Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Haerlemsche eerlycke uren, bestaende in korte sin-spreucken, kloecke antwoorden, en vreemde bejegheninghen (1661-1663)

Informatie terzijde

Titelpagina van Haerlemsche eerlycke uren, bestaende in korte sin-spreucken, kloecke antwoorden, en vreemde bejegheninghen
Afbeelding van Haerlemsche eerlycke uren, bestaende in korte sin-spreucken, kloecke antwoorden, en vreemde bejegheninghenToon afbeelding van titelpagina van Haerlemsche eerlycke uren, bestaende in korte sin-spreucken, kloecke antwoorden, en vreemde bejegheninghen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.63 MB)

ebook (3.79 MB)

XML (0.48 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

moraliteit
anekdotes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Haerlemsche eerlycke uren, bestaende in korte sin-spreucken, kloecke antwoorden, en vreemde bejegheninghen

(1661-1663)–Anoniem Haerlemsche eerlycke uren, bestaende in korte sin-spreucken, kloecke antwoorden, en vreemde bejegheninghen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 126]
[p. 126]

Coningen zijn Koningen om in deughden uyt te munten.

COningh Willem van Enghelant, was soo strijdtbaer: Dat, als hy over Tafel sittende, men hem seyde dat Mans in Normandijen belegert was, so vraegde hy waer omtrent Mans lach: Heeft datelijck Metzelaers ontboden, die de Muyr door braken om soo de naeste wegh te nemen, en is alsoo te Paert na de zeekant gereden: En of de Heeren die by hem waren, rieden, hy soude noch wat vertoeven, op dattet volck mocht by malkander komen, antwoorde hy, die my lief hebben sullen wel volgen: 'tScheep komende, rade den Schipper hy soude noch wat toeven om sachter weer te verwachten: Maer hy seyde neen, vreest niet, ick heb noyt gehoort van een Koningh die verdronck. Also is hy onverwacht in Vranckrijck ghelant, ontsettende Mans. Daer na op de Zee-strant rijdende, zijn hem 3. Franse Ruyters ontmoet, die soo dapper op hem aendronghen, dat hy met de Zadel van zijn Paert is ter aerde gevallen: Waer op hy schielijck weder opgesprongen is, sich defenderende met de Zadel in d'een, en zijn Swaert in d'ander hant, soo lange tot hy van zijn volck ontset wiert: En dewijl sy hem berispten, dat hy so sorghvuldich

[pagina 127]
[p. 127]

was geweest voor sijn zadel, seyde hy, het soude my eeuwigh gespeten hebben dat zy met mijn Zadel den spot souden gedreven hebben.

Men vertelt van deselve Koningh, dat zijn Camerling hem eens een nieuwen broeck ghebracht hebbende, vraegde hoe veel de selve gekost had: Den anderen antwoorde, een daelder: Den Coningh smeet de Broeck strackx wegh, segghende, van een daelder, is dat een Broeck voor een Coning? Gaet heenen seyde hy, haelt my een Broeck van 7. gulden: Den Camerlingh gingh heenen, en bracht noch een slechter Broeck als den voorgaende, seggende, datse 7. gulden ghekost had: Toen seyde de Koningh wel vernoeght, wat soo, nu ben ick te vreden, dat kan gaen, &c.

Hy ordineerde een disputatie tusschen de Christenen en Joden: Doch eer den dag quam zijn de Ioden by Coning Willem gekomen met een Schenckage, versoeckende vry spreken en vry ghehoor in de disputatie: Desen Koningh (een los Mensch in de Religie zijnde) neemt haer Schenckage aen, en seyde, datse haer quijten soude als mannen, sweerende met een, by 'taengesicht van St. Lucas, (zijn ordinaris Eed) soo sy de Christenen overwonnen, dat hy dan selfs een Jode soude wesen, en van haer broederschap sijn.

Een Jode wiens Soon Christen gheworden

[pagina 128]
[p. 128]

was, komt by den Koning, en presenteert hem 420. gulden dat hy sijn Soon weder tot 'tIodendom wilde dwinghen: Den Coningh ontbied hem strack, en beveelt dat hy sich weder by die van zijne Relige soude voegen: Den Ionghman seyde verwondert te zijn, dat zijn Maj. die hem billijck in 'tChristen-ghelove behoorden te verstercken, sulcks beval: Den Koningh dus beschaemt, geboot hem uyt zijn oogen gaen: Den Vader hoorende datter niet verricht was,, versoeckt zijn gelt weder: Holla seyde den Coningh, ick heb moeyte genoech gehad voor dat gelt, doch op dat gy sien meugt dat ick billijck met u handelen wil, ghy sult d' eene helft en ick de andere hebben, dit kond ghy my met geen goede Conscientie weygeren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken