Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Handboek van den soldaat (KAJ Brussel) (ca. 1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Handboek van den soldaat (KAJ Brussel)
Afbeelding van Handboek van den soldaat (KAJ Brussel)Toon afbeelding van titelpagina van Handboek van den soldaat (KAJ Brussel)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.61 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/lifestyle


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Handboek van den soldaat (KAJ Brussel)

(ca. 1930)–Anoniem Handboek van den soldaat–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 9]
[p. 9]

Hoofdstuk I
Wat legt de militiewet op?

Belangrijke opmerkingen

Vriend, als de tijd komt, soldaat te worden, zult ge verschillende geschriften en papieren ontvangen welke betrekking hebben tot uw dienst. Lees ze aandachtig, allemaal. Verstaat ge ze niet, raakt ge uit uw toestand niet wijs, of meent gij het slachtoffer te zijn van een vergissing of van vergetelheid, wend u dan zonder wachten tot het gemeentebestuur: daar moet men u alle noodige inlichtingen geven.

Een speciale dienst voor Kajotters-soldaten bestaat ook bij het Algemeen Sekretariaat; hij staat ter beschikking zoowel der leden als der afdeelingen.

In sommige streken bestaat ook een inlichtingsdienst in het werk der zedelijke voorbereiding tot den legerdienst.

Ook in de soldatenkringen kunt gij over inlichtingen beschikken.

1. Normaal verloop van den legerdienst.

1oDe dienstplichtige wordt bij de Wervingsreserve ingelijfd vanaf het jaar waarin hij 17 jaar oud wordt.
[pagina 10]
[p. 10]
2oZijn militieklas wordt aangeduid door het jaartal van dat jaar waarin hij 20 jaren oud wordt.
3oHij wordt voor een bepaald korps of dienst aangeduid en binnengeroepen door zijn korps- of dienstoverste op den datum, welken de Minister van Landsverdediging jaarlijks vaststelt.
4oHij voleindigt zijn termijn van werkelijken dienst: 12 of 17 maanden (zie verder).
5oNa verloop van het werkelijk diensttermijn
a)wordt hij in onbepaald verlof gezonden;
b)blijft hij gedurende 15 jaar deel uitmaken van het werkelijk leger en van de reserve-troepen;
(In deze 15 jaar is begrepen het termijn van werkelijken dienst);
c)Na verloop van die 15 jaar, gaat hij voor 10 jaar over tot de landweertroepen.

2. De wervingsreserve.

Deze instelling heeft voor doel de jongelingen van drie nog-niet-binnengroepen klassen beschikbaar te stellen voor het land in oorlogstijd, om hun een militaire voorbereiding te kunnen geven voldoende om hen bij het veldleger in te lijven als het nood doet.

De wervingsreserve kan enkel in geval van oorlog of wanneer het grondgebied bedreigd is, onder de wapens geroepen worden.

1oJaarlijks moet het Gemeentebestuur de lijst opmaken van de Belgen die 16 jaar oud zijn en die vanaf het daaropvolgend jaar in de wervingsreserve moeten ingelijfd worden.
2oDe belanghebbenden moeten daarvan verwittigd worden. Bij deze verwittiging is er een inlichtingsnota gevoegd; het is nuttig die aandachtig te overlezen.
[pagina 11]
[p. 11]
3oEen jongeling die, in het jaar waarin hij 16 jaar wordt, deze verwittiging van inschrijving in de wervingsreserve niet heeft ontvangen van het gemeentebestuur, moet hiervan onmiddellijk kennis geven aan het College van Burgemeester en schepenen van die gemeente waar hij in het bevolkingsregister stond ingeschreven.
4oEveneens moet de jongeling die, regelmatig verwittigd, bij vergissing meent ingeschreven te zijn (als hij bijv. den vereischten ouderdom niet heeft) aan het zelfde College een klacht indienen.
5oAan de verplichtingen vermeld onder 3o en 4o, worden de belanghebbenden elk jaar, door middel van aanplakbiljetten herinnerd.
6oIeder Belg wordt het jaar dat hij 17 jaar wordt in de wervingsreserve ingeschreven; daarin blijft hij tot hij naar het actieve leger overgaat of tot hij vrijgesteld wordt of heelemaal geschrapt.
7oAlwie op 31 December van het jaar waarin hij 19 jaar wordt niet in de wervingsreserve ingeschreven is, wordt aanzien als dienstweigeraar.
Wie aan dienstweigering deed, wordt verplicht tot drie jaren dienst.
8oHet laatste geval nu: iemand is ingeschreven in de wervingsreserve en wordt opgeroepen tot den werkelijken dienst; zoo hij binnen de drie dagen niet aanwezig is, wordt hij als weglooper of deserteur beschouwd.

3. Verblijf in den vreemde.

Wie ingeschreven is in de wervingsreserve moet, zoo hij zich voor minstens één maand in het buitenland wil begeven, den burgemeester en den bevelhebber van het wervingsbureel van die afwezig-

[pagina 12]
[p. 12]

heid verwittigen en aan die beide overheden daarbij meedeelen:

1oden datum van vertrek;
2oden datum van terugkomst;
3oden naam en het adres van zijn ‘borgman’, die hij op eigen verantwoordelijkheid aanduidt om hem al de mededeelingen aangaande de militiezaken over te maken.

4. Vervroeging van den dienst.

Voor sommige jongens kan het voordeelig zijn, om beroeps- of familieaangelegenheden, hun dienst één of twee jaar (hoogstens) te vervroegen.

A)Vereischte voorwaarden:
1oIn de wervingsreserve ingeschreven zijn.
2o18 of 19 jaar oud worden in het jaar van de lichting waarmede de belanghebbende zijn dienst wenscht te volbrengen.
3oGoedgekeurd zijn voor den dienst.
B)Voorgeschreven rechtsvormen:
1oDe aanvraag tot vervroeging van dienst moet, om in aanmerking genomen te worden, schriftelijk gezonden worden naar den burgemeester der gemeente waar de aanvragers opgeschreven zijn voor de wervingsreserve.
2oDie aanvraag moet gedaan worden tusschen den eersten en den 20 Januari inbegrepen van het jaar waarin de aanvrager ten volle 17 of 18 jaar wordt.

De gemeentebesturen hebben bepaalde onderrichtingen gekregen die hen verbieden aanvragen aan te nemen na den 20 Januari.

Na dien datum, tot 15 dagen vóóraleer de wervingsbureelen hunne werking sluiten, kan eene aanvraag nog geldig gedaan worden per aangetee-

[pagina 13]
[p. 13]

kenden brief aan den Minister van Binnenlandsche Zaken.

C) Afzien van de vervroeging:

Zoo de dienstplichtige, na aanvraag tot vervroeging, daarvan geen gebruik wenscht te maken, kan hij dat doen zonder eenige formaliteit, zoolang hij niet op het wervingsbureel is voorgekomen.

Het volstaat als hij opgeroepen wordt, niet te komen. Dat achterblijven wordt aanzien als een verzaken aan 't voorrecht der vervroeging. Daarentegen, als op het wervingsbureel de belanghebbende niet goedgekeurd wordt voor den dienst, zal men zijn aanvraag aanzien als niet binnengekomen en zal hij zich bij de jongelingen van zijn klas moeten vervoegen.

5. Uitstel.

Uitstel is eene ontheffing van den dienst in vredestijd. In oorlogstijd mogen al de uitgestelden onder de wapens geroepen worden; zij worden dan bij de wervingsreserve ingelijfd.

5 soorten van uitstel moet men onderscheiden:

1oGewoon uitstel: voor een bepaalden termijn, namelijk voor één jaar; dat kan vijfopeenvolgende jaren vernieuwd worden.
2oUitzonderings-uitstel: staat gelijk met uitstel voor een bepaalden tijd, hetwelk onder bijzondere voorwaarden (zie verder) nog drie jaar kan verlengd worden.
3oSpeciaal uitzonderings-uitstel: staat gelijk met ontheffing van dienst in vredestijd en wordt in bijzondere gevallen verleend.
4oOnbepaald uitstel.
5oBuitengewoon uitstel verleend na de aanwijzing tot den dienst of na de inlijving.
[pagina 14]
[p. 14]

Wat moet er gedaan worden?

1oDe aanvragen tot uitstel moeten schriftelijk ingediend worden bij den burgemeester van de gemeente op dezelfde manier als voor de vervroeging van dienst; geldt het een eerste uitstel, dan moet de aanvraag gedaan worden van den 1n tot en met 20 Januari in het jaar vóór de inlijving der klas waartoe hij regelmatig behoort; een vernieuwing van uitstel (verlenging) moet aangevraagd in het jaar waarin de klas, waarin hij gehecht is, wordt binnengeroepen.
2oDe aanvraag moet door den ingeschrevene zelf gedaan worden, en niet door zijn ouders, wier toestemming zelfs niet vereischt wordt.
3oDe aanvraag tot vernieuwing van uitstel moet ieder jaar gedaan worden, tusschen 1 en 20 Januari.
4oWie geen gebruik wil maken van zijn uitstel moet dit op dezelfde wijze aanvragen en ten laatste 15 dagen vóór de wervingsbureelen hun werkzaamheden van de inlijving sluiten.

a) Uitstel voor bepaalden tijd.

De gewone uitstellen kunnen, zonder andere formaliteit worden verleend door een beslissing, in gemeen overleg, getroffen door den Minister van Binnenlandsche Zaken en den Minister van Landsverdediging.

Zooniet worden ze door den militieraad toegestaan aan de militianen, in volgende rangorde:

1oAan de officieren ter zee, aan de leerlingen der zeevaart- en der visschersscholen, aan de werktuigkundigen, stokers en speciaal opgeleide matrozen van het Staatszeevaartwezen, van de handelszeevaart en de visschersvloot.
[pagina 15]
[p. 15]
2oAan den onmisbaren steun voor vader en moeder of voor één van beiden, of ook, bij het overlijden der ouders, voor zijn grootouders of voor een hunner, of nog voor een of meer broeders of zusters die weezen zijn.
3oAan den vader, weduwnaar met één of meer kinderen.
3obis.Aan hen die sedert den leeftijd van 18 jaar, hun werkelijke en gewone verblijfplaats hebben in het buitenland, met uitzondering van de Kolonie, de Britsche Eilanden en de aan België grenzende landen.
4oAan dengene die, als zijn klas in werkelijken dienst treedt, een broeder als dienstplichtige (en niet als vrijwilliger) onder de wapens heeft.
Worden twee broeders tegelijkertijd binnengeroepen, dan kan de jongste van het uitstel genieten, tenzij hij (hij zelf en niet zijne ouders) dit recht aan zijn ouderen broeder afstaat.
5oAan den eerst binnengeroepene van een familie met minstens vijf kinderen in leven, t.t.z. aan dengene die het eerst wordt binnengeroepen en niet aan dengene die het eerst in de familie een uitstel vraagt.
6oAan dengene die ter verrechtvaardiging onderwijs-, studie- of leerbelang zou doen gelden.
7oAan dengene die in dienst is van den staat in de kolonie.
8oAan dengene die als onmisbaar wordt opgeëischt door een landbouw-, nijverheids- of handelsonderneming waaraan hij zich wijdt voor eigen rekening of voor rekening van zijn ouders.
9oAan dengene die in de kolonie of in den vreemde verblijft en zware nadeelen zou oploopen zoo hij aan zijn taak werd onttrokken.
[pagina 16]
[p. 16]

b) Uitzonderingsuitstel.

We hebben gezien dat uitstel voor bepaalden tijd vijfmaal kan verleend worden, t.t.z. zoolang de dienstplichtigen in ouderdom tot eene der vijf laatste lichtingen behooren.

Zij kunnen opnieuw driemaal uitstel bekomen, namelijk uitzonderlijk uitstel, in de volgende gevallen:

1oOfficier ter zee zijnde, leerling zijn eener zeevaart- of visschersschool, werktuigkundige, stoker of speciaal opgeleide matroos zijn van het Staats-zeevaartwezen, van de handelszeevaart of de visschersvloot.
2oDe onmisbare steun zijn van zijn vader en zijn moeder, enz. (gelijk 2o voor 't gewoon uitstel).
3oWeduwnaar zijn met een of meer kinderen.
4oSedert den ouderdom van 18 jaar in het buitenland verblijvend. (Zie 3obis blz. 15).

c) Speciaal uitzonderings-uitstel.

1oEen eenige zoon, onmisbare steun van vader en moeder, welke minstens 60 jaar oud zijn, of van een van beiden;
2oDe oudste zoon, onmisbare steun van zijne moeder, die weduwe is met minstens 4 kinderen ten laste;

De onmisbare steun van een of meer broeders of zusters die weezen zijn en jonger dan 16 jaar;

Al deze dienstplichtigen zijn van den dienst in vredestijd ontslagen zoohaast ze ophouden te behooren tot eene der zes laatste lichtingen. Maar als uitdrukkelijke voorwaarde tot het bekomen dier gunst legt de wet op, dat het uitstel de drie laatste

[pagina 17]
[p. 17]

malen verleend werd door den militieraad om eene der redenen opgegeven onder 1o, 2o en 3o.

De belanghebbenden moeten beroep doen op het recht van die schikking zoohaast ze hun uitstel vragen.

In geen enkel geval mogen twee leden van eenzelfde huisgezin tegelijkertijd van 'n uitzonderingsuitstel gebruik maken.

Een gezin, dat ten volle het voordeel genoten heeft van een uitzonderings-uitstel, kan geen aanspraak meer maken op een tweede uitstel van denzelfden aard, ten voordeele van een tweede lid, tenzij de eerste gestorven of gehuwd is.

d) Onbepaald uitstel.

Een uitstel van onbepaalden duur wordt verleend aan den eerstbinnengeroepene van een familie van minstens zes kinderen in leven die zulks vraagt; nochtans mag, het dagloon van den dienstplichtige terzij gelaten, het gezamenlijk inkomen der leden van zijn familie die onder hetzelfde dak wonen en één enkel huishouden uitmaken, niet meer beloopen dan het dubbel van de minimuminkomsten, dewelke ontslagen zijn van supertaks.

Om dat uitstel te bekomen moet de dienstplichtige het vragen: hij dient eene aanvraag in bij het College van burgemeester en schepenen, tusschen 1 en 20 Januari van het jaar waarin de aanvrager volle 19 jaar oud wordt.

Het verleenen van onbepaald uitstel ontslaat voor goed van dienst in vredestijd, maar de belanghebbende blijft in de wervingsreserve ingeschreven totdat de klas, waartoe hij had moeten behooren zoo hij geen uitstel had bekomen, wordt afgedankt.

[pagina 18]
[p. 18]

In geval van mobilisatie wordt hij dus gevoegd bij dat deel van het leger waar zich de jongelingen van zijn ouderdom bevinden (werkelijk leger, reserve of landweer).

Er dient op gewezen dat in het getal der levende kinderen zijn begrepen de militairen die het leven verloren hebben of verdwenen zijn in den oorlog 1914-1918.

Tenslotte moet, om onbepaald uitstel te verkrijgen, een derde voorwaarde verwezenlijkt zijn, namelijk, in de familie mag vroeger geen lid genoten hebben noch van een dergelijk onbepaald uitstel, noch van een volledige vrijstelling.

e) Uitstel na aanduiding voor den dienst of na inlijving.

Iemand voor den dienst aangewezen (zelfs als hij reeds ingelijfd werd), kan nog uitgesteld en terug bij de wervingsreserve gevoegd worden door eene beslissing van den militieraad. Daarvoor is noodig dat bij hem de voorwaarden verwezenlijkt worden welke hem tot een familiesteun maken, ofwel dat hij weduwenaar wordt met minstens één kind.

De militieraad vergadert hiervoor (zelfs buiten zijn normalen zittijd) in de laatste veertien dagen van den loopenden trimester.

Werd de dienstplichtige reeds ingelijfd, dan kan hij, in afwachting eener beslissing, in verlof zonder soldij gezonden worden.

Om voldoening te bekomen moet hij liefst per aanbevolen brief eene aanvraag richtien tot den gouverneur der provincie.

Beslist de militieraad ten zijnen voordeele, dan wordt de belanghebbende afgedankt en maakt hij geen deel meer uit van het leger.

[pagina 19]
[p. 19]

Wordt de vernieuwing van uitstel niet aangenomen, dan wordt hij bij de loopende lichting ingelijfd; maar er wordt rekening gehouden van den tijd dat hij reeds onder de wapens is geweest.

6. Het wervingsbureel.

Het wervingsbureel is gedurende een tijdperk van drie maanden ongeveer werkzaam; datum van begin en einde worden jaarlijks vastgesteld.

De ingeschrevenen worden op bepaalden dag en uur opgeroepen.

Er dient op gewezen dat een gebrek of ziekelijkheid van welken aard ook, geen reden is om niet ingeschreven te worden of om niet naar het wervingsbureel te komen.

De dienstplichtige die opgeroepen wordt voor het wervingsbureel en om eene of andere reden onmogelijk op den aangeduiden dag kan komen, zou hiervan onmiddellijk het gemeentebestuur moeten verwittigen.

Degenen die na de voorgeschreven oproeping niet naar het wervingsbureel komen, mogen als dienstweigeraars aanzien worden en voor drie jaar bij 't leger worden ingelijfd. Hetzelfde geldt voor degenen die aangeduid zijn om nagegaan te worden in een gasthuis, zooals we verder zullen zien, en er op den aangeduiden dag niet binnenkomen.

De dienstplichtigen mogen volgende bewijsstukken meebrengen:

1oEen getuigschrift van hunnen patroon waarin beknopt hun beroep staat aangegeven, zoo zij een geschoold beroep uitoefenen.
2oEen getuigschrift of aanduiding eener beroeps- of nijverheidsschool en in 't algemeen elk getuigschrift dat juiste aanduidingen geeft over de
[pagina 20]
[p. 20]
gedane studies of beroepsbekwaamheden.
3oHet trouwboekje hunner ouders (voor degenen die behooren tot een huisgezin met minstens vier kinderen).
4oGebeurlijk ook hun eigen trouwboekje.
Het lichamelijk onderzoek der dienstplichtigen heeft met gesloten deuren plaats waar enkel twee geneesheeren, één burgerlijk en één van het leger, aanwezig zijn.

Dit onderzoek moet degenen die ervoor verschijnen bij volgende indeelingen rangschikken:

a)goedgekeurd: geschikt voor den dienst;
b)verdaagd: voorloopig ongeschikt;
c)ontslagen: voorgoed ongeschikt.

In geval van twijfel of meeningsverschil omtrent de geschiktheid, wordt de belanghebbende gedurende, ten hoogste 15 dagen, in een hospitaal ter voorloopige waarneming geplaatst; tegen de beslissing van den deskundigen geneesheer van het hospitaal kan niet in beroep gegaan worden.

Anders is het gesteld met de beslissingen der geneesheeren van het wervingsbureel: hiertegen kan beroep aangeteekend worden, door den ingeschrevene persoonlijk (en niet door de ouders of den voogd) en ook door het Ministerie van Landsverdediging.

Zoo een ingeschrevene dus meent dat hij niet aangeduid is overeenkomstig de lichamelijke geschiktheid die hij denkt te hebben of zoo hij een meerwaardige reden kan doen gelden om 'n andere beslissing te bekomen, moet hij volgenderwijze tegen die beslissing in beroep gaan: binnen de veertien dagen per aanbevolen brief, een beroep met de redenen erbij naar den Gouverneur der provincie zenden.

Deze akte van beroep moet vermelden: naam,

[pagina 21]
[p. 21]

voornamen en verblijfplaats van dengene die beroep aanteekent, alsook den datum der beslissing tegen dewelke hij zich verzet. Het handteeken van den beroeper (dengene die beroep aanteekent) of de stempel die het vervangt moet wettelijk bekrachtigd worden door een lid van het schepencollege, die dit niet mag weigeren. (Weigert hij, dan moet deze inbreuk op de wet aangeklaagd worden onder op de akte van beroep.)

Het is van belang hierbij op te merken dat al de akten, opgemaakt in toepassing van de wet en de voorschriften op het leger en de aanwerving, vrij zijn van zegel. Na afloop van het lichamelijk onderzoek komt de ingeschrevene op het eigenlijke wervingsbureel, waar hij ondervraagd wordt over de studies die hij gedaan heeft, de talen die hij leest en schrijft, het beroep dat hij uitoefent, het beroep en de loopbaan waar hij zich toe bestemt, zijne bijzondere geschiktheden: snelschrift (stenographie), machienschrift (dactylographie), paardrijden, fietsen, moto- of autorijden, duivensport, fotographie; of hij een diploma heeft van vliegenier-stuurman, welk wapen hij verkiest en welk garnizoen.

Het is dus van belang dat elke dienstplichtige, in zijn eigen voordeel, alvorens hij naar het wervingsbureel gaat, voorbereid zij om duidelijk die onderscheidene vragen te beantwoorden.

Al heeft de dienstplichtige ook aangeduid welk wapen hij verkiest, toch zal daarom niet volstrekt gehoor worden gegeven aan zijn aanvraag; doch heeft hij daarentegen zijn voorkeur niet te kennen gegeven als hij op het wervingsbureel is geweest, dan is het later onmogelijk nog eene aanvraag te doen.

[pagina 22]
[p. 22]

7. Verdaging.

De dienstplichtigen, die om hun overzwak gestel, om gebrekkigheden of ziekten tijdelijk ongeschikt bevonden worden voor den legerdienst, worden een jaar uitgesteld.

Deze verdaging mag niet meer dan driemaal vernieuwd worden.

De verdaagde blijft in de wervingsreserve ingeschreven en wordt tot den dienst met die reserve binnengeroepen.

De verdaagde mag in beroep gaan tegen de beslissing die over hem genomen is op de wijze en binnen den tijd die in het vorige paragraaf zijn aangeduid, waar het gaat over de beslissing der geneesheeren van het wervingsbureel.

De verdaagde wordt bij de volgende lichting gevoegd en komt opnieuw voor het geneeskundig onderzoek met de ingeschrevenen voor die lichting.

8. Ontheffing van dienst.

Als de geneesheeren van het wervingsbureel vaststellen dat de ingeschrevene zwak is of aan een ongeneesbare ziekte lijdt, welke vrijstelling meebrengt, verklaren zij hem voorgoed ongeschikt; hetzelfde geldt indien zijn gestel in 't algemeen deze belsissing rechtvaardigt.

De vrijgestelde wordt ontslagen van elken dienst, in vredestijd, doch ook in oorlogstijd; hij wordt uit de wervingsreserve geschrapt.

9. Vrijstelling van den werkelijken dienst.

Zoo het getal, der voor den dienst aangewezen militianen, hooger is dan 44.000 vermeerderd met

[pagina 23]
[p. 23]

het totaal der verschillende getalsverminderingen op het contingent van de voorgaande klasse, dan worden er vrijstellingen van aktieven dienst verleend.

Deze vrijstelling is geene ontheffing, maar alleen vergunning geen dienst te moeten doen in vredestijd; zoodoende moeten de vrijgestelden wel onder de wapens komen ingeval van oorlog of van geheele of gedeeltelijke mobilisatie.

Wie kunnen nu van 't voorrecht van die vrijstelling genieten en in welke volgorde?

1oOp de eerste plaats de eerst-binnengeroepenen van een huisgezin met meer dan vijf kinderen in leven; en dit in verhouding tot het getal kinderen.
Bij de kinderen in leven worden gerekend de soldaten die omgekomen zijn of verdwenen in den oorlog 1914-1918.
2oOp de tweede plaats worden dienstplichtigen vrijgesteld wier huisgezin het meest diensten aan het leger bewezen heeft.

Om een scheidingsliljn te trekken tusschen de gezinnen die evenveel zonen aan het leger geleverd hebben, wordt de voorkeur in de volgende orde vastgesteld:

1oEen of meerdere zonen onder den dienst gestorven.
2oEen of meer zonen die in 1914-1918 diensten bewezen hebben, erkend door frontstrepen, volgens het aantal diensten en frontstrepen.
3oHet meest broeders en zusters in leven.
4oHet meest broeders in leven.
5oEen wees van vader en moeder.
6oEen wees van vader.
7oEen wees van moeder.
8oOuderdom van den vader.
9oOuderdom der moeder-weduwe.
[pagina 24]
[p. 24]

De reeksen jongelingen welke jaarlijks van die vrijstelling kunnen genieten, worden jaarlijks in Staatsblad en in de pers bekend gemaakt.

De vrijstellingen worden verleend door een bestuurlijke commissie (een beambte van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken, een beambte van het Ministerie van Landsverdediging en een officier).

De vrijgestelde dienstplichtigen worden hiervan verwittigd door het wervingsbureel. In de kennisgeving wordt de reden der vrijstelling vermeld.

De op vertoon van onjuiste documenten verleende vrijstellingen worden nietig verklaard, zoo de onregelmatigheid wordt vastgesteld binnen de 5 jaar.

Het is van belang hierbij te wijzen op het belang van het juist invullen van het formulier (voor de samenstelling van het gezin) dat den dienstplichtige voorgelegd wordt op het wervingsbureel.

Wanneer de reden van vrijstelling, die op de bekendmaking voorkomt niet overeenstemt met het onderteekend bewijs, of zoo het onderteekend bewijs niet overeenstemt met de werkelijkheid, moet de dienstplichtige zijn vrijstelling weigeren. Zooniet, loopt hij gedurende 5 jaar het gevaar onverwachts binnengeroepen te worden.

De dienstplichtigen mogen deze vrijstelling weigeren binnen een termijn van 15 dagen, te rekenen van den datum van het ontvangen der bekendmaking. Die weigering wordt gedaan door middel van een aangeteekenden brief aan den Minister van Landsverdediging.

[pagina 25]
[p. 25]

10. Keuze van het wapen en van het garnizoen.

Sommige dienstplichtigen mogen hun wapen kiezen onder zekere voorwaarden:

1ode vereischte geschiktheid hebben voor wat lichaam, verstand en beroep betreft;
2ogeen wapen vragen welk hen verder van hun huisgezin zou verwijderen. Door wapen dient men te verstaan: voetvolk, ruiterij, geschut en genie.
3oVoor zoover de vereischten van de militaire inrichting het toelaten.

De dienstplichtige die zijn wapen mag kiezen, moet op het wervingsbureel zijn aanvraag als volgt uitdrukken: voor het voetvolk, de ruiterij, het geschut of de genie, en niet: het 1e grenadiers, het 1e gidsen, het 1e geschut of het 3e genie: de keus wordt beperkt tot het wapen en niet tot het regiment.

Met deze voorkeur wordt rekening gehouden in de volgende orde:

1ovoor de gehuwden;
2ovoor de eerst binnengeroepenen der gezinnen van 4 kinderen;
3ode binnengeroepenen der gezinnen van 5 kinderen en meer.

De keuze van het garnizoen wordt toegestaan op dezelfde voorwaarden en wijze.

Voor degenen die niet mogen kiezen wordt zooveel mogelijk rekening gehouden met hun verlangen; doch vermits sommige garnizoenen bij voorkeur aangevraagd worden, is het onmogelijk eenieders wenschen in te willigen.

[pagina 26]
[p. 26]

11. Speciale wapeneenheden.

Wanneer de dienstplichtigen ingedeeld worden tusschen de verschillende wapen- en diensteenheden, houdt men rekening met den beroepsaanleg der belanghebbenden en met hun aanvraag om van een bepaald korps, dienst of gespecialiseerde inrichting deel uit te maken; ook sommige lichamelijke hoedanigheden (gestalte, gezichts- en gehoorsscherpte, gespierdheid enz.) kunnen daarvoor in aanmerking komenGa naar voetnoot(1).

a) Lijst der korpsen en diensteenheden waarvoor rekening wordt gehouden met den beroepsaanleg:

Regiment voor spoorwegen (Antwerpen).

Regiment der verbindingstroepen (Vilvoorde).

Geschut van het Ruiterijkorps (Leuven).

Luchtvaart.

Ruiterij (Brasschaat, Beverloo, Brussel, Spa).

Reperage-dienst van het geschut (Brasschaat).

Leger-automobiel-vervoerdienst (Brussel en Antwerpen).

Regiment cyclisten (Brussel, Eupen-Malmedy).

Genie-cyclisten (Tervuren).

Genie (Antwerpen, Tervuren, Namen, Luik).

Vestingsregimenten (Luik, Namen).

Regiment Legergeschut (Antwerpen).

Regiment van grondverweer tegen vliegtuigen.

Intendantie-inrichtingen (Antwerpen, Luik, Namen, Brussel).

[pagina 27]
[p. 27]

Krijgsgasthuizen (Antwerpen, Brussel, Brugge, Beverloo, Luik, Namen).

 

b) Voorwaarden:

De dienstplichtige, die tot een der hoogervermelde inrichtingen is toegelaten, mag zijn beroep blijven uitoefenen gedurende zijn aanwezigheid onder de wapens; maar om toegelaten te worden moet hij de volgende voorwaarden vervullen:

1oEén der beroepen uitoefenen aangeduid op 'n aanplakbiljet in de wachtzaal van het wervingsbureel. (De lijst is te lang om hier weer te geven.)
2oBinnen bepaalden tijd, na aanwijzing voor den dienst, een aanvraag richten tot de bevoegde legeroverheid om de vereischte proef af te leggen.
Deze aanvraag, per gefrankeerden brief, moet bevatten: naam, voornamen, datum en plaats der geboorte; gemeente waar men ingeschreven is voor den dienst; beroep en juist adres (gemeente, straat en nummer);
3oZich vertoonen op den dag en het uur door den bevelhebber der eenheid vastgesteld, voorzien van de bewijsstukken welke bij den oproep zijn voorgeschreven;
4oSlagen in de proef van bekwaamheid welke voorgeschreven is.

Het wervingsbureel bezorgt aan de dienstplichtigen die zulks vragen de noodige inlichtingen betreffende 1o en 2o der voorwaarden.

Het is van belang er op te wijzen dat de dienstplichtigen, welke in rechte hun garnizoenplaats niet mogen kiezen (zie de voorgaande paragraaf), toch het garnizoen dat ze verlangen kunnen bekomen, zoo ze lukken in de proef voor een korps of technischen dienst van dit garnizoen, volgens de hoogervermelde lijst.

[pagina 28]
[p. 28]

12. Verandering van korps.

Enkel in het belang van den dienst mogen veranderingen van korps toegestaan worden. Alleen de Minister heeft hierover te beslissen, en wanneer het belang van den dienst niet in de zaak betrokken is, mogen hem zelfs voor die zaak geen aanvragen toegezonden worden.

Deze regel kent slechts één enkele uitzondering: veronderstellen we een dienstplichtige die zonder betwisting recht had op de keuze van het wapen (zie voorgaande paragraaf) en die ten gevolge eener vergissing uit onwetendheid of vergetelheid vanwege de militaire overheid de aangevraagde wapeneenheid niet verkregen heeft; dan kan hij verandering van korps bekomen op de volgende voorwaarden:

1oDe aanvraag moet gedaan worden voordat veertien dagen verloopen zijn sinds zijn binnenkomen onder de wapens.
2oZijn aanwijzing voor een bepaalde eenheid mag niet het gevolg zijn van zijn eigen nalatigheid en evenmin voortvloeien uit de noodzakelijkheid voor het leger en voor de verdeeling der legermacht aldus te handelen.
3oVraagt de dienstplichtige over te gaan naar een eenheid waarvan de rekruten reeds binnen zijn, dan moet hij, om voldoening te bekomen, erin toesstemme zijn dienst met de volgende klas te doen; evenwel wordt hem de tijd, gedurende dewelke hij in zijn eerste korps gediend heeft, als werkelijken dienst toegerekend.

13. Duur van den legerdienst.

De duur van werkelijken dienst is op 12 maand bepaald. Nochtans zullen, gedurende het

[pagina 29]
[p. 29]

tijdperk dat zich uitstrekt van de klas 1937 tot en met de klas 1941, volgende militianen tot 17 maand dienst gehouden worden:

1oDe militianen die aangewezen zijn tot opleiding in de reservekaders.
2oDe gewone militianen van de infanterie, behalve de mitrailleur-bataljons en Kompagnies Mortieren van 76.
3oDe gewone militianen van de wielrijdersregimenten en van een gedeelte der Ardenner Jagers.
4oDe gewone militianen die bestemd zijn om het gebeurlijk tekort aan vrijwilligers bij het Cavaleriekorps, de vestingsregimenten en de grenswielrijders-eenheden aan te vullen.

Worden geroepen om de eenheden uit te maken waarvan sprake in 2o, 3o en 4o:

a)De militianen die, op het wervingsbureel, of binnen een termijn tot 15 dagen na hun verschijnen op dit bureel, één van die eenheden kiezen om hun dienst te vervullen.
b)In zooverre het aantal van deze militianen onvoldoende is, de eerste zoon van elk gezin, die als militiaan voor den dienst is aangewezen, en niet kandidaat-reserve-gegradeerde is.

Indien een militiaan wegens lichamelijke of beroeps-eigenschappen, niet bij één der voormelde korpsen kan worden ingedeeld of gehandhaafd, wordt hij overgeplaatst naar de kategorie militianen tot 12 maand dienst aangewezen. In dit geval wordt de verplichting, tot dienst bij een der voormelde eenheden, overgedragen op den volgenden zoon, die voor den dienst is aangeworven.

Zoo het aantal militianen, die een verlengden dienst te vervullen hebben, de behoefte overtreft,

[pagina 30]
[p. 30]

dan wordt de rest die slechts tot 12 maand geroepen is, geschift met inachtneming van de samenstelling van het gezin.

Bij gelijk aantal kinderen wordt er rekening gehouden met:

a)het aantal zonen van het gezin die reeds soldaat zijn geweest;
b)het aantal zonen die nog zullen soldaat worden.

Indien verscheidene gezinnen gelijke aanspraken doen gelden, dan wordt de orde van voorrang bepaald op dezelfde wijze als voor de vrijstellingen van werkelijken dienst. (Zie no 9, blz. 22.)

Vergoeding.

a)De militianen die, zooals vermeld onder 1o hierboven, gekozen hebben 17 maand dienst te doen, ontvangen met ingang van de 13e maand een maandelijksche vergoeding van 500 frank (den militianen betaald).
b)De militianen die, krachtens 2o hierboven, gehouden zijn tot 17 maand dienst, bekomen op hun aanvraag vanaf de 13e maand een maandelijksche vergoeding van 300 frank.

De vorm en het termijn waarin de aanvragen moeten ingediend worden, alsmede de betalingswijze worden bij Koninklijk Besluit bepaald.

In de volgende gevallen kan de aktieve diensttijd verlengd worden:

1oIndien de dienstplichtige opgesloten is geweest tengevolge eener veroordeeling uitgesproken door een militair of door een gewoon gerechtshof, dan wordt zijn diensttijd verlengd met den termijn van zijn opsluiting.
2ode dienstplichtige, die met gevang of cachot
[pagina 31]
[p. 31]
is gestraft geworden, moet voor elken dag gevang of cachot twee dagen langer dienen.
3oDe dienstplichtige, die onwettig afwezig is, wordt voor elken dag afwezigheid 4 dagen onder de wapens gehouden, zonder echter 100 dagen te overschrijdenGa naar voetnoot(1).
4oDe soldaten, die bij het einde van hunnen diensttijd hunne militaire opleiding niet voltrokken hebben, en dit uit reden van slecht gedrag, slechten wil of werkelijke nalatigheid, kunnen onder de wapens gehouden worden gedurende hoogstens 100 dagen.

In alle geval mogen ze in toepassing van 1o, 2o, 3o en 4o, in 't geheel slechts 100 dagen hoogstens onder de wapens gehouden worden.

14. Ontslag der militairen.

De ingelijfden, wier dienst- of kamptermijn eindigt op een Zondag, een Maandag of een der dagen waarop de dienst voor heel den dag als 's Zondags geregeld is, worden volgens de volgende regeling naar huis gezonden:

1oWanneer de dag, waarop de belanghebbenden recht hebben in onbepaald verlof te gaan.
a)een Zondag is;
b)valt op den 1 Januari, den 8 April, den 21 Juli, den 11 November, den 24 November, op O.H. Hemelvaart, O.L. Vrouw Hemelvaart,
[pagina 32]
[p. 32]
Allerheiligen, Kerstmis en wanneer deze feestdagen niet op eenen Maandag vallen, mogen zij den vooravond van dien dag vertrekken.
2oZij mogen twee dagen voor den einddatum vertrekken wanneer deze
a)een Maandag is;
b)de dag is die volgt op Allerheiligen, Kerstmis en dat deze feestdagen 's Dinsdags, 's Woensdags of 's Donderdags vallen.
3oZij mogen 's Vrijdags vertrekken wanneer 's Maandags hun diensttijd uit is en dat het 's Zaterdags Zondagdienst is.

15. Heroproeping in vredestijd.

Terwijl zij deel uitmaken van het aktieve leger, of dezes reserve, worden de militianen van de verschillende wapens en van de vervoerkorpsen onderworpen aan verschillende wederoproepingen onder de wapens voor een totalen duur van ten hoogste 42 dagen.

Gedurende dezelfde periode worden de militianen van de infanterie, de legerkorps-artillerie, de infanterie-divisies, de artillerie van het ruiterijkorps, het grondverweer tegen luchtvaartuigen, de regimenten wielrijders, de genie-troepen, de ruiterij-regimenten en de gemengde regimenten, onderworpen aan één of meer aanvullende wederoproepingen welke, samen met die volbracht bij toepassing van vorige alinea, den maximum duur van de wederoproepingen op 58 dagen kunnen brengen.

Al de militianen aangeduid voor de reservekaders en de onderofficieren militianen van de genie worden onderworpen aan wederoproepingen

[pagina 33]
[p. 33]

welke in het geheel 74 dagen niet mogen overtreffen.

Tijdens den duur der wederoproepingen ontvangen de gehuwde militianen, die zulks aanvragen, een dagelijksche vergoeding van 14 frank verhoogd met den wettelijken kindertoeslag.

De vergoeding wordt echter niet verleend indien de samengestelde inkomsten van den militiaan en zijn echtgenoote meer bedragen dan het dubbel van de minimum-inkomsten (welke ontslagen zijn van supertaks).

16. Verandering van adres. Verblijf in den vreemde.

Ieder soldaat, die zijn ontslag heeft bekomen, moet onmiddellijk zijn korpsoverste op de hoogte stellen van elke verandering van adres zoolang hij behoort tot de reserve-troepen, namelijk tot zijn 45ste jaar.

Eene nalatigheid kan u doen veroordeelen als deserteur door het krijgsgerecht en een jaar gevangenisstraf voor gevolg hebben.

Om zich naar het buitenland te begeven, moeten de soldaten in werkelijken dienst eene aanvraag indienen bij hun korpsoversten. Zijn zij niet meer onder de wapens, dan moeten zij die aanvraag doen bij den bevelhebber der rijkswacht van hun kanton; doch dit geldt enkel wanneer zij meer dan 28 dagen afwezig zijn.

voetnoot(1)
Nochtans moeten wij onze vrienden waarschuwen voor de keuze van zekere wapeneenheden, zooals bijv. den vliegdienst, waar een heele hoop soldaten uitsluitend bezigheden krijgen, welke met de techniek van het beroep niets te maken hebben. Alvorens naar het wervingsbureel te gaan zich dus eerst goed op de hoogte stellen.

voetnoot(1)
Er dient wel op gelet dat dit weerhouden onder de wapens om die verschillende redenen in niets de verplichting vermindert eerst den tijd uit te dienen dien men om een of andere reden buiten zijn eenheid heeft doorgebracht (onwettige afwezigheid - desertie - opsluiting, verblijf in het gasthuis of thuis om reden van verwonding of ziekten welke niet aan den dienst kunnen toegeschreven worden, enz.).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken