Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Gulden Winckel. Jaargang 30 (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Gulden Winckel. Jaargang 30
Afbeelding van Den Gulden Winckel. Jaargang 30Toon afbeelding van titelpagina van Den Gulden Winckel. Jaargang 30

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Gulden Winckel. Jaargang 30

(1931)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Claude Anet †

OP 62-jarigen leeftijd is plotseling te Parijs Claude Anet overleden.

Zwitser van geboorte, te Morges aanschouwde hij het levenslicht als Jean Schopfer, werd hij met zijn pseudoniem Claude Anet geheel Franschman, ingelijfd bij de Fransche litteratuur. Eigenlijk is dat onjuist, want hij werd veeleer wereldburger. Het tennisracket bestemde zijn levenslot.

Op ruim twintigjarigen leeftijd werd hij tenniskampioen van Frankrijk. Bij zijn strijd om dat kampioenschap te Dijon maakte hij kennis met een Amerikaanschen tijdschriftenkoning, die aan Schopfer-Anet een correspondentschap aanbood. Zoo kwam hij in de journalistiek en bereisde heel Europa, daarna Amerika en in Europa teruggekeerd bleef hij een zwerver, die zich vooral tot Rusland, Oost Europa en Azië aangetrokken voelde. Hij werd een der eerste schrijvers over het nieuwe regime in Rusland, (Révolutionrusse de mars 1917 à juin 1918) vooral een fijn ontleder van de Russische vrouwenziel na de revolutie. Zijn Ariane, Jeune fille russe zal wel een werk blijven van onvergankelijke beteekenis voor de kennis van de Russische vrouwenpsyche van onzen tijd.

Anet poogt de maatschappelijke vooroordeelen, die wij in de gemaniereerde West Europeesche burgerlijkheid tegen de Oostersche minnares hebben, te bestrijden door het duidelijke rassenverschil naar voren te brengen, dat het den Westerling zoo moeilijk maakt de Russische psyche te aanvaarden, laat staan te begrijpen of te doorgronden. (L'Amouren Russieen La Rive d'Asie).

Met den goeden smaak van den zuiveren kunstenaar hoedt hij zich voor een zwelgen in de droomerige mystiek van het Russische ras, noch gaat hij zich te buiten aan wat de West Europeaan als dierlijk uitleven der passies beschouwt, en wat de schrijvers, die Russische ‘atmosfeer’ willen scheppen met zooveel wellust uitbeelden, dat men er steeds achter voelt: ‘och kon ik ook maar zoo te keer gaan als die beestachtige Rus!’

Anet was een sterke individualist, maar te veel aestheet om de zuivere verhoudingen te overschrijden en met het buitennissige te coquetteeren. Zijn journalistieke bestaan bracht hem als vanzelf in contact met de rijke stof, die hij in zijn boeken verwerkte. Hij was oorlogscorrespondent in Rusland toen daar de revolutie uitbrak, werd gevangen genomen, doch wist via Finland te ontvluchten.

[pagina 20]
[p. 20]

Als tooneelschrijver heeft Anet minder succes beleefd dan als romancier. Zijn eerste stuk Mademoiselle Bourrat ontleende hij aan een verhaal uit zijn prachtigen bundel vertellingen. Petite Ville. Pitoëff speelde het stuk, dat ook hier te lande werd opgevoerd met Tilly Lus in den titelrol. Daarna schreef hij nog La Fille Perdue, waarin hij het geval geeft van een meisje, dat verliefd wordt op een veel ouderen man, die later blijkt haar vader te zijn.

Zijn dichterlijk expressievermogen liet Anet zien in zijn bewerking van Omar Khayyam's kwatrijnen.

Tot zijn laatste werken behoort Mayerling, waarin hij het drama van den Oostenrijkschen troonopvolger behandelt. Hiermee was hij teruggekeerd op het historische terrein, dat altijd groote aantrekkelijkheid voor hem heeft gehad. Zijn liefde voor het tennisspel bleef hij trouw met een monografie over Suzanne Lenglen.

RAYMOND DE LA FORGE


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken