Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Colloquium Neerlandicum 4 (1970) (1973)

Informatie terzijde

Titelpagina van Colloquium Neerlandicum 4 (1970)
Afbeelding van Colloquium Neerlandicum 4 (1970)Toon afbeelding van titelpagina van Colloquium Neerlandicum 4 (1970)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
lezing / voordracht


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Colloquium Neerlandicum 4 (1970)

(1973)– [tijdschrift] Handelingen Colloquium Neerlandicum–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Verslag van het vierde colloquium van hoogleraren en lectoren in de nederlandistiek aan buitenlandse universiteiten


Vorige Volgende
[pagina 125]
[p. 125]

Project voor een comparatistische bibliografie van de Nederlandse letterkundeGa naar voetnoot*
door Dr. W. Gobbers
Rijksuniversiteit Luik

1. Voor het eerst werd hier voor een forum van vakgenoten een gedurfd bibliografisch project voorgesteld, waaraan sedert 1954 in stilte wordt gewerkt en dat zich thans in een gevorderd stadium van voltooiing bevindt; in het licht van de grote nood aan neerlandistische bibliografische apparatuur leek een mededeling erover reeds nu wenselijk en gerechtvaardigd. Het gaat om een eenmansonderneming, uitermate bescheiden wat de beschikbare en aangewende middelen betreft, doch tegelijkertijd bijzonder ambitieus van opzet: wat aanvankelijk uitsluitend bedoeld was als documentatie voor persoonlijk gebruik, is geleidelijk, en vooral dank zij een meer systematische aanpak, uitgegroeid tot een waarachtige bibliografie, die een wetenschappelijke rol wil en kan vervullen.

 

2. Naar het voorbeeld van de Bibliography of Comparative Literature van Baldensperger-Friederich werd gestart met het aanleggen van een uitgesproken comparatistische documentatie, eerst nog geheel gecentreerd op internationale relaties en beïnvloedingen, daarna uitgebreid met rubrieken over genrestudie, thematologie en geesteshistorische achtergronden van de literatuur. Door latere toevoeging echter van enkele nieuwe afdelingen, gewijd aan literaire theorie, tekstkritiek, poëtica, stilistiek e.d. bleek het mogelijk uiteindelijk nagenoeg het hele domein van de Nederlandse literatuurstudie te bestrijken, zonder dat in feite één enkel belangrijk onderwerp diende te worden uitgesloten. Dit compromis tussen comparatistische en algemene standpunten hoeft het geheel daarom nog geen tweeslachtig karakter te bezorgen, vooral omdat ‘comparatistisch’ zeer ruim geïnterpreteerd wordt, nl. als ‘het literaire feit functioneel integrerend in zijn tijdelijke en ruimtelijke context’. De bibliografie wil dus algemeen literair zijn en tegelijk toch het belang van de specifiek comparatistische aspecten beklemtonen.

 

3. Van de aanvang af is het de bijbedoeling geweest, door het cen-

[pagina 126]
[p. 126]

traal stellen van de internationale bindingen van de Nederlandse literatuur en cultuur, alsmede van de invloed die ervan is uitgegaan, een bijdrage te leveren tot onze culturele uitstraling. Direct in verband met de bekommernis de Nederlandse literatuur en literatuurwetenschap over onze grenzen meer bekendheid te verlenen, staat het voornemen de bibliografie van tweetalige Nederlands-Engelse begeleidende teksten, rubriekhoofden en toelichtingen te voorzien. Opvatting én presentatie van het werk maken het aldus bijzonder geschikt ook voor gebruikextra-muros.

 

4. De bibliografie verloopt niet chronologisch, volgens periodes en auteurs, zoals meestal het geval is, doch is volledig systematisch opgevat, zodat de rubricering der titels meteen reeds een karakterisering van de inhoud impliceert. Die ver doorgedreven systematiek zal de gebruikswaarde van het werk waarborgen ook na het eventueel verschijnen van andere retrospectieve bibliografieën van de Nederlandse literatuurwetenschap. De bibliografische beschrijving blijft daarbij beperkt tot het hoogstnoodzakelijke en met name bladzijdenaantal van boeken of paginering van tijdschriftbijdragen kan niet worden vermeld. In een werk dat allereerst als oriënterende bronnengids bij de literatuurstudie bedoeld is, wordt het gewoon signaleren van een publikatie belangrijker geacht dan het verstrekken van exhaustieve bibliografische informatie.

 

5. Een en ander is uiteraard onvermijdelijke consequentie van de bescheiden middelen waarmee moet worden gewerkt. Dat die werkwijze trouwens nog andere bibliografische risico's inhoudt, is duidelijk: de documentatie zal in menig opzicht onvolledig moeten blijven, ook al wegens bewust opgelegde beperkingen, en bovendien zal ze in vele gevallen moeten steunen op het gezag van derden, daar pesoonlijke, consultatie en controle van de bronnen lang niet steeds mogelijk bleek. Zelfs dergelijke onvolkomenheden kunnen echter geenszins opwegen tegen de evidente voordelen van een spoedige publikatie van het beschikbare materiaal.

 

6. Principieel wordt opgenomen alles wat aan secundaire bronnen over de Nederlandse literatuur, in boek-, brochure- of artikelvorm verschenen is na 1800. ‘Nederlands’ wordt daarbij in de ruimste zin - eerder cultureel dan linguïstisch bepaald - geïnterpreteerd, zodat ook plaats wordt gelaten aan de literaire produktie van Nederlandse ex- pansiegebieden of landen binnen de Nederlandse cultuursfeer zoals Friesland en Zuid-Afrika. Niet-Nederlands-schrijvende Nederlanders (b.v. Erasmus, Spinoza, Hemsterhuis) worden, voor zover mogelijk, als

[pagina 127]
[p. 127]

tot het Nederlandse cultuurpatrimonium behorend, behandeld.

 

7. Belangrijk is dat de begrippen ‘Nederlands’ en ‘literatuur’ voortdurend worden gesitueerd in een ruimer kader, wat deze bibliografie een internationaal, zelfs universeel karakter verleent: het Nederlandse feit wordt tegen zijn internationale achtergrond geprojecteerd en het fenomeen literatuur als een uiting van cultuur gezien. Praktisch betekent zulks dat de kerndocumentatie ‘Nederlandse literatuurstudie’ begeleid en geruggesteund wordt door uitvoerige rubrieken buitenlandse publikaties (b.v. literair-theoretische) of publikaties de randgebieden en hulpwetenschappen betreffend (b.v. linguïstiek, geschiedenis, filosofie e.d.).

 

8. Het bleek niet altijd gemakkelijk strakke opname-criteria toe te passen: dat geldt inzonderheid voor moeilijke categorieën zoals kritiek, proefschriften en tekstuitgaven. Louter recenserende kritiek wordt zoveel mogelijk geweerd, tenzij ze zich in artikelvorm of gebundeld aandient. Belgische ongepubliceerde scripties en dissertaties worden hier voor het eerst wel als volwaardige bijdragen vermeld. Omwille van de inleidingen krijgen de belangrijkste wetenschappelijke tekstedities hun plaats tussen de studies; hetzelfde geldt trouwens ook voor geschriften van autobiografische aard zoals brieven en memoires. Zeer algemeen gehouden auteursmonografieën zijn veelal terug te vinden onder ‘genre’ of ‘auteursbiografie’, doch onvermijdelijk moesten heel wat kortere stukken met algemene inhoud, zoals herdenkings- of huldigingsartikelen, aan de detailrubricering worden opgeofferd.

 

9. Tot de praktische hanteerbaarheid van de bibliografie zullen de verwijzingen en de registers belangrijk bijdragen. Voor zover ze zich ertoe lenen, zullen de titels in meer dan één rubriek terug te vinden zijn, door middel van een referentiesysteem dat herhalingen overbodig maakt. Een vijftal indices zijn voorzien: een auteursregister, twee registers - een Nederlands en een buitenlands - van de behandelde personen, een zaakregister en een lijst van de vermelde tijdschriften en reeksuitgaven met de gebruikte afkortingen en sigels. Complete voorafgaande nummering van de titels is daartoe natuurlijk onmisbare vereiste.

 

10. Het materiaal wordt gedeeltelijk occasioneel, doch thans vooral systematisch verzameld. De voornaamste bronnen zijn: a. de seminariebibliotheek Nederlandse Literatuurstudie van de Rijksuniversiteit te Luik, waarvan het representatieve boekenbezit in zijn geheel wordt verwerkt; b. de bestaande binnen- en soms ook buitenlandse bibliografische

[pagina 128]
[p. 128]

repertoria, zoals b.v. Willekens' literatuuroverzichten in Spiegel der Letteren of de tijdschriftenbibliografieën van Roemans-Van Assche; c. de belangrijkste nog verschijnende literaire en literair-wetenschappelijke tijdschriften en jaarboeken, waaronder vooral de volledig gedepouilleerde - ruim 60 - jaargangen van De nieuwe Taalgids ; d. diverse catalogi (b.v. van sommige bibliotheken) en literatuurlijsten (van vakgeleerden of over bepaalde onderwerpen b.v. in dissertaties).

 

11. De vergaarde gegevens zijn op individuele steekkaarten getypt en volgens bijgevoegd organisatieschema in bakken en dozen gerangschikt. Een recente raming, aan de hand van een zeer beperkte telling, leverde een benaderend aantal van ± 29.000 fiches op. Dit hoge cijfer mag niet doen vergeten dat met de vervollediging en de afwerking van het materiaal nog heel wat tijd zal gemoeid zijn: nog een aantal bronnen wacht immers op bewerking, vooral moeten nog vele gegevens worden gecontroleerd, aangevuld en gecorrigeerd en ten slotte wacht de niet te onderschatten taak van de nummering der titels en de samenstelling der registers. Van het voor bibliografisch werk thans zo gunstige klimaat, meer nog van de positieve kritiek en de aanmoedigingen van vakgenoten, verwacht de samensteller de stimulans nodig om zijn project in een niet al te verre toekomst tot een bevredigend einde te brengen, de Nederlandse literatuurwetenschap ten bate.

Organisatieschema van de ‘comparatistische bibliografie van de Nederlandse letterkunde’

I (Eerste Afdeling), Literatuur: theorie en historiografie

A. Theoretisch, vergelijkend, algemeen
1.Bibliografieën
2.Lexica
3.Theoretische werken
a.Algemene literatuurwetenschap (Literaire theorie)
b.Vergelijkende literatuurstudie
c.Algemene en wereldliteratuur
4.Algemene literatuurgeschiedenissen
B. Nederlands
1.Bibliografieën (algemeen, tijdschriften, tijdschriftartikelen, literatuur, literatuurstudie)
2.Biografische woordenboeken
[pagina 129]
[p. 129]
3.Literatuurgeschiedenis
a.Algemeen (of Noordnederlands)
b.Zuidnederlands (Vlaams)
c.Afrikaans
d.Fries
4.Bundels
5.Bijzondere literatuurgeschiedenis
a.Perioden (middeleeuwen, 16e, 17e, 18e, 19e, 20e eeuw)
b.Generaties (tijdschriften) (b.v. Forum, Tachtigers)
c.Regionaal (streken en gemeenten)
d.Groepen (sociale of godsdienstige)

II (Tweede Afdeling). Literatuur als esthetische categorie

A. Filologische voorarbeid
1.Handschriften en handschriftkunde (algemeen, Nederlands, individueel) (19)
2.Boek- en drukgeschiedenis
3.Tekstkritiek en variantenstudie
4.Datering en auteurschap
B. Esthetica, poëtica, stilistiek
1.Esthetica (algemeen, Nederlands, individueel)
2.Poëtica
a.Algemeen
b.Stilistiek (en retoriek) algemeen aanschouwelijkheid, beeldspraak, klank
c.Versleer (metriek) algemeen rijm, ritme en metrum, strofe
C. Literaire genres
1.Genologie
2.Lyriek
a.Algemeen
b.Historisch
c.Individueel
d.Bijzondere soorten: lied, liedsoorten (b.v. geestelijk, kerst-, volkslied) andere dichtvormen (b.v. kwatrijn, refrein, sonnet)
3.Epiek
a.Algemeen
b.Proza
c.Bijzondere soorten: epos, mythe, sage, legende, sprookje, ballade en romance, sproke en boerde, idylle en arcadia roman (algemeen, romansoorten) novelle, kortverhaal, vertelling volksboek
[pagina 130]
[p. 130]
4.Dramatiek
a.Algemeen
b.Historisch
c.Individueel
d.Bijzondere soorten (b.v. abel spel, blijspel, tragedie, zinnespel)
5.Didactiek (20)
a.Algemeen en historisch
b.Bijzondere soorten emblemata, fabel, satire, enz. essay en kritiek biografie, dagboek, brief, geschiedschrijving
6.Paraliteraire (of verwante) genres: ballet, beeldverhaal, film, journalistiek, luisterspel, opera, poppenspel

III (Derde Afd.). Literatuur in verband met leven en samenleving

A.Literaire stromingen (21)
1.Periodisering
2.Middeleeuwen (zie I/B/5a)
3.Renaissance en humanisme
4.Barok
5.Classicisme en Aufklärung
6.Romantiek (en neo-romantiek)
7.Latere stromingen: realisme, naturalisme, impressionisme, symbolisme, avantgarde, expressionisme, vitalisme, dadaïsme, kubisme, surrealisme, magisch realisme, existentialisme, experimentalisme, lettrisme
B. Relaties literatuur - andere vakken
1.Sociologie
a.Inleiding: sociaal-economische geschiedenis
b.Literatuur sociologie (Literatuur als sociaal verschijnsel)
c.Sociale tendensen in de literatuur
d.Individueel
2.Politiek
a.Inleiding: politieke geschiedenis
b.Literatuur-politiek (algemeen, individueel)
c.Politieke stromingen: anarchisme, fascisme, liberalisme, Vlaams-nationalisme e.a.
3.Godsdienst
a.Inleiding: godsdienst- en kerkgeschiedenis
b.Literatuur-godsdienst (algemeen, individueel)
c.Godsdienstige stromingen: begardisme, calvinisme, contrareformatie, jansenisme, katholicisme, moderne devotie, mystiek, piëtisme, protestantisme, réveil e.a.
[pagina 131]
[p. 131]
4.Wijsbegeerte
a.Inleiding: geschiedenis der wijsbegeerte
b.Literatuur-wijsbegeerte (algemeen, individueel)
c.Wijsgerige stromingen: existentialisme, marxisme, rationalisme, scholastiek, spinozisme, stoïcisme e.a.
d.Literatuur-ethica
e.Literatuur-levens- (en wereld-) beschouwing
5.Kunst
a.Inleiding: kunstgeschiedenis
b.Literatuur-kunst (algemeen)
c.Literatuur-muziek (algemeen, individueel)
d.Literatuur-plastische kunsten (algemeen, individueel)
6.Wetenschap
a.Literatuur-wetenschap (algemeen)
b.Geesteswetenschappen (22) filologie (linguïstiek): o.m. auteurs als filologen, filologische (linguïstische)
tekststudie
folklore
geschiedenis
pedagogie (opvoeding en onderwijs): o.m. literatuuronderwijs, kinderlectuur
psychologie (en psycho-analyse)
rechtsgeleerdheid: o.m. auteursrecht, censuur
theologie e.a.
c.Natuurwetenschappen (en techniek) algemeen en individueel bijzonder: o.m. dier- en plantkunde, geneeskunde, mineralogie, natuurkunde, wiskunde
C. Thema's en motieven
1.Algemeen
a.Thematologie (motiefstudie)
b.Thematiek (van Nederlandse literatuur, individuele auteurs)
2.Natuur
a.Werkelijkheid algemeen bijzonder: o.m. lijn-licht-kleur, tijd en ruimte, schoonheid
b.Natuur
c.Jaargetijden, kosmos, hemellichamen
d.Dieren en planten
e.Landschappen (b.v. platteland, stad, zee)
f.Aardrijkskundige plaatsen (in Nederland, Europa, buiten Europa)
3.Mens
a.Algemeen
b.Lichaam, lichaamsdelen en -functies
c.Leven
cbis. Auteursbiografieën
d.Levensloop: geboorte, jeugd (kind), huwelijk, ouderdom, dood
e.Mensentypen (b.v. jood, misdadiger, moeder, vrouw, zwerver)
f.Beroepen (b.v. boer, dokter, priester, student, zeeman)
g.Historische figuren (Nederlandse, buitenlandse)
[pagina 132]
[p. 132]
h.Religieuze (en bijbelse) figuren (b.v. Christoforus, duivel, Jezus, Lucifer, Maria, Noah, heiligen)
i.Legendarische (ook mythologische en roman-) figuren (b.v. Aeneas, Arthur, Blauwbaard, Elckerlijc, Faust, Mariken van Nieumeghen, Pallieter, Prometheus, Reinaert, Vliegende Hollander)
4.Gemoeds- en geestesleven
a.Algemeen (persoonlijkheid, karakter van auteurs)
b.Gemoedstoestanden (b.v. angst, droom, eenzaamheid, liefde)
c.Levenshoudingen (b.v. cynisme, dandyisme, fatalisme, humor, sentimentaliteit, tragiek)
5.Geloof en godsdienst
a.Algemeen (b.v. God, Godsdienst, metafysica, ziel)
b.Christelijke motieven (bijbels, theologisch, liturgisch) (b.v. hel, mirakel, paradijs, gebeden, sacramenten)
c.Bijgeloof en occulte wetenschappen
6.Samenleving
a.Maatschappelijke motieven (b.v. bestaansvoorwaarden, maatschappelijk leven, rasproblemen)
b.Economische motieven (b.v. arbeid, landbouw)
c.Politieke motieven (b.v. oorlog en vrede, vrijheid en onvrijheid) cbis. Historische gebeurtenissen (b.v. Guldensporenslag, Tachtigjarige Oorlog, W.O.I., W.O.II)
d.Juridische motieven (b.v. misdaad, rechtspraak)
e.Nationale motieven (b.v. nationalisme, patriottisme)
f.Folkloristische motieven (b.v. volksleven en -gebruiken, volksgeloof, feesten)

IV (Vierde Afdeling). Literatuur (en cultuur) in internationaal verband

A.Inleiding: Betrekkingen en invloeden binnen het Nederlands taalgebied (23)
1.Intern-Noordnederlands/resp. Zuidnederlands
2.Noordnederlands-Zuidnederlands
a.Algemeen
politiek, cultureel
taalkundig
letterkundig
b.Individueel
3.Nederlands-Fries
4.Nederlands-Afrikaans
B.Contacten met buitenland (Bemiddelaars) (24)
1.Nederlanden als bemiddelaar
2.Emigranten
a.Nederlanders in buitenland (algemeen, per land)
b.Vreemdelingen in Nederlanden (algemeen, per nationaliteit)
3.Reizen (en verblijven)
a.Nederlanders in buitenland (algemeen, per land, individueel)
b.Vreemdelingen in Nederlanden (algemeen, per nationaliteit, individueel)
[pagina 133]
[p. 133]
4.Individuele bemiddelaars
5.Tijdschriften
6.Uitgevers (algemeen, individueel)
7.Universiteiten
a.Nederlandse
b.Buitenlandse
8.Vertalingen
a.Algemeen (theorie)
b.Vertalingen in het Nederlands (algemeen, per taal, individueel)
c.Vertalingen uit het Nederlands
d.Vertalers
C. Betrekkingen met buitenland
1.Nederlands-buitenlands (algemeen)
a.Economisch-politiek
b.Cultureel-artistiek
c.Taalkundig
d.Literair
e.Individueel (Nederlandse auteurs)
2.Nederlands-Duits
a.Economisch-politiek
b.Cultureel-artistiek
c.Taalkundig
d.Literair
e.Individueel
individuele Nederlandse auteurs-Duits
individuele Duitse auteurs-Nederlands
individuele Nederlandse-individuele Duitse auteurs
3.Nederlands-Engels (Angelsaksisch) (analoge indeling)
4.Nederlands-Frans (id.)
5.Nederlands-Italiaans (id.)
6.Nederlands-Oosteuropees (id.)
7.Nederlands-Scandinaafs (id.)
8.Nederlands-Spaans/Portugees (id.)
9.Nederlands-buiten-Europees (Oosters) (id.)
D. Invloeden van/op buitenland
1.Algemeen (theorie van invloed)
2.Collectieve invloeden
a.Algemeen (cultureel, taalkundig, literair)
b.Individueel
c.Bronnen (individueel)
3.Klassieke invloeden
a.Algemeen
cultureel
taalkundig
literair
op individuele auteurs
[pagina 134]
[p. 134]
b.Grieks
cultureel
taalkundig
literair
op individuele auteurs
van individuele auteurs (algemeen, op individuele auteurs)
c.Latijns (zelfde indeling)
4.Duitse invloeden
a.Cultureel-artistiek
b.Taalkundig
Duitse invloed op Nederlands
Duits in Nederlanden
c.Literair
d.Op individuele auteurs
e.Van individuele auteurs (algemeen, op individuele auteurs)
5.Engelse (Angelsaksische) invloeden (analoge indeling)
6.Franse invloeden (id.)
7.Italiaanse invloeden (id.)
8.Oosteuropese invloeden (id.)
9.Scandinaafse invloeden (id.)
10.Spaans-Portugese invloeden (id.)
11.Buiten-Europese (Oosterse) invloeden
a.Algemeen
b.Wereld van Islam (algemeen, afzonderlijke landen)
c.Indische wereld (Hindoeïsme)
d.Wereld van Boeddhisme (algemeen, afzonderlijke landen)
e.Wereld van Hebraïsme (o.m. bijbel)
f.Primitieve volkeren
12.Nederlandse invloeden
a.Koloniaal-economisch-politiek (algemeen, per land)
b.Cultureel-artistiek (id.)
c.Taalkundig (id.)
d.Literair (id.)
e.Op individuele auteurs
f.Van individuele auteurs (algemeen, op individuele auteurs)

voetnoot*
Ten einde de mogelijkheid te scheppen het hierbij horende schema in extenso te publiceren en tegelijk deze bijdrage binnen redelijke perken te houden, voldoen we graag aan het verzoek van de redactie de tekst van onze eigenlijke lezing hier in sterk gecondenseerde vorm weer te geven (noot van de schrijver).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

datums

  • 13 september 1970

  • 12 september 1970

  • 11 september 1970

  • 10 september 1970

  • 9 september 1970

  • 8 september 1970


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • W. Gobbers