997 de Nobelprijs voor Literatuur. In Nederland verscheen een keuze uit haar gedichten, vertaald uit het Pools en van een nawoord voorzien door Gerard Rasch, onder de titel Uitzicht met zandkorrel (Meulenhoff, Amsterdam 1997). De voor dit nummer vertaalde gedichten zijn afkomstig uit Szymborska's tweede bundel, Zout, uit 1962.

 

noriko de vroomen-kondo vertaalde poézie uit het Japans, onder andere De zomermaan (kettingverzen, 1984) en Onder de slapeloze planeten, gedichten van Makoto Ooka (1986). Zij voltooide onlangs de vertaling in het Japans van Rudy Kousbroeks Het Oostindisch kampsyndroom.

 

adolf wölfli (1864-1930) verbleef een groot deel van zijn leven in de inrichting Waldau in de buurt van Bern. Zijn overvolle werken, waarin hij beeld en schrift combineerde, trokken sterk de aandacht van kunstenaars en andere geïnteresseerden in zogeheten Art Brut.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken