Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De groene linde. Jaargang 1 (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van De groene linde. Jaargang 1
Afbeelding van De groene linde. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van De groene linde. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

Scans (434.91 MB)

ebook (3.21 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De groene linde. Jaargang 1

(1905)– [tijdschrift] Groene Linde–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 207]
[p. 207]

Vriendenafscheid.

‘Frits! 't is tijd, hoor... Binnen twintig minuten vertrekt uw trein, en de statie is een kwartier van hier.’

Op die woorden van papa trok Frits zijn uurwerk uit den ondervestzak, hield de uurplaat naar de helbrandende lamp toe, keek, en zei na eenig nadenken... ‘ja’

‘Beter vijf minuten te vroeg dan één te laat,’ sprak mama nog toen ze hoorde dat de steeds vooruitziende papa op komaf maken aandrong. Had ze durven rechtuit spreken, ze had Frits liever nog een poosje doen neerzitten, want Frits was heur eenige lieve zoon en moest voor een paar maanden weg naar Hamburg om er door 't verblijf in een groot handelshuis zijn koopmansstudiën te voltooien. Van morgen af zou papa ook alweer op reis gaan en ze schrikte reeds terug voor de lange reeks vervelende dagen dat ze alleen zou thuis zitten, zonder ander gezelschap dan dat van heur meid.

Frits haalde uit een hoek zijn reiszak te voorschijn, lei hoed en regenscherm op tafel en greep zijn overjas van den kapstok.

Willy, een kameraad die veel bij hem aan huis kwam, hielp hem zijn jas aantrekken. Willy had in de heele stad maar één mensch op wien hij zijn hart gezet had. Al de anderen die om hem heen woelden, konden hem weinig schelen. En nu ging die ééne vertrekken.

Ondertusschen was Frits bezig met zijn lederen handschoenen aan te doen en waren zijn ouders rechtgestaan.

[pagina 208]
[p. 208]

Er heerschte een pijnlijke stilte. Men hoorde eenige oogenblikken lang enkel het jagen van de lichtvlam in de lamp.

Toen nam Frits plots een besluit, keerde zich naar papa, lei zijn handen op zijn schouders en zoende hem op de beide wangen. Daarna sloeg hij zijn armen om mama's hals en kuste ze innig.

Willy kreeg een kleur: zou Frits hém ook...? en keek blij-verlegen in het vage...

Doch Frits had geen 't minste vermoeden van 't geen er in Willy omging. Met een gemaakten glimlach, alsof het vertrekken hem niets deed, pakte hij den reiszak op en zei: ‘We gaan.’

En ze gingen door den kouden Novemberavond langs de bladerlooze laan naar het station. Ze spraken weinig onderweg, over onverschillige dingen.

In het station kocht Frits een ticket voor Willy. Ze trokken door de wachtzaal tweede klasse, lieten hun kaartjes knippen en begaven zich in de gasverlichte spoorhalle op zoek naar den trein.

Daar stond hij. Van voren dampte en kuchte de lokomotief. Daarachter een ketting wagens met groote, witte cijfers erop: 2, 3. De meeste deurkens waren toe: een kop tuurde hier en daar door een vensterken. Andere stonden nog open en lieten een diepe, klare gaping zien. ‘Hier is 't goed,’ zei Frits, en duwde den reiszak in een wagen der tweede klasse.

Op 't zelfde oogenblik leidde er een meisje een man binnen en kuste hem op 't voorhoofd alvorens heen te gaan.

Frits gaf Willy de hand, drukte eventjes de zijne, zei ‘stel het wel, tot weerziens’ en ging plaats nemen. Hij wierp zijn hoed in 't net, trok een handschoen uit en zette zich op zijn gemak in de kussens.

Toen kwam er een jonge heer den wagen binnen. ‘Ha,

[pagina 209]
[p. 209]

Gust! rij-je mee?’ Frits schudde lachend de hand van den aangesprokene en begon een vroolijk praatje.

Willy stond nog buiten in de kou, zonder te roeren, en zag toe. Hij kreeg het gevoel alsof er iets brak in hem, een begoocheling of zoo iets...

Hij wilde heengaan, maar hij bedacht zich. Waarheen zou hij ook gaan? Hij kende niemand in de stad: het beste wat hij had was hier...

Hij had iets willen zeggen om Frits bezig te houden, maar hij vond niets... God! wat draalde die trein!...

De treinwachter kwam om de kaartjes na te zien. Frits reikte het zijne over en ook dat van Gust. Het deurken werd toegeslagen, ‘Fini!’ De trein floot schel en zette zich schokkend en rammelend in beweging.

Frits blikte nog eens door 't raam, knikte even en wenkte vaarwel met de hand. Willy poogde te glimlachen, maar kon niet.

Toen spoedde hij zich uit het station, en schreed, zonder omzien, alsof hij vervolgd werd, door de ledige straten.

Op zijn kleine kamer was het koud. Hij sloot het venster, maar zijn licht stak hij niet aan. Hij zette zich in zijn zetel en - daar viel hem opeens zijn thuis te binnen, de warme, gezellige keuken, moeder, zijn zusters... De huiverige eenzaamheid sloeg over hem en hij begon te snikken in den donkeren.

C.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken