Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Gulden Winckel. Jaargang 5 (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Gulden Winckel. Jaargang 5
Afbeelding van Den Gulden Winckel. Jaargang 5Toon afbeelding van titelpagina van Den Gulden Winckel. Jaargang 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.24 MB)

Scans (25.31 MB)

ebook (11.82 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Gulden Winckel. Jaargang 5

(1906)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Snufjes

Deledda, (Grazia). Asch, 2 dln.

De hoofdpersoon in dit werk is een jongmensch, een kind der zonde, in de eerste levensjaren door zijn moeder opgevoed, daarna door haar verlaten en aan de zorgen van zijn vader, die met een andere vrouw is getrouwd, overgelaten. Door hooge protectie wordt de jongen naderhand in de gelegenheid gesteld te Rome aan de hoogeschool de lessen te volgen. Vóór zijn vertrek daar naar toe was hij reeds in stilte verloofd met de dochter van zijn weldoener, welk engagement later door de ouders wordt goedgekeurd. Wanneer hij na eenige jaren, op het punt staande te trouwen, zijne moeder ontmoet, meent hij voor haar te moeten zorgen terwijl zijn verloofde haar niet in huis wil hebben. Nu ontstaat bij hem een hevige strijd tusschen liefde en plicht, en daar hij de plicht laat vóórgaan, verbreekt zijn meisje de verloving. Wanneer hij daarvan mededeeling ontvangt en zich, nu geheel vrij, naar zijn moeder wil begeven, blijkt dat deze zich, om haar zoon in zijn verder leven niet in den weg te staan, van het leven heeft beroofd.

‘Alles is asch; het leven, de dood, de mensch en het lot zelf dat het voortbracht. Maar in dit gedenkwaardig uur van zijn leven voelde hij dat in de asch de vonk smeult, zaad voor de lichte, zuiverende vlam, en hij hoopte nòg en had nòg het leven lief’.

Met deze woorden besluit de Italiaansche schrijfster haar werk en geeft daarmede weer de moreele evolutie van den held van den roman.

Grazia Deledda is eene Sardinische van geboorte en tracht in hare boeken voor haar vaderland te geven wat Capuana voor Sicilië, d'Annunzio voor de Abruzzen en Fogazzaro voor Venetië gedaan heeft; een juiste schildering van het land en zijne bewoners. Hare beschrijvingen van een landschap doen het voor ons leven, hare typen uit het volk met hunne deugden en gebreken zijn raszuiver, het optreden der bandieten, nu eenmaal inheemsch in haar land, is vergoêlijkend weergegeven.

Dezen roman kunnen wij zonder schroom ter lezing aanbevelen.

Bronsveld (L.G.). In opstand.

Een bediende op een uitgeverskantoor, ergens in een groote stad, krijgt na herhaald solliciteeren de betrekking van directeur eener drukkerij in een kleine gemeente. Streng doleerend, zoodat hij zich vreeselijk ergerde aan de wereldsche lectuur die hij in zijn eerste betrekking moest helpen de wereld inzenden, wil hij in zijn nieuwe omgeving allen en alles regeeren met en naar Gods Woord. Reeds den eersten avond van zijn optreden ondervindt hij echter dat ook bij zijne gezellen, ofschoon zij goede Christenen zijn, de strijd voor het recht is ontwaakt. Evenwel, God had hem aan het hoofd geplaatst en hij zou met ijzeren hand regeeren. Zulks doet hij ook in zijn gezin en gaat dat ook voor zoover zijn vrouw en zoon betreft; zijn dochter, een flinke, sympathieke jonge vrouw, stoort zich aan zijn overdreven godsdienstijver niet, maar durft ook het goed recht der volksmassa te verdedigen. Wanneer zij nader kennis maakt met den meesterknecht der drukkerij, een jonge man met zeer geavanceerde ideën, en ten slotte geheel onder diens invloed geraakt, komt zij in formeelen opstand tegen haar vader en diens theoriën, tot zij ten laatste geheel met hem breekt.

Het boek is blijkbaar geschreven met het doel te waarschuwen tegen het te streng doorvoeren der christelijke stellingen, waarbij de sociale behoeften geheel worden over het hoofd gezien, en kan als zoodanig zeker van nut zijn.

Land, (Hans.) Arthur Imhoff.

De beroemde chirurg, professor Arthur Imhoff maakt door zijn praktijk kennis met freule von Arnsberg, een negentienjarige wees. Al heel spoedig geraakt de vijftigjarige man op het meisje verliefd en vraagt haar ten huwelijk. Reeds kort na het tot stand komen daarvan blijkt dat zij elkaar niet begrijpen; hij blijft altijd de harde werker die geheel in zijn vak opgaat; vol attenties voor zijn jonge vrouw, maar haar niet gevende dat wat zij van het huwelijk verwacht had. Voor hare gezondheid de wintermaanden in het Zuiden doorbrengende, maakt zij kennis met een jongen man wien zij hare liefde schenkt. Nadat zij haar echtgenoot heeft geschreven dat zij niet meer tot hem

[pagina 94]
[p. 94]

terugkeert en op het punt staat te vertrekken naar Engeland waar zij zich met den ander in 't huwelijk zal verbinden, wordt deze door eene Amerikaansche met wie hij vroeger omgang heeft gehad, door een kogel in het hoofd getroffen en voor dood in een hotel gebracht. Daar verricht Arthur Imhoff, na ontvangst van den brief zijner vrouw direct na haar toegereisd in de hoop haar nog aan te treffen, aan den man die hem zijn vrouw ontnam, een gevaarlijke schedel-operatie, waardoor diens leven is gered.

Dit boek is om de merkwaardige karakters die er in voorkomen waard minstens twéémaal gelezen te worden.

Stratz, (R.) Gemoedsrust.

Deze uitstekend vertaalde roman speelt in Moskau, de stad met zijn talrijke kerken en kloosters, zijn half-Aziatische en half-Europeesche bevolking, van welke elke natie, Duitschers, Denen, Russen, weer hare afzonderlijke wijken bewoont. De hoofdpersonen, die allen goed zijn geteekend, zijn Iwan Michels en zijn Duitsch vrouwtje Marja, alsmede Sascha Wieprecht, de handige, gelukkige katoenspeculant, die telkens weer Michels, zijn concurrent, met goeden raad bijstaat in de hoop daardoor eenmaal diens vrouw te zullen bezitten. Michels stoort zich niet aan de raadgevingen, waardoor hij in staat van faillissement geraakt. Zijne vrouw blijft hem echter getrouw, ook in den tegenspoed en vindt in haar gezin de gemoedsrust welke zij sedert hare eerste ontmoeting met Wieprecht, op het punt was te verliezen. Zeker eene der beste vertaalde romans van den laatsten tijd.

Meer (P. v.d.) Levens van leed.

Zooals de titel aanduidt zijn het alle tragische gebeurtenissen die de schrijver behandelt. In elk der tien schetsen worden de droefenissen des levens, uit verschillende oorzaken voortgesproten, beschreven op eene wijze die getuigt van goed waarnemen; zij het ook met min of meer druk gepraal van woorden.

De schrijver heeft blijkbaar gewild een scherp licht te doen vallen op verschillende verschrikkelijke toestanden die er om ons heen bestaan en wij meenen dat hij daarin volkomen is geslaagd.

Een bundel schetsen waarop de aandacht gevestigd dient te worden.

Steynen (J.). In en om de nachtkroeg.

De titel van dit boek zegt duidelijk in welke omgeving ons de schrijver rondleidt. Vunze, vieze gelegenheden, waarin zij, die na het officieele sluitingsuur der koffiehuizen en café-chantants nog blijven rondzwalken, hun lusten naar drank en spel en ontucht verder gaan botvieren. Bezoekers, die gedurende vele maanden de groote stad niet anders zien dan bij kunstlicht.

Jammer dat de schrijver zijne krachten niet beproefd heeft aan een meer smakelijk onderwerp. Er zijn goed geschreven bladzijden in het boek, vooral in de laatste schets ‘De Zwabber’.

Vletter, (A.C.C. de). Zeven jongens en 'n ouwe schuit.

Een goed jongensboek, dat ons bij de lezing herhaaldelijk hartelijk deed lachen. Zeven jongens gaan, na het overgangsexamen derde klasse H.B.S., onder leiding en behoorlijk toezicht van een bekwaam vriend die als kapitein optreedt, met een motorboot een tochtje maken van den Haag, over Delft, Rotterdam, Dordrecht, de Waal op voorbij Nijmegen en verder den Rijn op tot Rüdesheim. Natuurlijk dat zij allerlei avonturen hebben en dat alles, al is het dan soms ook bij het kantje af, goed terecht komt. Het zou ons niet verwonderen wanneer bij vele jongens, na lezing van dit boek, de lust opkwam om met zulk een ‘ouwe schuit’ ook eens zoo'n tochtje te doen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken