Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
De Nieuwe Haagsche Nachtegaal

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1,14 MB)

Scans (8,70 MB)

XML (0,18 MB)

tekstbestand






Genre
poëzie

Subgenre
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

De Nieuwe Haagsche Nachtegaal

(1659)–anoniem Haagsche Nachtegaal, De Nieuwe

Vorige Volgende

J.V.Duisbergh's kusjes.

 
 

Wyse:

 
Lievert zach de schoone roozen
 
Van Rozettes wangen blozen
 
Met een lustelijke zin,
 
En hy bad zijn Engelin,
[p. 105]
 


illustratie

[p. 106]
 
Haar een woortje toe te luystren;
 
Maar, vergragende in dit fluystren,
 
Roofde een kus van wang en lip;
 
Met een lach sloot hij dit pertje:
 
Maar Rozette hiel zijn hertje
 
Voor dit Kusjen in de knip.

Wyse:

 
Paarlemontje zat en lachte,
 
Dat 'et Visschers oogjen zach,
 
Die, door deeze lieve lach,
 
Paareltjens te visschen trachte
 
In het beekjen van haar mondt:
 
Maar eer hy 't gevaar bedachte
 
Ging zijn zieltjen daar te grondt.
[p. 107]

Wyse:

 
Lelia, zo blank als sneew
 
Hoorde Roemerts montje spreeken:
 
Dit 's de blankste van onz' eew:
 
Wie zou niet om kusjens smeeken
 
Haar sijn gantsche leven lang?
 
Hy, vrypostig, kuste haar kaaken;
 
Lelia, tot haar volmaken,
 
Kreeg een Roos op elke wang.

Wyse:

 
Ysbrand stondt op 't ys en keek
 
Starrenoogje vaardig rijden;
 
Straks zijn koude borst bezweek,
 
Alsz' in 't zwieren van ter zijden
 
Hem een flonkrend oogjen zandt;
[p. 108]
 
Dies deed hem de lust verstouten,
 
's Avonds wat by haar te kouten;
 
En een kus voor mond en handt
 
Staaken Ysbrand gantsch in brand.

Wyse:

 
Bernhart hoorde Geesje zingen
 
Scheller als de Nachtegaal.
 
Ach, zeyd' hy, al was ik staal,
 
Dit zoud my door 't harte dringen.
 
Dies de Stoutert, half gewondt,
 
Zaaide kusjes op haar lippen;
 
Daar hy strax dit rijm op vond:
 
Ach! deez' lippen, die zijn klippen
 
Beyd voor ooren en voor mond!

Wyse:

 
Dit Gezelschap met haar tienen
[p. 109]
 
Waaren op een tijd by een,
 
Daar men kusten heel gemeen.
 
Cupido quam haa[...] bedienen,
 
D' een met pijltjens, d'aâr met brand,
 
Maar het schalkje raak[...] in d' oogen;
 
Toen riep elk, wy zijn bedroogen,
 
Cupido heeft ons vermand.

Uyt.


Vorige Volgende

Over dit hoofdstuk/artikel

Naar de Nederlandse Liederenbank

Naar de Nederlandse Liederenbank

Naar de Nederlandse Liederenbank

Naar de Nederlandse Liederenbank

Naar de Nederlandse Liederenbank

Naar de Nederlandse Liederenbank