Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die historie vander goeder vrouwen Griseldis, die een spieghel is gheweest van patientien (1849)

Informatie terzijde

Titelpagina van Die historie vander goeder vrouwen Griseldis, die een spieghel is gheweest van patientien
Afbeelding van Die historie vander goeder vrouwen Griseldis, die een spieghel is gheweest van patientienToon afbeelding van titelpagina van Die historie vander goeder vrouwen Griseldis, die een spieghel is gheweest van patientien

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.27 MB)

Scans (0.91 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Editeur

D.J. van der Meersch



Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die historie vander goeder vrouwen Griseldis, die een spieghel is gheweest van patientien

(1849)–Anoniem Griseldis–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 26]
[p. 26]

Hoe Gautier Griselden te kennen gaf dat die bruyt, die hi gehaelt hadde, sijn dochter was.

Als Gautyer dan metter maecht, sijn dochter, ouer maeltijt sadt metten anderen heeren ende vrouwen, soe riep hy voer hem Griselden, segghende in schimpe: Griselde, wat dunct v nu van mijnre bruyt, is si niet schone ende genoechlijck?

Gryseldis antwoerde ende seyde: Seker, heer, ghi en hadt gheen schoenre noch bet geraecter moghen vinden. Ick bidde Gode dat ghy met payse ende gheluck moet leuen te samen. Ende ick bidde v, here, ende rade dat ghi deser vrouwen alsoe hardt niet en sijt als ghi waert uwen anderen wiue: want dese is iongher ende teerder, ende curioeseliker op gehouden dan dander was: sy en soudes alsoe niet verdragen konnen.

Als Gautier verstont ende merckte die grote ghestadicheit ende oetmoedicheyt van hoer, ende datse altoes daer in persevereerde, so en wilde hi hem niet meer veynsen of decken, mer hi stont op openbaerlic voer hem allen ende seide: Mijn Griselde, mijn wijf! ick heb v genoech geproeft ende getempteert, ende gheuonden uwe ghetrouwichede ende gestadichede. Ick meyne datter nu gheen man opter eerden en is leuende, die also vele ondersoecht heeft van sijnen wiue, als ic doe vander mynre. Ende dit geseit hebbende, nam hise in sijn armen ende custese.

[pagina 27]
[p. 27]

Doe wort si beschaempt, ghelic enen mensche die daer ontspringt wt enen wonderlijken drome.

Ende Gautier seide voert: Griselde, ghi sijt mijn wijf alleene, ende anders en heb ic gheene gehadt, noch nummermeer hebben en sal. Dese maghet, die ghi hier siet voer mijn bruyt, is v dochter ende die mijne: ende dese ionge man, den welcken men hout voer mijnre susters sone, der grauinnen van Buenen, is onser beyder kint, welcke twee kinderen ghi hebt altoes gewaent verloren te wesen, ende nu hebdise te samen vonden. Ende ic wil dat elc weten sal dat ic noyt bedocht en was mijne kinderen te doden, mer ick hebbe dyt gedaen om v te ondersoecken ende te proeuen.

Ende als Griselde dat hoerde, van bliscapen viel sy neder in onmacht, als van hoer seluen nyet wetende. Ende als si tot hoer seluen quam, soe en conde si nyet versaden van helzen ende van cussen hoer kinderen.

Die vrouwen ende ioncfrouwen namen Griselden ende leyddense in een camer, daer si ontcleet wort van horen quaden clederen. Ende si wort mit groter weerdicheden vercleet mit eerbaren ende dierbaren cleederen, als si plach te draghen ter tijt als si mit Gautier, horen man, was int palleys mit hem wonende, ende daer nae int lant van Saluzen, mit groter bliscap.

Ende van blyscapen was daer gheweent menighen traen. Ende doen, op dien dach, soe was die feeste meerder dan sy was ter ierster bruloft van Gautyer ende Gryselden.

Ende doen ten alder iersten dede Gautier comen in zijn

[pagina 28]
[p. 28]

paleis wonen, Ian de Nycole, vader van sinen wiue, ende hielt hem al sijn leuen in groter eeren. Ende daer te voren scheent oft hi op sijnen sweer niet en achte.

Ende dese voerseide marcgraue leefde mit Griselden menich iaer in vreden ende in minnen, deen mitten anderen, ende besteedden haerluder dochter hoechliken ende eerliken. Ende nae haer beyder doot quam dat lant van Saluzen op den voerseyden sone, die lange ende wel daer nae regeerde.

Aldus ter conclusien mach ick wel segghen, als ick gheseyt heb, dat paciencie is een grote doecht. Ende die hier patiencie heeft, ende Gode die wrake geeft, die sal daer af veel bat gheloent werden ende synen wille verweruen, dan oft hi selue die wrake daer af dede. Ende en wordet hem hier niet geloent in deser werelt, het sal hem geloent werden inden eeuwigen leuen, dat noch meer te prisen is. Tot welcken leuen ons wil brengen die Vader, die Sone ende die heylighe Gheest.

 

AMEN.

 

Gheprent te Deuenter bi mi, Iacob van Breda.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken