Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Gulden Winckel. Jaargang 2 (1903)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Gulden Winckel. Jaargang 2
Afbeelding van Den Gulden Winckel. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van Den Gulden Winckel. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.30 MB)

Scans (38.03 MB)

ebook (10.29 MB)

XML (1.10 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Gulden Winckel. Jaargang 2

(1903)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Keur

Folklore

Kinderspel en Kinderlust in Zuid-Nederland door A. de Cock en Is. Teirlinck met schema's en aanteekeningen van Herman Teirlinck. Bekroond door de Kon. Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, 2 deelen (380 en 289 bladzijden). - Gent, A. Siffer.

Wij leven in een tijd van opzoeken, opdelven, bewaren, tentoonstellen van Oudheden. Bijna geen dag gaat er voorbij of wij lezen in dagblad en tijdschrift van opgravingen, vooral in het verre Oosten, waar eens beschaafde, doch thans geheel verdwenen of verstrooide volken woonden. Ook op het gebied van de Taal hebben die opsporingen plaats, in de laatste jaren vooral, en de taal-oudheden leeren ons niet alleen dat er van die vroegere verdwenen volken hier en daar nog iets bestaat, maar zij wijzen de bewoners van verschillende ver van elkaar liggende landen vaak naar een zelfden oorsprong en brengen hen naar een lang vergeten gemeenschappelijk huisgezin terug.

Iedere taal neemt woorden uit een andere taal over. Zoo hebben wij, Nederlanders, zeevarend volk, zelfs woorden uit het Javaansch, Maleisch en van nog verdere herkomst bij ons binnengeloodst; en andere naties hebben van ons geleend en behouden, vele scheepstermen vooral. Het bij ons uitgevonden woord fiets voor een voorwerp van elders ingevoerd, zal misschien nog eens door andere naties ingehaald worden, evenals de Franschen hun bélier bij ons vandaan hebben, van den ram die de bel draagt. 't Is bekend dat sommige woorden een zonderlinge reis maken: van het eene land naar het andere, en soms over een derde nog, en dán terug. Zoo moeten wij het woord fiche uit het Fransch overgenomen hebben, maar de Franschen haalden het eerst bij óns, of in Engeland: vischje, fish - want de voorwerpen die bij dien naam passen gelijken soms op vischjes.

Dit zeer weinige volsta om te betoogen dat de geschiedenis van een woord ons dikwijls zonderlinge maar tevens leerzame verschijnselen openbaart en tevens den weg wijst op duistere paden in het verleden der volken. En van ongeveer gelijke beteekenis is de studie die uit den mond van kinderen en min-beschaafden soms nagenoeg onsamenhangende klanken opvangt, opteekent, vastlegt, bewaart, onderling vergelijkt, verklaart, en tot hun oorsprong terugbrengt.

Wat onder het volk verloren is als het ware, dat diept het Folklore tegenwoordig op, evenals de hengelaar een blinkende kostelijke baars uit het kroos van een alleszins onaanzienlijke sloot. Zinneen zoutelooze deuntjes, die door de kinderen (al kunnen ze soms niet lezen of schrijven) op straat bij hun spelen gezongen worden, worden door hooggeleerde mannen tot onderwerp van studie gemaakt en geven aanleiding tot het schrijven van dikke en geleerde boeken. Hierbij komen vreemde en door velen niet vermoede openbaringen aan het licht.

Een kind dat van toeten noch blazen weet, zingt soms in de achterbuurt van welk armoedig en achterlijk dorp ook hetzelfde lied dat gezongen wordt door kinderen langs Donau en Wolga, in de steppen van Azië, bij de Lotosbloemen van den Ganges, en te midden van het zand der woestijn;

[pagina 149]
[p. 149]

en die liederen, thans verbasterd en verdraaid, maar gewoonlijk nog te herkennen, zijn misschien eenmaal gezongen bij de wieg der koningskinderen van Babylon en Memphis.

Hij die ze te voorschijn weet te halen, ontdekt over den aardbol de sporen van hun vroeger bestaan; hij ziet de strepen van den weg langs welken, eeuwen geleden, de volken heengetrokken zijn toen zij, vrijwillig of gedwongen, hunne gemeenschappelijke woonstede verlieten of aan een opgedrongen verblijf zich onttrokken.

Overtuigd van het gewicht van grondige nasporingen op dit gebied, heeft de Kon. Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde in België een prijsvraag uitgeschreven, die zich ten doel stelde het verkrijgen van een zoo volledig mogelijke verzameling en nauwkeurige beschrijving van de oude en hedendaagsche kinderspelen in Vlaamsch-België, met aanteekening der daarbij gezongen liederen - de woorden en in zoover het mogelijk is, ook de muziek. Deze prijsvraag is beantwoord door de heeren A. de Cock en H. Teirlinck en bekroond door de Academie.

De grootste zorg hebben de schrijvers besteed, zeggen zij, aan de nauwkeurige beschrijving van ieder spel; zij voegen er bij dat zij hun boek geschreven hebben in de beschaafde Nederlandsche taal. Dit is zoo. Het boek is zeer stelselmatig ingedeeld, helder, gemakkelijk te raadplegen, en ongemeen uitvoerig. Het eerste deel behandelt, behalve de Inleiding, de Loopspelen en Springspelen. De loopspelen worden in acht afdeelingen verdeeld, en om een blijk te geven dat het werk van de beide heeren ook aan de taalstudie gewichtige diensten bewijzen kan, schrijven wij hier de verschillende uitdrukkingen over die zij aan de Vlaamsche volkstaal voor het eene woord hardloopen ontleend hebben, en wel: Aanscharten, aanspodderen, aanzetten, afbeenen, afderschen, afdjakken, afdobberen, afdodderen, afdretsen, afdrevelen, afdrillen, afgaffelen, afgetten, afgeven, afgispen, afketten, afkrabben, afschokken, afspinnen, afzweepen, beenen (beenen maken, met verschillende samenstellingen), biezen, bissen, (bij ons, ook als bitsen, van runderen gebruikt), deggeren, dretsen, dreitsen, drillen (op den dril gaan, en meerdere samenstellingen), dritsen, gaffelen, gespen (in Gelderland zegt men gepsen en boksen), getten, goespen, hespen, kasjen, ketsen, ketten, opbiezen, opdeggeren, opdrillen, opdritsen, opkasjen, opkatsjen (in Holland opkassen), opketten, opkrabben, opspetten, opspinnen, opstuiven, posten, reddelen, rijdelen (rijd op!), schachten, schaveelen, schavittelen, schuiven (schuiven gaat ie! ook in Holland gebruikt) seesen, seezen, (in Holland gebruikt men ook smeeren: hij smeert 'em), sjoeren (voorbij sjoeren) snoeren, spechten, speeten, spetten, spinnen, spitten, spodderen, sporen, stoormen, störremen, stuiven (wegstuiven), stuppen, vliegen, wegbeenen, wegdjakken, wegdobberen, wegdodderen, wegdretsen, wegdrevelen, wegdrillen, wegsjoeren, wegspeeten, wegspinnen, wegspitten, wegspodderen, wegstuiven.

Dit zijn allemaal woorden voor één begrip, en wij vertrouwen dat de lezer hieraan wel genoeg zal hebben om overtuigd te zijn dat hij hier met een geleerd en uitvoerig werk te doen heeft.

Ook over de zangdeuntjes geven de schrijvers tal van varianten, dikwijls met de noten er bij, zoodat men de wijs nazingen kan. Het boek heeft bovendien zeer vele schetsteekeningen.

Over het hinkspel (op één been rondspringen en gewoonlijk tevens een voorwerp voortschoppen - een spel vooral voor meisjes) - zijn 25 bladzijden geschreven, en niet minder dan 29 plattegronden met hinkperken bevinden zich in den tekst - aanleiding genoeg om een hinkbond op te richten met een jaarlijksch wetenschappelijk congres, een vakblad, en een wedstrijd!

Aan de dansspelen is het geheele tweede deel gewijd: eenvoudig dansen, touwtje-springen, rondedansen en reidansen. Onze meest populaire rondeen gezelschapsdans echter, het pateren, is slechts schraaltjes behandeld, met minder varianten dan men in dit uitvoerig werk verwachten zou; maar er is in het Roomsche België reden voor. De schrijvers zeggen: ‘Op vele plaatsen ijverde dan ook de geestelijkheid om dien rondedans uit te roeien, en dat is ongetwijfeld eerre der redenen, waarom hij thans grootendeels is verdwenen’.

Overigens kan een ieder in dit boek zijn hart aan herinneringen zijner jeugd ophalen en de woorden en zangwijze vinden van oude deuntjes, als

 
In Holland staat 'n huis,
 
In Holland staat 'n singelingenhuis,
 
Van joepsasa, van singelîngela.

En dan 't lied dat men bij ons nog op bruiloften zingt:

 
De boom staat op die aarde
 
En hij bloeit zoo schoon!

Of, om te besluiten, van het liedje waarmee menigeen onzer vroeger ingesluimerd is:

 
Klein, klein kleutertje.
 
Wat doe dij in mijn hof?
 
Gij plukt er al de bloempjes af
 
En maakt het veel te grof!

En zóó zijn er honderden liederen in dit verdienstelijk werk!

J. HUF VAN BUREN.

[pagina 150]
[p. 150]

Frans Burgstein door Compassione (G.F. Haspels). - Utrecht, Jac. C. van der Stal.

De Heer Haspels heeft dit woelige boek zijner jeugd zeer lief. Hij zegt dit (in andere bewoording wel is waar) in een Inleiding tot den 2den druk, een gebeurtenis, die hem en ons genoegen doet. Want ook zonder gentle hint van den schrijver, dat dit boek door de men-van-voor-tien-jaar gunstig is ontvangen, zou de men-van-nu, het als werk van den begaafden verteller van Vreugden van Holland, Zee en Heide, enz., met belangstelling hebben gelezen en gaarne geprezen. Geprezen ondanks de vele gebreken, ja eigenlijk òm die gebreken. In het onbeholpene ligt groote bekoring, in den hobbeligen stijl en rommeligen bouw, die zoo wel past bij de schommelende gemoedsgesteldheid van den met alle winden waaienden Frans Burgstein.

Frans leeft, wij voelen voor dit groote kind dat onder den druk eener eng-orthodoxe opvoeding uitknijpt om er na tobben en slingeren weer in terug te keeren - als diaken der kibbelende kerkeraad - en dan meent gevonden te hebben! Zeer goed zien we de drie vrienden, Jan, den voor het twijfel-monster een oogje dicht-drukkenden, prettig door zijn leventje ‘wandelenden’ theoloog, Gerrit den niet-geloovigen medicus (door den schrijver wel wat opzettelijk naar gemaakt, als waren atheïst en gevoelloos ruw man synoniemen) en Frans, den dobberaar. Daaromheen minder scherp geteekende bijfiguren: de moeder van Frans, uit wier mond bij den geringsten schok, als chocolaadjes uit een automaat, bijbelteksten vliegen, de conventionneele kwezeldom, tevens verraaier, Doortje, de dienstmeid - suivante-confidente en de beide meisjes, Lien, die (niet zeer duidelijk) haar liefde laat regeeren door 't geloof, en Antoinette, de methodiste-dweepster. En al deze menschen praten over godsdienst, op avondjes, op buitenpartijen, in de soos. Ze redeneeren, discussieeren, betoogen, preeken! Men zou minstens z'n kerkelijk-voorbereidend achter den rug moeten hebben om al deze geleerdheid (!) te kunnen verwerken.

Soms doen ze ook heel rare dingen; ze houden alleenspraken. Mevrouw Burgstein betoast nu en dan het portret van haar overleden echtgenoot, Doortje, Jan, Frans, allen vertoonen min of meer deze, door radelooze tooneelschrijvers veel-geliefde neiging, die echter door een zooveel vrijer romanschrijver.... Maar de heer H. staat achter een verschansing van tien jaren en glimlacht: ‘herinner mij niet aan deze mijne zonde’.

En wij zwijgen er gaarne van om de zeer mooie dingen in dit boek: de kleurige kroegjool beschrijving, het rijden naar huis van de buitenpartij, en vooral (blz. 159) het telaat komen aan den trein.

We zien 't gevlieg, hooren 't gehijg, voelen de warmte. Zie Jan daar staan voor de gevallen boom: ‘hij zwaaide met armen en beenen, en schreeuwde moord en brand. Een jongen, die met 'n kruiwagen ook stond te wachten wierp hij een dubbeltje toe, hem verwijtend: Schreeuw dan toch mee! Zoo stonden daar die twee, als een paar razenden. Maar de chef zag en hoorde wel die twee, die aangingen als losgebroken uit een wilde-menschenpark, maar keek onaandoenlijk op zijn horloge en gaf 't sein tot vertrek. De trein floot, zuchtte, en siste. Toen dook Jan in zijn opgewondenheid onder den boom door, en wilde op de rails zijn geschreeuw voortzetten........’ Dan, hoe aardig leven we mee met Jan op den gewichtigen dag van zijn intree, voelen de gewichtigheid, ‘Line, die reeds zat in de kerk als een waardigheidje, al die in zichzelf van kleine glorie glundere menschen. Jammer van dien onwaren zin van Line, aan het slot van dit aantrekkelijk hoofdstuk, als de etende en drinkende boeren en boerinnenvisite (het smakconcert waarvan Line wee dreigde te worden, volgens den schrijver) afgewerkt is: ‘Jan, ik geloof heusch, dat ik die menschen al ga lief krijgen’. Larie Line. Zoo'n fraaiigheidje hier doet te meer verwonderen daar de schrijver in zijn hoofdpersoon, streng eerlijk blijft, o.a. waar hij Frans, bekeerd tot 't oude geloof in 't volle licht durft zetten (blz. 209). ‘Met wellust kon hij zich verdiepen in de leelijke gedachten die men van hem, als “fijne” zou koesteren’. Hier waardeeren wij de waarheid, die bewust afbreuk doet aan de oppervlakkige genegenheid voor den bekeerde.

De heer H. is wars van stemmingen, zelfs waar een bladzijde door toevallig ononderbroken geluid een langere ontroering zou kunnen dringen in den lezer, gooit hij er gauw een, soms wat zwaar, aardigheidje tusschen. Ook om de taal bekommert hij zich niet, toch hoop ik, dat bij den derden druk narigheden, als bijv. een mooie frisschen ouderdom bezittende dame, die nog wel in haar tuinkamer zit, zullen verdwijnen (blz. 2). Verrassend goed volgt hier dan dadelijk op: ‘het theegoed met den geur der huiselijkheid, opgefrischt door de lucht van spiritus’. Wie ruikt hier niet de huiskamer! Zoo stuift in dit boek kaf en koren dooreen, het vliegt en waait en warrelt, maar in het koren proeven we het wordende brood.

TOP NAEFF.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Kinderspel en kinderlust in Zuid-Nederland

  • over Natuurindrukken


auteurs

  • J. Huf van Buren

  • Top Naeff

  • D. Logeman-van der Willigen

  • Anna C. Croiset van der Kop

  • J.D.C. van Dokkum

  • Marie Snijder van Wissenkerke

  • over G.F. Haspels

  • over A.A. Fokker

  • over Anna de Savornin Lohman

  • over August Heyting