Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Grimbergse oorlog (1852-1854)

Informatie terzijde

Titelpagina van Grimbergse oorlog
Afbeelding van Grimbergse oorlogToon afbeelding van titelpagina van Grimbergse oorlog

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.89 MB)

XML (1.23 MB)

tekstbestand






Editeurs

Ph. Blommaert

C.P. Serrure



Genre

poëzie

Subgenre

kroniek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Grimbergse oorlog

(1852-1854)–Anoniem Grimbergse oorlog–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[vs. 4154-4209]aant.

 
Doen aldus sinen standaert
 
Mijn heer Arnout hadde bewaert
 
Van Grimbergen ende bestiert
 
't Volc, ende gevisiert
[pagina 187]
[p. 187]
 
Sine scare aldaer hi helt
 
Buten Grimbergen op dat velt,
4160.[regelnummer]
Ende elc onder sine baniere,
 
Bleef hi stille houden sciere,
 
Ende beide sire vianden dair,
 
Die toe quamen openbair
 
Sere vastelike getrect,
 
Wel ghewapent ende verdect,
 
Op grote orsse overtoghen.
 
Doen quam sterc ende wel vermoghenGa naar voetnoot4167
 
Haer waertsman, die hadde onderweghenaant.
 
Die van Grimbergen overslegen,
4170.[regelnummer]
Hoe si hilden daer gescaert,
 
Met vier scaren wel bewaert,
 
Met ontploken baniere wale.Ga naar voetnoot4172
 
Doen sprac die here van Wesemale:
 
‘So horic wel dair af den scijn,
 
Dat si vluchtich niet en sijn;
 
Maer my dunct si willen dueren
 
Ende genieten der aventueren.
 
Nu laet ons sonder langer beiden
 
Ons scare vaste gereiden,
[pagina 188]
[p. 188]
4180.[regelnummer]
Want het 's vele meer dan tijt
 
Dat wy beginnen nu den strijt;
 
Elc sie dat hi bereet sy
 
Nadien dat sy ons sijn so by.’
 
Doen ginc die here, sijt seker das,Ga naar voetnoot4184
 
Van Wesemale, die maerscalc was
 
Van den lande van Brabant,
 
Ende maecte vier scaren ter hant.
 
In elcke scare vijf duysent manGa naar voetnoot4188
 
Gewapent ende halsberch an;
4190.[regelnummer]
D'orsse groot ende vermogen,
 
Wel met wapen overtogen.
 
Die here van Diest geleide doe
 
D'eerste scare; d'ander daer toe
 
Geleide die here van Bierbeke;
 
Die derde geleide sekerleke
 
Mijn heer Henric van Rotselaer.Ga naar voetnoot4196
 
Die vierde scare daer naerGa naar voetnoot4197
 
Geleide die here van Craynhem,
 
Ende die maerscalc selve met hem,
4200.[regelnummer]
De here van Wesemale, die ter side
 
Wesen woude tien tide;
[pagina 189]
[p. 189]
 
Daer was menich spere ende sweert,
 
Menich ors, menich peert,
 
Ende menich man, vrome ende coene.Ga naar voetnoot4204
 
Men beval ten desen doene
 
Den standaert op sijn ere
 
Te voeren den stouten here
 
Van Wemmele, hem ende sinen magen,
 
Die daer dienden met groote slagen.

voetnoot4167
Doen quam heer Waertsman onghelogen, Die de heere van Grimberghen hadde ghesien, Ende vertelden hem daer met dien, Hoe die van Grimberghen hielden gheschaert.
voetnoot4172
Met omlokender bannieren. Doen sprack die heere van Wesemaele schiere: ‘So hoirick wel dat sy niet En willen vlien, wats gheschiet; Maer willen genieten der aventuren. Ick wille wy ons te deser heure, Vaste bereyden ende schaeren; Want het meer dan tijts waere, Dat elck man nu bereyt sy, Nae die sy.
voetnoot4184
Heere van Wesemale, Die maerschal was, wet wale.
voetnoot4188
Aen elck wasser wel vijf dusent: Die eerste die gaf hy in hant Dien heere van Diest ende syne maegen; D'ander gaf hy, hoorde ick ghewaegen, Van Bierbeke, die heere stout, Met menighen man coene ende bout, Die wel daden op dien dach. Die derde gaf hy sonder verdrach.
voetnoot4196
Hendrick.
voetnoot4197
Die met menighen man quam daere Helpen den jonghen hertoghe. Die vierde schaere, als ick betooghe, Gaf hy den heere van Craynhem; Selve was hy oock met hem Aen die selve schaere gheschaert Met menighen man onvervaert, Die goet was in alle stryde. Oock brachten sy in allen zyden
Menich spere, menich sweert.
voetnoot4204
Ende menighen vromen coenen man. Daer nae weert bevolen dan Dien heere van Wemmele ende syne maeghen Dat sy den standaert wilden draeghen, Dat sy herde geerne deden. Doen al dat volck op de stede Gheschaert was ende wel bereyt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken