Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die historie vander goeder vrouwen Griseldis, die een spieghel is gheweest van patientien (1849)

Informatie terzijde

Titelpagina van Die historie vander goeder vrouwen Griseldis, die een spieghel is gheweest van patientien
Afbeelding van Die historie vander goeder vrouwen Griseldis, die een spieghel is gheweest van patientienToon afbeelding van titelpagina van Die historie vander goeder vrouwen Griseldis, die een spieghel is gheweest van patientien

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.27 MB)

Scans (0.91 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Editeur

D.J. van der Meersch



Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die historie vander goeder vrouwen Griseldis, die een spieghel is gheweest van patientien

(1849)–Anoniem Griseldis–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 17]
[p. 17]

Hoe Gautier sijn ionge dochter liet halen van Griselden, daer si sadt in haer camer, ende maecte die maniere oft hise doden wilde.

Gautier dese woerden ghesproken hebbende schiet seer droeuich van daer. Ende hi zende een getrouwen dienre, die seer secreet ende wijs was aen Griselden, bi nachte, daer si was in hoer camer, den welcken hi geseit had wat hy doen soude. Dese dienaer quam daer hi dese voerseide vrouwe vant, alleen mit hoer ionge dochtere in hoer camer. Ende seer beschaemt wesende ende bedroeft seyde tot hoer: Lyeue vrouwe, vergheeft mi dat ick doen sal, want ick moet by bedwanghe doen van mijnen heere: ghi weet wel dat een dienaere ghehouden is te volbrenghen tbeuel van sijnen heere: my is beuolen te nemen dese cleyne ionghe dochter. Ende mit dien scheen hy droeuich te wesen, ende niet en dorste hi seggen sijn leste beueel, ende maecte een droeuich ghelaet.

Nyet teghenstaende, Griselde droech hoer seer doechtsaemlijcken hier in: nochtan docht sy dat hy hore dochter dooden soude, ghemerct die woerden die sy te voren van Gautyer haren man gehoert hadde: ende en weende noch en versuchte nyet, noch en maeckte in schijne gheen droeflijck ghelaet. Twelk hoer nochtans was een droeue sake, al en hadse nyet gheweest dan een voester vanden kinde ende gheen moeder: ende dit was van hoer een grote ghestedicheit

[pagina 18]
[p. 18]

Sy nam hoer dochter in horen arm ende beclaechdese seer: ende doe sach si op hoer ende custese: ende sy maecte hoer een cruce voer hoer voerhoeft, ende gafse den voerseiden dienaer, segghende: gaet ende doet dat v here beuolen heeft: mer ic bidde v dat dit ionghe ende cleyne lichaem niet geten en si vanden beesten, noch vanden vogelen, dat bid ic v, ist mogelick.

Dese dienaer nam dese ionghe dochter ende droechse sinen heere, ende vertrack hem alle dye woerden, dye tusschen der vrouwen ende hem gheuallen waren, ende al hoer manieren van oetmoedicheit. Waer af dat die heere had groot verwonderen. Ende hi dede dat voerseyde kint cleeden, ende hy beualt sijnen voergenoemden dienaer, dat hy dat kint soude soetelic voeren te Buenen, aen die grauinne van Buenen, sijnder susteren: ende dat hy hoer bade dat si dat kint soetelic op hielde, ende dat sijt wilde wysen ende leeren in goeden seden en leeringhen: ende bouen al, dat sijt niemant en gaue te kennen wiens kint dattet ware.

Dit ouerleden sijnde, Gautyer dye wachte ende dede wachten heymelic die voorseide vrouwe, oft si eenighen druck of droefheit hadde ofte maecte om dese sake: maer men en conde aen hoer niet vinden dan dat sy alsoe onderhorich horen man, ende alsoe blide tegen een yeghelicken was als si te voren gheweest hadde, ende noch selue des een woert niet vermaent en hadde. Ende dyese soe wel niet en hadde ghekent, men soude ghewaent hebben dat sy sonder ontfermenissen geweest hadde ende fel van herten, ende noch oec geen minne gehadt en hadde tot haren kinde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken