Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Handelingen van het Nederlandsche Philologen-congres 13 (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Handelingen van het Nederlandsche Philologen-congres 13
Afbeelding van Handelingen van het Nederlandsche Philologen-congres 13Toon afbeelding van titelpagina van Handelingen van het Nederlandsche Philologen-congres 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.70 MB)

Scans (6.66 MB)

ebook (3.25 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Handelingen van het Nederlandsche Philologen-congres 13

(1930)– [tijdschrift] Handelingen van het Nederlands Filologencongres–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[Het congres]

Vrijdagmiddag 2 uur werd het congres door het gemeentebestuur van Nijmegen officiëel ten stadhuize ontvangen. In de voorname gobelin-zaal werd het welkomstwoord gesproken door den burgemeester, den heer F.M.A. van Schaeck Mathon. Hij dankte de congressisten voor de eer de stad Nijmegen aangedaan. Nijmegen is een overoud cultuurcentrum, en het is voornamelijk om deze traditie te handhaven en uit te breiden, dat de stad de jeugdige hoogeschool gaarne binnen haar muren heeft ontvangen. Het is dan ook begrijpelijk, dat het stedelijk bestuur aangenaam getroffen was door het feit, dat ditmaal Nijmegen, om hare Universiteit, als congres plaats was uitgekozen. De spreker hoopte dat de kennismaking met Nijmegen een aangename mocht zijn, dat het congres rijke vruchten mocht afwerpen, en niet het minst, dat het congres voor Nijmegen tot gevolg mocht hebben, dat de betrekkingen tusschen de stad en de intellectueele centra van binnen- en buitenland voor de toekomst zouden worden verduurzaamd en bestendigd.

Namens het congresbestuur werden deze hartelijke welkomstwoorden beantwoord door Prof. Dr. F. Muller, Jzn. die de warme erkentelijkheid van het congres uitsprak voor de sympathieke wijze waarop hier, voor het eerst sedert de oprichting der congressen, de deelnemers door de overheid officieel werden ontvangen. Het congres waardeert deze ontvangst in het stemmige stadhuis met zijne kunstschatten, het is gelukkig op dezen heiligen grond, een der beginplaatsen van onze Nederlandsche cultuur te mogen vergaderen. De hartelijkheid waarmee wij hier zijn ontvangen, heeft in onze harten die feeststemming verwekt, die een vruchtbare beoefening der wetenschap slechts ten goede kan komen.

Hierna bezichtigden de deelnemers het stadhuis, onder leiding van den gemeente-archivaris, den heer M.P.M. Daniëls.

Te 3 uur deelde het congres zich in twee groepen, waarvan de eene het Archaeologisch Museum Kam ging bezichtigen onder leiding van den

[pagina X]
[p. X]

directeur, Dr. M.A. Evelein, terwijl de andere een uitstapje maakte naar Berg en Dal.

's Avonds werd den congressisten in het concertgebouw ‘De Vereeniging’ een muziek- en voordrachtenavond aangeboden. Er werd een zeer boeiend programma ten gehoore gebracht door het gemengd koor ‘Arti Vocali’ onder leiding van den heer Arnold Martens, en den declamator Paul Huf, van ‘Het Vereenigd Tooneel’. De zangeressen en zangers openden het concert met eenige zeer schoone en belangwekkende Gregoriaansche gezangen, waarna zij vervolgden met drie liederen uit Valerius' Gedenck-Clanck, een lied van Hans Sachs, een oud-Engelsch madrigaal, en een lied van Debussy, om te besluiten met een Credo van den Nijmeegschen componist Willem Heydt. Zij oogstten grooten bijval. Hun worde hier de oprechte dank van het congres gebracht voor deze schoone inleiding. Paul Huf bracht ten gehoore eenige anonyme oud-Nederlandsche gedichten, zes sonnetten van Bredero, verschillende Oldenbarneveldtgedichten van Vondel, en, na de pauze The Raven van E.A. Poe, Le Curé de Cucugnan van Alphonse Daudet, en Das Gewitter van Detlev von Liliencron. De voortreffelijke voordracht, niet het minst die van de stukken in vreemde talen, boeide het philologisch gehoor van begin tot eind. De declamator heeft een blijvenden indruk achter gelaten op allen die hem hoorden door het aangrijpende, bekoorlijke, en humoristische zijner voordracht. Wij zijn hem grooten dank verschuldigd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken