Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Colloquium Neerlandicum 4 (1970) (1973)

Informatie terzijde

Titelpagina van Colloquium Neerlandicum 4 (1970)
Afbeelding van Colloquium Neerlandicum 4 (1970)Toon afbeelding van titelpagina van Colloquium Neerlandicum 4 (1970)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
lezing / voordracht


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Colloquium Neerlandicum 4 (1970)

(1973)– [tijdschrift] Handelingen Colloquium Neerlandicum–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Verslag van het vierde colloquium van hoogleraren en lectoren in de nederlandistiek aan buitenlandse universiteiten


Vorige Volgende
[pagina 68]
[p. 68]

Nederlands aan de universiteit te Madrid

Er kan stellig niet beweerd worden dat het Nederlands aan de Universidad Central van Madrid een bloeitijdperk doormaakt; het is eerder zo dat de daar aangestelde docent al lang tevreden is, als hij bereiken kan dat het Nederlands voor een paar mensen iets gaat betekenen. Toch is er wel een ‘ondergrondse’ belangstelling, maar de universitaire en andere strukturen zijn niet bevorderlijk voor een grotere kulturele spreiding.

 

Officieel als ‘Lingüistica neerlandesa’ betiteld, is het Nederlands in de Facultad de Filosofía y Letras ondergebracht bij de sektie Filología Moderna, die het onderwijs in de moderne talen omvat (hoofd van de sektie Prof. Emilio Lorenzo), maar meer direkt nog bij de subsektie Germanistiek, die onder leiding staat van Prof. Hans Juretschke. Voor het volgen van het Nederlands komen de vijfde jaars Duits in aanmerking, en verder studenten die hoofdvak Nederlands zouden willen doen, maar daar kan de lector alleen nog maar van dromen.

 

Dat vijfde jaar Duits (of Germanistiek) is een enigszins merkwaardige zaak. Het is het laatste jaar van de normale akademische studie, dat afgesloten wordt met een licenciaatsexamen. Maar omdat in het Spaanse onderwijsbestel de eerste twee jaar op deze faculteit estudios comunes zijn (een voortzetting en uitbreiding van de vakken van de middelbare school), die geen Duits omvatten, doet men in feite slechts drie jaar Duits. Men kan vrijwillig van te voren Duits doen (bv. op het Deutsches Kulturinstitut), maar het is geen eis om na de twee jaar estudios comunes tot de ‘specialiteit’ Duits toegelaten te worden. Men begrijpt dat het een ontzaglijke taak is om in drie jaar een enigszins afgeronde Duitse studie te maken, maar toch begint zestig à zeventig procent daaraan zonder enige ‘voorkennis’ van de Duitse taal. Om het leven van de studenten nu niet nog meer te compliceren, moet het Nederlands zich wel tot het laatste jaar beperken, - omdat aan te nemen is, dat ze dan tenminste reeds énige vastigheid in de germanistiek bezitten. Maar dan nóg bestaat er een soort gentleman's agreement met de hoogleraar Duits, dat uitgesproken zwakke leerlingen ook in het laatste jaar zich beter bij hun nur Deutsche stiel kunnen houden, ook al staat hij zelf zeer positief

[pagina 69]
[p. 69]

tegenover de inbreng van het Nederlands. Nu zijn de jaarlichtingen germanistiek zelf al vrij beperkt van omvang: deze schommelen tussen de zes en tien studenten (Duits is geen officieel vak op de middelbare school in Spanje; wel kunnen de afgestudeerden, juist door het instituut van de estudios comunes, les geven in welk vak dan ook). De goede verstaander zal hieruit de juiste konklusie trekken, dat er voor het Nederlands dan niet meer dan vier à zes studenten overblijven. Dit aantal kon in vroegere jaren nog verhoogd worden met incidentele belangstellenden van andere faculteiten (zo bv. in 1968 een rechtenstudent en een economiestudent; men kan ook denken aan de interesse van theologen voor het huidige nederlandse denken), maar sinds de uitzonderingstoestand van jan.-mrt. 1969 wordt iedere faculteit bewaakt door veiligheidstroepen, die rigoureus de entrée van andere studierichtingen verbieden.

 

Aan de lichtzijde van deze wat onthutsende historie staat de omstandigheid dat min of meer geschoolde germanisten de cursus Nederlands volgen, en er eigenlijk in 1 jaar nog een vrij ambitieus programma afgewerkt kan worden. De docent is wat dat betreft volkomen vrij, maar ieder jaar moet hij eerst peilen waartoe de groep in staat en bereid is (niet uitgezonderd zijn eigen beperkingen). Een algemeen overzicht van wat de Nederlandse letteren aan specifieke momenten te bieden heeft blijkt tot nu toe nog wel het best te bevallen, al kunnen de accenten per jaar anders liggen. Vorig jaar hebben we veel tijd besteed aan de poëzie vanaf Gezelle en de Tachtigers; dit jaar hebben de Gouden Eeuw en de Vijftigers een uitgebreidere beurt gekregen. Wetenschappelijk en didaktisch verdient naar mijn mening deze methode van het algemeen overzicht in onze omstandigheden de voorkeur - al kunnen we natuurlijk nooit erg diep graven-, omdat het enige waar ik op kan hopen, er in bestaat de belangstelling van de studenten voldoende te prikkelen en hen voldoende aanwijzingen te geven om er desnoods zelfstandig mee door te gaan, in ieder geval een goede smaak ervan over te houden. En die belangstelling tonen ze. Concreet gesproken besteed ik in een ritme van drie colleges per week het eerste trimester aan de studie van de Nederlandse grammatica, maar dan gezien in het licht van haar eigen plaats tegenover het Duits; parallel daaraan beoefenen we linguistiek aan de hand van de middelnederlandse litteratuur, waarbij ook het hoofddoel weer is de regels te vinden waardoor men in een Nederlandse vorm de Duitse of Germaanse oervorm weer kan herkennen. Alles is er dus op gericht om de studenten snel vanuit hun kennis van het Duits naar het Nederlands te brengen. Het tweede en derde trimester worden aan litteratuur en kultuur van de Nederlanden besteed,

[pagina 70]
[p. 70]

met dien verstande dat één les per week besteed wordt aan de meer taalkundige aspekten van bv. modern proza en aan spreek- en hooroefeningen. De benodigde teksten worden door mijzelf uitgetypt of gefotocopiëerd, daar de outillage op de faculteit praktisch nihil is en ook de bibliotheek geen werkmateriaal voor het Nederlands verschaft. Het boekenbudget, dat de Nederlandse regering ons jaarlijks ter beschikking stelt, gebruiken we om het Nederlandse boekenbestand van de bibliotheek van de Consejo Superior de Investigaciones Científicas enigszins op peil te houden (rond de 1500 boeken van uiteenlopende aard, voor de helft letterkundige werken).

 

Op uitnodiging van de hoogleraar Duits en parallel aan zijn colleges heb ik in februari nog een serie extra-colleges gegeven voor de twee laatste jaren germanistiek over de Nederlandse beschaving en historie van de Gouden Eeuw, en in het bijzonder over de invloed van de Nederlandse letterkunde van die tijd op de Duitse. Deze serie zal in de toekomst voortgezet worden.

 

Daarnaast zijn er dan nog de spreekbeurten in Madrid over zaken die bepaalde Spaanse groepen interesseren, de laatste jaren vooral over het Nederlandse katholicisme, de nieuwe katechismus, demokratizering en samenleving in het algemeen.

 

Voor de meer bevoordeelde collega's in technisch gemakkelijkere landen moge dit overzicht over de ‘Spaanse’ neerlandistiek dan al geen openbaring betekenen, toch zullen ze begrijpen dat we doen wat we kunnen, en dat het belangrijk is dat, ook onder moeilijke omstandigheden, de Nederlandse kultuur in het centrum van dit oude kultuurland aanwezig is, en iets te bieden heeft.

Hans A.S. Tromp.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

datums

  • 13 september 1970

  • 12 september 1970

  • 11 september 1970

  • 10 september 1970

  • 9 september 1970

  • 8 september 1970


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Hans Tromp


landen

  • over Spanje