Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Gulden Winckel. Jaargang 5 (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Gulden Winckel. Jaargang 5
Afbeelding van Den Gulden Winckel. Jaargang 5Toon afbeelding van titelpagina van Den Gulden Winckel. Jaargang 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.24 MB)

Scans (25.31 MB)

ebook (11.82 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Gulden Winckel. Jaargang 5

(1906)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het Drukkers Jaarboek.

Het Drukkers Jaarboek voor 1906. 1e Jaargang. Onder medewerking van verschillende vakkundigen. - Uitgegeven te Amsterdam bij Ipenbuur & Van Seldam.

EEN uitgave die wij met groote sympathie begroeten! Om een traditioneele uitdrukking te gebruiken: de firma Ipenbuur en van Seldam heeft met de publicatie van dit Jaarboek ‘een goed werk verricht’. In een woord vooraf (waarom toch dat afschuwelijk germanisme ‘Voorwoord’?) zet de genoemde firma hare bedoeling met de uitgave aldus uiteen: - ‘Terwijl de nederlandsche kunstnijverheid’, zoo schrijft zij, ‘tot krachtigen bloei geraakte en de gevolgen van die ontwikkeling overal duidelijk merkbaar werden, is de boekdrukkunst, hoewel in zekere mate met modes meegaande, bijna geheel buiten die invloeden gebleven. Alleen daar, waar direct met de kunstnijverheid in verbinding staande personen zelf drukwerken ontwierpen of op de uitvoering daarvan toezicht hielden, zijn de boekdrukkers, dikwijls min of meer contre coeur, er toe gekomen werkstukken van betere qualiteit te vervaardigen. De oorzaken die geleid hebben tot dit achterblijven der boekdrukkunst zijn veelvuldig, de grootste schuld treft evenwel de vakbladen, met name de Duitsche. Deze toch verschaften en verschaffen nog steeds aan de nederlandsche boekdrukkers een eindelooze serie gemakkelijk na te volgen modellen, die evenwel, omdat ze dikwijls lijden aan groote smakeloosheid, zoowel wat arrangement als wat kleurgeving betreft, zeer veel kwaad hebben gesticht, en dit te meer, omdat ze, zelfs waar ze volgens duitschen smaak goed mogen heeten, voor het Nederlandsche kunstgevoel allerminst deugen. Het publiek sedert jaren aan deze duitsche drukwerken gewoon, weet niet beter dan dat het zoo behoort en neemt aan, dat met het gewone zetmateriaal niets anders te bereiken valt.

Nu is het met de drukkunst eigenaardig gesteld. De boekdrukkers zijn uit den aard der zaak geheel afhankelijk van de lettergieterijen, die de markt overstroomen met nieuwigheden, zoowel in letter als in siermateriaal. Dit materiaal moet gekocht en gebruikt worden. In plaats dus dat de boekdrukkers als zelfstandige ontwerpers kunnen optreden, zijn zij gedwongen met reeds bestaande vignetten en randen zoo goed en zoo kwaad als het wil hun zetsel op te bouwen, en er behoort onder deze omstandigheden zeer veel voorzichtigheid en goede smaak toe om bij het zetten alleen dat materiaal te gebruiken dat kans geeft op een harmonisch samengaan van letter en ornament niet alleen, maar ook van de gebruikte ornamenten onderling. Dat de vaklieden, in casu

[pagina 105]
[p. 105]

de zetters, er niet gemakkelijk toe overgaan zelf te trachten goede ontwerpen te maken en liever datgene nazetten wat door de vakbladen als goed wordt aangeprezen, wie zal het verwonderen?... In dit boek willen wij in hoofdzaak behandeld zien wat ons vak schoons kan leveren en wat het in vroeger dagen schoons geleverd heeft en wij willen daardoor trachten bij boekdrukkers zoowel als bij leeken te doen zien dat het boekdrukkersbedrijf tot veel, veel beter in staat is dan doorgaans blijkt’...

En inderdaad, hier wordt iets goeds geboden. - De inhoud omvat de volgende opstellen: Voorwoord. - Drukwerk en Drukkunst door J.W. Enschedé. - Houtsnede als boekversiering, door P. Buschmann. Met 17 illustratiën. - Theodore Low de Vinne, door J.W. Enschedé, met portret en 7 illustratiën. - De nieuwe boekkunst in Duitschland, door Dr. Jean Loubier. Met 25 illustratiën. - Initialen door R.W.P. de Vries Jr. Met 31 illustratiën. - Over schoonheid van platzetsel, door J.W. Enschedé. - De algemeene schriftlijn. Met 7 illustratiën. - Literatuuroverzicht, door J.W. Enschedé met 5 illustratiën en beschrijvende titellijst. - Adreslijst van drukkerijen. - Advertentie-afdeeling.

In een uitvoerige bespreking van, veel minder critiek op de afzonderlijke opstellen kunnen wij

illustratie
Proeve van Illustratie uit: Het Drukkers Jaarboek


[pagina 106]
[p. 106]
niet treden. Een woord van protest zij ons evenwel veroorloofd met betrekking tot een meening van den heer J.W. Enschedé in zijn artikel ‘over schoonheid van platzetsel’ geuit. - Hij schrijft daar (blz. 142): ‘Schoonheid van platzetsel bestaat in gelijkmatigheid. Ter bereiking daarvan moesten

illustratie
Proeve van Illustratie uit: Het Drukkers Jaarboek


onze zetterijen de faculteit hebben tot tekstwijziging. Reeds één type kan aan artistiek zetsel onoverkomelijk beletsel zijn. Een verplaatsing van een tusschenzin, een vervanging van een woord door een synoniem, kan heel dikwijls de eenige mogelijke oplossing zijn ter bereiking der gewenschte regelmaat...’

Dit wil ons inderdaad een averechtsche opvatting van het wezen en de grenzen der drukkunst toeschijnen. Zetsel dat tekstverandering noodig maakt om fraai te zijn is o.i. aesthetisch als zetsel geoordeeld, omdat hier aan de schoonheid eischen gesteld worden met de bestemming van dat zetsel in strijd. Het zetsel toch is er overal om den tekst en nooit en nergens de tekst om het zetsel!

Ieder boekenliefhebber, hij zij vakman of leek, zij de kennismaking met dit Jaarboek dringend aanbevolen.

E.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken