Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen en gedichten uit het Gruuthuse-handschrift. Deel 1: liederen (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen en gedichten uit het Gruuthuse-handschrift. Deel 1: liederen
Afbeelding van Liederen en gedichten uit het Gruuthuse-handschrift. Deel 1: liederenToon afbeelding van titelpagina van Liederen en gedichten uit het Gruuthuse-handschrift. Deel 1: liederen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.03 MB)

XML (1.14 MB)

tekstbestand






Editeur

K.H. Heeroma



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes
gebed(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen en gedichten uit het Gruuthuse-handschrift. Deel 1: liederen

(1966)–Anoniem Gruuthuse-handschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 441]
[p. 441]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

98



illustratie

 
Egidius, waer bestu bleven?
 
Mi lanct na di, gheselle mijn.
 
Du coors die doot, du liets mi tleven.Ga naar voetnoot3
 
Dat was gheselscap goet ende fijn,
5[regelnummer]
Het sceen teen moeste ghestorven sijn.Ga naar voetnoot4-5
[pagina 442]
[p. 442]
 
Nu bestu in den troon verhevenGa naar voetnoot6
 
Claerre dan der zonnen scijn,
 
Alle vruecht es di ghegheven.
 
 
 
Egidius, waer bestu bleven?
10[regelnummer]
Mi lanct na di, gheselle mijn.
 
Du coors de doot, du liets mi tleven.
 
 
 
Nu bidt vor mi: ic moet noch snevenGa naar voetnoot12
 
Ende in de weerelt liden pijn.
 
Verware mijn stede di beneven:Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Ic moet noch zinghen een liedekijn.Ga naar voetnoot15
 
Nochtan moet emmer ghestorven sijn.Ga naar voetnoot16
 
 
 
Egidius, wear bestu etc.
 
Mi lanct na di etc.
 
Du coors etc.
[tekstkritische noot]Rondeel. De notentekst kan, naar de binnencadensen aangeven, zonder bezwaar in 5 zinnen (perioden), overeenkomende met de refrein- (en couplet-)regels, verdeeld worden. Na de 3de zin een streep (zie facs.), waarop een clausum-cadens volgt. Zo laten zich de perioden 1, 2, 3a (3b), 4 en 5 onderscheiden. De tekstplaatsing is conform die in Mens & Melodie V (1950), 350v. Andere tekstplaatsingen zijn mogelijk, bv. met beginherhaling:
R 1 2 1 2 3a
C1 4 5 5
R 1 2 3a
C2 4 5 5 4 5
R 1 2 3b

 

Hier doen de veel voorkomende clausumcadensen (in 5 en in 2) wat eentonig aan.
voetnoot3
coors, ‘smaakte’.
voetnoot4-5
‘van wat een goed en edel gezelschap was, bleek de ene te moeten sterven’; teen kan niet ‘tegelijk’ betekenen; welk onzijdig woord de dichter in zijn geest heeft gehad om het ene lid van het ‘gheselscap’ dat moest sterven aan te duiden, is moeilijk vast te stellen; misschien moet men ook niet vertalen ‘de ene’, maar ‘één’ en staat het lidwoord erbij zoals bij de .ij. de .iij. in lied 49, r. 12.
voetnoot6
men zou deze regel, samen met de volgende, kunnen vertalen als: ‘nu ben jíj in de hoge hemel lichter dan zonnelicht’, maar in verband met 2de gedicht, r. 1898/9; ‘naer dit leven sonder sneven / Haer ziele met hem moet sijn verheven’, lijkt mij de vertaling: ‘nu ben jij in de hemel opgenomen’ toch waarschijnlijker.
voetnoot12
sneven, ‘ongelukkig zijn’.
voetnoot14
‘behoed mijn plaats die ik heb aan jouw zijde (in de genegenheid van Mergriete)’; er is in de mnl. literatuur geen enkele plaats aan te wijzen waar enes stede bewaren moet betekenen ‘iemands plaats openhouden’ (verg. Verdam 9, 286).
voetnoot15
‘ik moet (voor Mergriete) nog een liedje zingen’.
voetnoot16
‘toch moet ook ik zéker sterven (net als jij, al weet ik niet wanneer)’; verg. Jan Praet: ‘Bi dezen .iij. zo soude elc weten / dat hi emmer sterven moet; / maer in wat wilen hi wort verbeten, / dies mach hi niet ghewerden vroet’ (ed. Bormans r. 731/4).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Het Gruuthuse handschrift


auteurs

  • K.H. Heeroma

  • C.W.H. Lindenburg

  • over Jan Moritoen

  • over Jan van Hulst


plaatsen

  • over Brugge


Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Egidius waer bestu bleven?


auteurs

  • Anoniem Egidius waer bestu bleven?


lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank