Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gids. Jaargang 173 (2010)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gids. Jaargang 173
Afbeelding van De Gids. Jaargang 173Toon afbeelding van titelpagina van De Gids. Jaargang 173

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (12.98 MB)

Scans (12.15 MB)

ebook (13.79 MB)

XML (2.12 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gids. Jaargang 173

(2010)– [tijdschrift] Gids, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 131]
[p. 131]

Medewerkers aan dit nummer

robert anker (1946) is dichter en schrijver. In 2008 verscheen Nieuwe veters - verzamelde gedichten 1979-2006, en onlangs de gedichtenbundel gemraad slasser d.d.t. Vorig jaar publiceerde hij de verhalenbundel Fortuyn en liefde.

 

h.h. ter balkt (1938) publiceert poëzie, essays, toneel en proza. Zijn grote oeuvre werd meermalen bekroond met de belangrijkste literaire prijzen van Nederland, onder meer de Herman Gorterprijs, de Jan Campertprijs, de Constantijn Huygensprijs en de P.C. Hooftprijs. Zijn meest recente poeziebundel Vuur verscheen in het voorjaar van 2008.

 

benno barnard (1954) is dichter, essayist, toneelschrijver en vertaler. Hij ontving verschillende belangrijke literaire prijzen, is regelmatig te gast op internationale poëziefestivals en hield in 2002 de Huizingalezing. Boeken van zijn hand zijn vertaald in het Tsjechisch, Hongaars, Servokroatisch en Turks; Le Castor astral publiceert zijn werk in het Frans. Recente titels: Het tongbotje; Gedichten 1981-2005 (2006), Dichters van het avondland (2006, bloemlezing), Een vage buitenlander (2009).

 

maria barnas (1973) is beeldend kunstenaar, schrijver, dichter, columnist voor NRC Handelsblad en redacteur van De Gids. Zij publiceerde de romans Engelen van ijs (1997) en De baadster (2000). Voor haar poëziedebuut Twee zonnen (2003) ontving zij de C. Buddingh'-prijs. In 2007 verscheen de bundel Er staat een stad op.

 

mark boog (1970) publiceerde verschillende dichtbundels en romans. De encyclopedie van de grote woorden (2005) werd bekroond met de vsb Poëzieprijs. In 2008 schreef hij de gedichtendagbundel Alle dagen zijn van liefde, in 2009 verscheen de roman Ik begrijp de moordenaar en begin 2010 de dichtbundel Er moet sprake zijn van een misverstand.

 

pieter boskma (1956) debuteerde in 1987 met de dichtbundel Quest. Naast vele dichtbundels, waarvan Het violette uur (2008) de meest recente is, publiceerde hij de novelle Een foto van God (1993), het omvangrijke ‘roman-gedicht’ De aardse komedie (2002), en de verhalenbundel Westerlingen (2006). Zijn werk is vertaald in het Fries, Engels, Frans, Duits, Italiaans en Chinees. In 2006 verscheen Altijd weer dit leven, een keuze uit zijn gedichten.

 

anneke brassinga (1948) is dichter, schrijver, en vertaler van onder anderen Broch, Nabokov, Plath, Verne en Wilde. Haar poëzie werd veelvuldig bekroond, en in 2008 kreeg Brassinga voor haar complete oeuvre de Constantijn Huygensprijs toegekend. In dat jaar verscheen ook de essaybundel Bloeiend puin. Haar meest recente dichtbundel is IJsgang (2006).

 

remco campert (1929) is dichter, schrijver en columnist. Zijn poëzie werd bekroond met de P.C. Hooftprijs. Recente titels zijn Nieuwe herinneringen (2007, poëzie) en Dagboek van een poes (2008).

 

bart chabot (1954) is dichter, schrijver en podiumartiest. In 1981 debuteerde hij met de dichtbundel Popcorn. In 1989 maakte hij met Remco Campert en Jan Mulder zijn eerste theatervoorstelling, daarna volgden verschillende tournees. Chabot beleefde zijn literaire doorbraak met zijn vierdelige biografie over Herman Brood. In 2007 ontving hij de Johnny van Doornprijs voor de gesproken letteren. Zie ook www.bartchabot.nl.

 

emma crebolder (1942) is dichter en Afrikaniste. Zij publiceerde diverse poëziebundels, zoals Zwerftaal (1995), Dansen met een vos (1998) en Toegift (2006). In maart 2010 verschijnt Vergeten.

 

maria van daalen (1950) is dichter. Zij publiceerde inmiddels zeven poëziebundels, waarvan De wet van behoud van energie (2007) de laatstverschenen is. Momenteel werkt Van Daalen aan het nias aan een serie gedichten met het periodiek systeem als onderwerp. Tevens bereidt zij een essay voor over de Caribische religie vodou. Van Daalen was adviseur van het Tropenmuseum en het Afrika Museum voor tentoonstellingen met vodoukunst en is de enige in Nederland die op Haïti officieel is gewijd tot mambo asogwe (vodoupriesteres). Zij is sinds 2006 als docent Poëzie verbonden aan de Schrijversvakschool Amsterdam. Zie ook www.mariavandaalen.nl.

[pagina 132]
[p. 132]

t. van deel (1945) was sinds 1971 docent Moderne Nederlandse Letterkunde aan de UvA en, eerder nog, sinds 1969, literair criticus van dagblad Trouw. Hij is nu dichter en zijn meest recente bundel is Boven de koude steen (2007).

 

jozef deleu (1937) is dichter en prozaïst. Hij richtte de tijdschriften Ons Erfdeel en Septentrion op en was er tot in 2002 hoofdredacteur van. Hij is samensteller van Groot Verzenboek en hoofdredacteur van Het Liegend Konijn, tijdschrift voor hedendaagse Nederlandstalige poëzie.

 

maarten doorman (1957) is schrijver en filosoof. Zijn meest recente boeken zijn De romantische orde (filosofie, 2004), Blindegangster (poëzie, 2005) en Paralipomena. Opstellen over kunst, filosofie en literatuur (2007). Onlangs verscheen Denkers in de grond. Een homerun langs 20 graven.

 

anna enquist (1945) is schrijver, dichter, pianist, psychoanalytica en voorzitter van de Vereniging Vrienden van het Letterkundig Museum. Zij debuteerde met de dichtbundel Soldatenliederen (1991) en verwierf grote bekendheid met romans als Het meesterstuk (1994), Het geheim (1997), De thuiskomst (2005) en Contrapunt (2008). In 2005 verscheen Alle gedichten.

 

sjoerd van faassen (1949) is hoofd Collecties bij het Letterkundig Museum. Hij is redacteur van het literair-historische tijdschrift Zacht Lawijd en publiceert voornamelijk over de cultuurgeschiedenis van het interbellum. Onlangs verscheen een bijdrage van zijn hand over ex-De Gids-redacteur Ed. Hoornik in de bundel Kritiek in crisistijd. Literaire kritiek in Nederland en Vlaanderen tijdens de jaren dertig.

 

ad fransen (1955) is neerlandicus, publicist en schrijver. Hij schreef onder meer monografieën over Gerard Reve (Hoe Reve zijn verjaardag vierde, 2006) en Willem Frederik Hermans (Een Hollander in Parijs, 2005). Daarnaast publiceerde hij Coke (2005), een autobiografische roman. Dit jaar verschijnt zijn nieuwe roman Al die beloftes.

 

eva gerlach (1948) debuteerde in 1979 met de dichtbundel Verder geen leed, waarop talrijke bundels volgden. Zij verwierf verschillende literaire prijzen waaronder de P.C. Hooftprijs. Dit jaar verschijnt Het gedicht gebeurt nu. Gedichten 1979-2009.

 

luuk gruwez (1953) brak in 1985 hij door met de dichtbundel De feestelijke verliezer, daaropvolgende bundels werden meermalen bekroond. In 2008 verscheen zijn recentste poëziebundel, Lagerwal. Gruwez publiceert ook min of meer autobiografisch proza: Het bal van opa Bing (1994) en Het land van de wangen (Privé-domein, 1998).

 

micha hamel (1970) is componist, dirigent en dichter. Hij componeerde orkestwerken, liederen, kamermuziek en elektronische muziek voor de concertzaal en incidenteel ook muziek voor dans en theater. Hij publiceerde tot op heden twee dichtbundels: Alle enen opgeteld (2004) en Luchtwortels (2006); begin 2010 verschijnt Nu je het vraagt. Zijn tragische operette Snow White (2008) baarde landelijk veel opzien. Momenteel werkt hij aan een liederencyclus op teksten van Paul Eluard.

 

jacques hamelink (1939) debuteerde in 1964 met de verhalenbundel Het plantaardig bewind. Datzelfde jaar verscheen ook zijn eerste dichtbundel, De eeuwige dag. Sindsdien publiceerde hij vrijwel jaarlijks een bundel poëzie, proza of essays. Zijn werk werd veelvuldig bekroond, met onder andere de Herman Gorterprijs, de Busken Huetprijs en de Constantijn Huygensprijs.

 

elma van haren (1954) woont en werkt in Amsterdam als dichter en beeldend kunstenaar. Ze heeft zeven bundels voor volwassenen gepubliceerd en twee voor kinderen.

 

erik jan harmens (1970) is dichter en schrijver. Hij besprak poëzie voor Trouw, De Groene Amsterdammer, Awater en Het Parool, hij interviewde dichters voor het vpro -programma De Avonden en werkt nu aan een film, een roman en een cd met Nederlandstalige liedjes. Recente titels: Kleine doorschijnende man (2007, roman) en Gospels en psalmen (2009, poëzie).

 

kees 't hart (1944) is schrijver, dichter en criticus. Tussen 1994 en 1999 was hij redacteur van De Revisor. In 2008 verschenen de dichtbundel Ik weet nu alles weer en de roman De keizer en de astroloog.

 

judith herzberg (1934) debuteerde in 1961 met poëzie in Vrij Nederland. In 1963 verscheen haar eerste bundel, Zeepost. Hierna volgden onder meer Beemdgras (1968), Zoals (1992) en Het vrolijkt (2008). Vanaf het begin van de jaren zeventig schreef Herzberg ook toneel- en tv-stukken, filmscripts en teksten voor musicals. Zij werd bekroond met onder andere de Jan Campertprijs, de Constantijn Huygensprijs en de P.C. Hooftprijs.

 

ingmar heytze (1970) publiceerde tot nu toe acht dichtbundels, drie dagboeken, een bundel miniaturen en Het beste en de rest, een keuze uit eigen werk. Hij trad op tijdens verschillende literaire festivals. Naast autonoom werk schrijft Heytze wekelijks een gedicht voor AD Utrechts Nieuwsblad en een sportcolumn voor de Volkskrant. In 2008 ontving hij de Utrechtse C.C.S. Croneprijs; in 2009 werd hij officieel geïnstalleerd als eerste Stadsdichter van Utrecht en verscheen ook zijn bundel Utrecht voor beginners. De Domstad in 127 gedichten.

 

wim hofman (1941) is schrijver en beeldend kunstenaar. Hij is vooral bekend als auteur en illustrator van kinderboeken, onder andere het autobiografische Het vlot (1988) en het meermalen bekroonde Zwart als inkt (1997). Voor zijn oeuvre ontving hij de Theo Thijssenprijs. Hofman schrijft ook gedichten; zijn meest recente bundel is Op zekere dag

[pagina 133]
[p. 133]

ziet u plotsklaps de ware liefde (2009). In 2006 verscheen een boek over zijn beeldend werk: Wim zonder titel door Ernst Jan Rozendaal en Jan van Damme.

 

tjitske jansen (1971) schrijft poëzie en theaterteksten. Haar debuut Het moest maar eens gaan sneeuwen trok grote aandacht, en haar meest recente bundel, Koerikoeloem (2007), werd bekroond met de Anna Bijnsprijs 2009.

 

roland jooris (1936) is dichter en essayist en was tot 2005 conservator van het Roger Raveel Museum te Machelen-aan-de-Leie. In 1992 bundelde hij zijn verspreid verschenen opstellen over beeldende kunst onder de titel Geschilderd of geschreven. In 1997 kreeg hij de Jan Campertprijs voor zijn verzamelbundel Gedichten 1958-'78. Voor zijn bundel Gekras (2001) kreeg hij de driejaarlijkse Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Poëzie. Zijn bundel Als het dichtklapt (2005) werd genomineerd voor de vsb Poëzieprijs.

 

hester knibbe (1946) is dichter. Zij debuteerde in 1982 met Tussen gebaren en woorden. Nadien verschenen nog diverse andere bundels, waarvan Zwerfmotief (2006) en Bedrieglijke dagen (2008) de laatste twee zijn. Haar werk is bekroond met de Herman Gorterprijs, de Anna Blamanprijs en de Adriaan Roland Holstprijs.

 

frank koenegracht (1945) debuteerde in 1971 met de bundel Een gekke tweepersoonswesp. Daarop volgde nog een bescheiden aantal bundels en in 2003 de verzamelbundel Vroege sneeuw, die werk omvat uit meer dan dertig jaar. Tweemaal werd Koenegrachts oeuvre als geheel bekroond: met de Anna Blaman Prijs en met de Frans Erensprijs.

 

gerrit komrij (1944) is een gelauwerd dichter, schrijver, vertaler, bloemlezer, criticus, polemist en toneelschrijver. Hij was van 2000 tot 2004 de Dichter des Vaderlands. Zijn meest recente titels zijn Vila Pouca: kroniek van een dorp (2008) en Dansen op spijkers (2009, gedichten op muziek).

 

rutger kopland (1934) is dichter, schrijver en psychiater. Vertalingen van zijn werk verschenen in het Frans, Duits en Engels, en zijn oeuvre werd bekroond met verschillende grote prijzen waaronder de P.C. Hooftprijs en de vsb Poëzieprijs. In 2006 verschenen zijn Verzamelde gedichten, in 2008 zijn veertiende dichtbundel, Toen ik dit zag.

 

anton korteweg (1944) is dichter en neerlandicus, en was van 1979 tot 2009 hoofdconservator en later directeur van het Letterkundig Museum in Den Haag. Hij debuteerde als dichter in Tirade, in 1968, en publiceerde sindsdien vijftien dichtbundels, waarvan Ouderen zijn het gelukkigst (2009) de laatstverschenen is.

 

gerrit krol (1934), schrijver en dichter, studeerde wiskunde en debuteerde in 1961 met gedichten in literaire tijdschriften. Hij heeft inmiddels een groot aantal werken op zijn naam staan; naast verhalen en gedichten schreef hij ook recensies in NRC Handelsblad, columns in de Volkskrant en verzorgde hij vertalingen en bloemlezingen. Krol werd onder andere onderscheiden met de Constantijn Huygensprijs en de P.C. Hooftprijs. Zijn meest recente titels zijn: Duivelskermis (roman, 2007), De industrie geneest alle leed (verzamelde gedichten, 2009) en Verplaatste personen (verhalen, schilderijen Otto Krol).

 

wiel kusters (1947) was van 1983 tot 1994 redacteur van De Gids. Meest recente publicaties: Zielverstand (gedichten, 2007); Koolhaas' dieren. Over de biologie van een schrijver (2008); W.H. Auden: Nee, Plato, nee (vertalingen, samen met Benno Barnard en Huub Beurskens, 2009). Mei 2010 verschijnt Pierre Kemp. Een leven.

 

jan kuijper (1947) heeft zes bundels sonnetten geschreven; de laatste heet Toe-eigeningen. Zijn werk is bekroond met de Herman Gorterprijs en de Jan Campertprijs.

 

astrid lampe (1955) debuteerde in 1997 met Rib. Zij publiceerde vijf bundels. De sok weer aan (2000) en De memen van Lara (2002) werden beide genomineerd voor de vsb Poëzieprijs. Voor Spuit je ralkleur (2005) ontving ze de Ida Gerhardt Poëzieprijs en de Schrijversprijs der Brabantse Letteren. In 2008 verscheen Park Slope /K'nex studies.

 

joke van leeuwen (1952) is dichter, beeldend kunstenaar, podiumartiest en schrijver van kinderboeken. Haar werk is veelvuldig bekroond, onder meer met verschillende Zilveren en Gouden Griffels en de Theo Thijssenprijs. In 2008 en 2009 was zij stadsdichter van Antwerpen. Haar meest recente publicaties zijn Fladderen voor de vloed (2007, verzamelde gedichten), Een halve hond heel denken. Een boek over kijken (2008) en Alles nieuw (2008, een roman met beelden erin).

 

gwy mandelinck (1937) was gedurende achtentwintig jaar artistiek leider van de Poëziezomer in Watou, die hij in 1980 oprichtte. Hij publiceerde zes bundels, waarvan de meest recente Overval (1997) en Schemerzones (2009) zijn. Voor zijn werk ontving hij onder andere de Prijs van de Vlaamse Provincies en de Maurice Gilliamsprijs.

 

erik menkveld (1959) is dichter, prozaschrijver en redacteur. Recente publicaties: Prime Time (gedichten, 2005) en Met de meeste hoogachting (essays, 2006). Momenteel werkt hij aan de afronding van een roman over de vriendschap tussen de componisten Matthijs Vermeulen en Alphons Diepenbrock.

 

maaike meijer (1949) is neerlandica en literatuurwetenschapper. Zij publiceerde veel op het gebied van poëzietheorie, poëzie-interpretatie, genderstudies, ‘cultural studies’ en de relatie tussen cultuur en migratie. Meijer is hoogleraar genderstudies aan de Faculteit Cultuur- en Maatschappijwetenschappen van de Universiteit Maastricht. Eind 2010 verschijnt haar biografie van M. Vasalis.

[pagina 134]
[p. 134]

charlotte mutsaers is schrijver en tekenaar. Zij schreef tot nu toe twaalf boeken, waarvan de roman Koetsier Herfst (2008) het meest recente is. Haar literaire werk werd achtereenvolgens bekroond met de Jan Greshoffprijs, de Busken Huetprijs, de Constantijn Huygensprijs en de P.C. Hooftprijs. Voorjaar 2010 zal de overzichtstentoonstelling Aangespoeld met pen en penseel worden geopend in het vernieuwde Letterkundig Museum in Den Haag. Bij de tentoonstelling verschijnt het Schrijversprentenboek Paraat met pen en penseel. Zie ook www.charlottemutsaers.nl.

 

willem otterspeer (1950) is hoogleraar geschiedenis aan de universiteit van Leiden, redacteur van De Gids en biograaf van W.F. Hermans. In 2010 verschijnt Hermans in hout. De Canadese avonturen van Willem Frederik Hermans.

 

neeltje maria min (1944) debuteerde op achttienjarige leeftijd met gedichten in het Algemeen Handelsblad. Haar werk werd vervolgens in De Gids en Maatstaf geplaatst, en in 1966 verscheen haar debuutbundel Voor wie ik liefheb wil ik heten. Het werd een van de succesvolste Nederlandse dichtbundels uit de twintigste eeuw, waarvan anno 2003 tachtigduizend exemplaren verkocht waren, in eenentwintig drukken. In 2008 verscheen de drieëntwintigste druk. Daarna verschenen van Mins hand nog Een vrouw bezoeken (1985) en Kindsbeen (1995).

 

leonard nolens (1947) is schrijver van gedichten en dagboeken. Hij debuteerde in 1969 met de bundel Orpheushanden, heeft in de jaren daarop een indrukwekkend oeuvre opgebouwd en werd onder meer bekroond met de Constantijn Huygensprijs en de vsb Poëzieprijs. Recent werk: Woestijnkunde (2008, poëzie) en Dagboek van een dichter 1979-2007 (2009, verzamelde dagboeken).

 

cees nooteboom (1933) debuteerde in 1955 met de roman Philip en de anderen. Een jaar later verscheen zijn poeziedebuut De doden zoeken een huis en begon hij ook met reisjournalistiek. Hij werkte voor Het Parool, Elsevier, de Volkskrant en Avenue. Met Rituelen (1980) brak hij door bij het grote publiek. Zijn boeken werden in meer dan dertig talen vertaald. Voor zijn gehele oeuvre ontving hij de Constantijn Huygensprijs, de P.C. Hooftprijs en de Prijs der Nederlandse Letteren. Recent verschenen van zijn hand de roman Paradijs verloren (2005) en Verleden als eigenschap (kronieken, 2008), in 2010 verschijnt Scheepsjournaal. Een boek van verre reizen. Zie ook www.ceesnooteboom.nl.

 

tonnus oosterhoff (1956) is dichter. Recente publicaties: Ware Grootte, 2008, Hersenmutor, 2008. Bewegende gedichten op www.tonnusoosterhoff.nl.

 

jos perry (1950), historicus, is verbonden aan de Universiteit Maastricht. Hij publiceerde biografieën van Willem Hubert Vliegen en Victor de Stuers, en werkt met steun van het Fonds voor de Letteren aan een boek over leven en werk van de schrijver Theun de Vries (1907-2005).

 

jean pierre rawie (1951), dichter en vertaler, studeerde Italiaans, Russisch en Roemeens aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij debuteerde in 1976 samen met Driek van Wissen met de bundel De match Luteijn-Donner, en heeft sedertdien een tiental zeer goed verkopende bundels uitgebracht. In 2006 verschenen zijn Verzamelde verzen.

 

marc reugebrink (1960) woont en werkt in Gent. Hij was redacteur van De xxie Eeuw, De Gids en yang. Hij publiceerde twee dichtbundels, Komgrond (1988, Van der Hoogtprijs) en Wade (1991), de essaybundel De inwijkeling (2002) en de romans Wild vlees (1998), Touchdown (2004) en Het grote uitstel (2007, Gouden Uil Literatuurprijs 2008). Hij publiceert regelmatig in De Morgen, De Standaard en De Leeswolf. Zie ook: http://reugebrink.skynetblogs.be.

 

mathijs sanders (1971) is als docent en onderzoeker werkzaam bij de afdeling Algemene Cultuurwetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij promoveerde in 2002 aan de Universiteit Utrecht op het proefschrift Het spiegelend venster. Katholieken in de Nederlandse literatuur, 1870-1940. Hij publiceert voornamelijk over Nederlandse literatuur in de eerste helft van de twintigste eeuw.

 

victor schiferli (1967) debuteerde met de bundel Aan een open raam (2000, nominatie C. Buddingh'-prijs). Daarna volgden Verdwenen obers (2005) en Toespraak in een struik (2008, nominatie Hugues C. Pernathprijs). Hij is poëziecriticus bij Het Parool en samen met Tjitske Jansen samensteller van Meulenhoffs Dagkalender van de poëzie.

 

k. schippers (1936), dichter, romanschrijver, kunstcriticus en essayist, richtte met drie collega-schrijvers het tijdschrift Barbarber (1958-1971) op en debuteerde als dichter in 1963 met de bundel De waarheid als De koe. K. Schippers ontving tal van prijzen, waaronder de Multatuliprijs, de P.C. Hooftprijs en de Libris Literatuurprijs. Recente romans: Waar was je nou (2005) en De hoedenwinkel (2008).

 

patty scholten (pseud. van Patty Klein, 1946) schrijft voornamelijk diersonnetten. Scholten wordt tot de beste Nederlandse dierendichters gerekend, maar haar poëzie kent ook heel andere thema's. Zeven bundels verschenen er tot nu toe van haar hand, waarvan er twee werden genomineerd voor de vsb Poëzieprijs en de meest recente Noem mij dier (2009) is. In Engeland verscheen Elephants in Love met vertalingen van James Brockway. Scholten heeft als writerin-residence poëzieles gegeven aan de Universiteit van Michigan, vs, en geeft al jaren les op de Schrijversvakschool Amsterdam. Zie ook http://pattyscholten.blogspot.com.

 

rob schouten (1954) debuteerde in 1978 met Gedichten i, waarna een tiental bundels volgden (de meest recente is Spijsamen uit 2007), een verhalenbundel, een roman en enige essaybundels. Hij is columnist en criticus bij Trouw en bespreekt poëzie voor Vrij Nederland. Voor zijn bundel Infauste dienstprognose ontving hij de Herman Gorterprijs.

[pagina 135]
[p. 135]

toon tellegen (1941), is een veelvuldig gelauwerd en zeer productief dichter en schrijver van verhalen voor kinderen en volwassenen.

 

willem van toorn (1935) publiceerde sinds 1959 een groot aantal poëzie-, verhalen- en essaybundels en (jeugd)romans, waarin het landschap, als decor en spiegel van menselijk handelen, vaak een belangrijke rol speelt. De meest recente zijn De geur van gedroogde appels (verhalen, 2010), De hofreis (gedichten, 2009), Projekt Nederland (essay over ‘de markt’ en het Nederlandse landschap, 2007) en Stoom (roman, 2005). Van Toorn vertaalt ook romans en poëzie uit het Engels, Italiaans en Duits.

 

anne vegter (1958) is dichter en proza-, toneel- en kinderboekenschrijver. Recente titels: Sprookjes van de planeet Aarde (2006, illustraties Geerten en Judith ten Bosch) en Spamfighter (gedichten, 2007).

 

hans verhagen (1939) is dichter, journalist, programmamaker voor televisie en schilder. Hij debuteerde in 1961 met Anatomie van een Noorman, in 2008 verscheen zijn veertiende bundel, Zwarte gaten. In 2009 werd hem de P.C. Hooftprijs voor poëzie toegekend.

 

marjoleine de vos (1957) is redacteur kunst bij NRC Handelsblad. Ze schrijft behalve over kunst ook over literatuur en koken, en heeft een tweewekelijkse column op de opiniepagina. Een selectie uit deze columns werd gebundeld in Nu en altijd: bespiegelingen (2000). In 2000 verscheen ook haar eerste poëziebundel, Zeehond graag, gevolgd door Kat van sneeuw (2003) en Het waait (2008).

 

leo vroman (1915) is bioloog, dichter en schrijver. Hij debuteerde in 1946 met Gedichten, ontving in 1964 de P.C. Hooftprijs en publiceerde meer dan zestig boeken, waaronder recentelijk onder meer De mooiste gedichten uit Hollands Maandblad (2006), het dagboek 2003-2006 Misschien tot morgen (2006) en de dichtbundels Nee, nog niet dood (2008) en Soms is alles eeuwig (2009).

 

victor vroomkoning (1938) studeerde Nederlands en filosofie aan de Nijmeegse Universiteit, was werkzaam in het onderwijs en debuteerde in 1983 met De einder tegemoet. In 2008 verscheen Ommezien, Gedichten 2008-1983. Hij publiceerde in een groot aantal literaire tijdschriften en zijn werk werd regelmatig onderscheiden en gebloemleesd. Zijn gedicht ‘Vuilniszakken’ behoort inmiddels tot de canon van de Nederlandstalige poëzie. Zie ook www.victorvroomkoning.nl.

 

hans van de waarsenburg (1943) debuteerde in 1965 met de bundel Gedichten. Voor De vergrijzing ontving hij in 1973 de Jan Campertprijs. Van 1995-2000 was hij voorzitter van het pen Centrum voor Nederland. In 1997 werd hij voorzitter van The Maastricht International Poetry Nights. Recente bundels zijn Azul (2006) en Wie hier nog komt (2009). Zie ook www.waarsenburg.com.mk.

 

menno wigman (1966) is dichter, vertaler en bloemlezer. In 1997 debuteerde hij met 's Zomers stinken alle steden. Zijn bundel Zwart als kaviaar (2001) werd bekroond met de Jan Campertprijs. In 2006 schreef Wigman speciaal voor Gedichtendag de bundel De wereld bij avond.

 

wim willems (1951) is hoogleraar Sociale Geschiedenis op de Campus Den Haag (Universiteit Leiden). Zijn werk beweegt zich op het snijvlak van migratie- en stadsgeschiedenis. In 2008 publiceerde hij de alom bejubelde biografie over Tjalie Robinson. Ook schreef hij een aantal autobiografische verhalenbundels, waaronder Stadskind. Kroniek van een naoorlogse jeugd (2003) en Stadsblues. Kroniek van de jaren zestig (2005).

 

driek van wissen (1943) was na een studie Nederlandse taal- en letterkunde veertig jaar werkzaam als docent Nederlands in het middelbaar onderwijs in Hoogezand. Hij is een vormvast dichter die vanaf zijn eerste bundel Het mooiste meisje van de klas vooral sonnetten schreef. Veel van zijn gedichten worden tot het light verse gerekend. Van 2005 tot 2009 was hij de tweede Dichter des Vaderlands.

 

ad zuiderent (1944) is criticus, dichter en essayist en werkte onder andere als wetenschappelijk medewerker Nederlandse letterkunde aan de vu in Amsterdam. Hij debuteerde met de dichtbundel Met de apocalyptische mocassins van Michel de Nostredame op reis door Nederland (1968) en publiceerde sindsdien nog elf bundels.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken