Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2 (1931)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.62 MB)

Scans (22.94 MB)

ebook (3.41 MB)

ebook (3.41 MB)

XML (1.05 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

W.L. de Vreese



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2

(1931)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Van den genen die ridders waren gemaect haer prijs. xx.

 
Die gene die ridders gemaect waren
 
Eer die strijt began baren,
[pagina 122]
[p. 122]
 
Verdienden daer her ridderscap wel,
 
Want si waren te stride snel.
1310[regelnummer]
Nu hord wie daer ridder ward:Ga naar margenoot+
 
Heinric Bebbeken ende GeraerdGa naar voetnoot1311Ga naar voetnoot1311-1312
 
Van Gete, Lodewijc Bertout,Ga naar voetnoot1312
 
Heinric van Kuec, van Steine Arnout,Ga naar voetnoot1313
 
[Willem van Beringhen, Willem van Horne,]Ga naar voetnoot1314
1315[regelnummer]
Jacob van Mee[r]laer, Cole van Dorne,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1315
[pagina 123]
[p. 123]
 
Van Goetsenove Goeswijn,Ga naar voetnoot1316
 
Van Heverle, camerlijn, in scijn,Ga naar voetnoot1317
 
Heinric van Walem, Geraert van Pollaer,Ga naar voetnoot1318
 
Laurens Volkart, Diderijc van Herlaer,Ga naar voetnoot1319
[pagina 124]
[p. 124]
1320[regelnummer]
Geraerd van Voslaer, Willem van Boecstele,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1320
 
Heynric van Wilre, ende ander veleGa naar voetnoot1321
 
Die vromich waren ende stout:
 
Van Helebeke her Arnout,Ga naar voetnoot1323
 
Van Quaderebbe Heinric Happart,Ga naar voetnoot1324
1325[regelnummer]
Ende van Bigarde Bernard,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1325
[pagina 125]
[p. 125]
 
Jacop van Velpe ende HermanGa naar voetnoot1326Ga naar voetnoot1326-1327
 
Van Bonsbeke, ende Huge danGa naar voetnoot1327-1328
 
Van Meerlant, ende HeynemanGa naar voetnoot1328-1329
 
Van Sorple; daer toe nochtan
1330[regelnummer]
Arnout van Kerchem, Jacop van Herebrecht,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1330
 
Conoy van Grasen, van Lint[r]e Lambrecht,Ga naar voetnoot1331
[pagina 126]
[p. 126]
 
Ende her Godevard van Winde,Ga naar voetnoot1332
 
Ende ander vele die ic niet kinde.Ga naar voetnoot1333
 
Dese hebbent so wel gedaenGa naar voetnoot1334-1357
1335[regelnummer]
Metten wapenen, sonder waen,Ga naar margenoot+
 
In desen strijt, ende bejaect selc ere,
 
Al en dadense nembermere
 
En gene beson[g]e, men soutse daer naer
 
Prisen emmermere vor waer.
1340[regelnummer]
Dus hebbic dor dere van ridderscapeGa naar margenoot+Ga naar voetnoot1340
 
Die ridders geprijst ende genen cnape;
[pagina 127]
[p. 127]
 
Nochtan was daer selc, godweet,
 
Die in cnaepscap so street
 
Dat hi wel ridder mocht betalen.
1345[regelnummer]
En sach nieman so onthalenGa naar margenoot+
 
Alst daer oec menich porter dede;
 
Men mochtse ridder wel nomen mede,
 
Van groten daden die si daden,
 
Doen si den hertoge sagen verladen.
1350[regelnummer]
Oec was daer menich dorpmanGa naar margenoot+
 
Ga naar margenoot+ Daer grote crachte lagen an,
 
Ende die in sine slage ridder sceen.
 
Dus droech[t] daer wel over een,
 
Want van desen partien drienGa naar voetnoot1354
1355[regelnummer]
Sachmen wonder al gescien.Ga naar margenoot+
[pagina 128]
[p. 128]
 
Daer om setticse alle inden prijs,
 
Om datsi[js] verdienden in alre wijs.
[tekstkritische noot]1308 haer ridderscap
1309 W. sij w. ten stride
1310 Nu hoert wie die ridders waren
1311 Henric hebbeken e. geraert twaren
1312 V. ghete l. Berthout
1313 Henric v. laec v. steyne A.
1314 Willem van Beringhen willem van hoirne
1315 Jacob van melaer Cole v. doirne

1308 her in het hs. voluit. 1311 Heinric: in het hs. de gewone afkorting, maar nog gevolgd door een punt: heinr'. - geraerd in het hs. voluit. 1313 kuec hs.: kerec De voor de hand liggende verbetering, die ook reeds opgegeven werd door Jonckbloet, Ann., steunt op Heelu vs. 8585. 1314 Dat hier een vs. ontbreekt, is ook reeds opgemerkt door Jonckbloet, Ann., die de leemte aanvulde volgens de lezing van Heelu vss. 8585-8586. Uit hs. C der Brabantsche Yeesten blijkt, dat Velthem hier evenals zoo vaak, de volgorde van zijn voorbeeld gewijzigd heeft. 1315 Ook in het hs. staat een leesteeken, nl. een punt, na den eersten naam: meelaer. - Mee[r]laer: verbeterd naar het voorbeeld van Heelu vs. 8588: Jacob Doen van Merlaer - meelaer in het hs. voluit.
margenoot+
(5)
voetnoot1311
Heinric Bebbeken = Hendrik Berthout, bijgenaamd Bebbeken of Babbeken, heer van Duffel, Gheel en Zeelhem wordt opgenoemd als getuige in de oorkonde (1301), waarbij Godfried van Brabant de tienden van Deurne aan de abdij van Eename verkocht (bij Piot, Cartulaire de l'abbaye d'Eename, p. 312) Zie verder Galesloot, Le livre des feudataires de Jean III, pp. 131, 189.
voetnoot1311-1312
Geraerd van Gete: Geerard, heer van Gete, Hierges en Baudour (zie Willems op Heelu vs. 8583) Gete = fr. Jauche, in Brabant, 6 kilometer ten Zuid-Oosten van Geldenaken.
voetnoot1312
Lodewijc Bertout, heer van Keerbergen, zoon van Hendrik en neef van Wouter, voogd van Mechelen (over wien zie de aanteekening bij vs. 2902 van het eerste boek, en Butkens, Trophées du Brabant, t. I, p. 312; t. II, pp. 63, 136, 177).
voetnoot1313
Heinric van Kuec, zoon van Jan, van wien in het vorige hoofdstuk sprake is: zie Willems, Codex diplomaticus op de Brabantsche Yeesten, I, 717, en Mémoire sur les sires de Kuyk, blz. 14, in Nouveaux Mémoires de l'Académie de Bruxelles, t. VI. - van Steine Arnout: bij vss. 987 en 1256.
voetnoot1314
Willem van Beringhen, bij Heelu vs. 8586: Willem van Berregheem = Willem Berthout, heer van Berchem bij Antwerpen. Zie verder Willems op Heelu t.a.p. - Willem van Horne: zie Willems op Heelu vs. 8585.
margenoot+
(10)
voetnoot1315
Jacob van Meerlaer, bij Heelu vs. 8588: Jacob Doen van Merlaer, wordt vermeld in 1319 bij Willems, Codex diplomaticus op de Brabantsche Yeesten, dl. I, blz. 759: Jacobus, dominus de Mierlaer. Zie Willems op Heelu vs. 8588. - Cole van Dorne = Nicolaas van Deurne, vermeld in 1292 (zie Carpentier, Histoire de Cambrai, Preuves, p. 37), in 1301 (Nicolaus, dictus Cole de Deurne, bij Piot, Cartulaire de l'abbaye d'Eename, p. 312) en in 1305 (bij Willems, Codex diplomaticus op de Brabantsche Yeesten, dl. I, p. 723).
[tekstkritische noot]1316 = tekst.
1317 camerlinc in schijn
1318 Henric v.w.g.v. polaer
1319 Lauwereys volkaert diederic v.h.

1316 Ook in het hs. staat na goetsenove een leesteeken, nl. een punt. 1318 Heinric: in het hs. afgekort als in vs. 1311. - geraert en pollaer in het hs. voluit. 1319 herlaer: -laer en 1320 geraerd en voslaer in het hs. voluit.
voetnoot1316
Van Goetsenove Goeswijn: wellicht een zoon, ongetwijfeld een verwant van Godfried van Gotsenhove, vermeld in vs. 1295 (zie boven de aanteekening aldaar), met wien hij in December 1289 hun tienden te Deurne en te 's-Gravenwezel aan de abdij van Eename verkoopt (zie Piot, Cartulaire de l'abbaye d'Eename, blz. 308 vlgg.).
voetnoot1317
Van Heverle, camerlijn: Hendrik, heer van Heverlee, wordt als getuige vermeld in de keure door Jan I van Brabant in 1291 aan de stad Antwerpen verleend (zie bij Willems, Codex diplomaticus op de Brabantsche Yeesten, deel I, blz. 678).
voetnoot1318
Heinric van Walem (Heelu vs. 8592 heeft echter Godevaert van Waelheem): wordt vermeld in Galesloot, Le livre des feudataires de Jean III, p. 101, - Walhem, fr. Walhain, in Brabant, 5 kilometer ten Noorden van Gembloers. - Geraert van Pollaer: Geerard vander Aa, heer van Grimbergen en Pollaer.
voetnoot1319
Laurens Volkart, zoon van Wouter, heer van Cantecrode; hij sneuvelde in den slag bij Kortrijk in 1302: zie Jan de Clerc's Brabantsche Yeesten, V, vss. 239-240 (dl. I, blz. 422), alsook Willems op Heelu vs. 8596 en Galesloot, Le livre des feudataires de Jean III, p. 123. - Diderijc van Herlaer, een ridder uit Noord-Brabant, zoon van Arnout (zie bij Vanden Bergh, Oorkondenboek van Holland en Zeeland, dl. II, nrs 948 en 1040 (ao 1296 en 1298), wel te onderscheiden van een anderen Dirk van Herlaer, waarschijnlijk zijn grootvader, die in de eerste helft en in 't midden der 13de eeuw vaak vermeld wordt (zie het aangehaalde werk). - Herlaar, in Noord-Brabant, een half uur ten Westen van Sint-Michiels-Gestel, vijf kwartier uurs ten Noorden van Bokstel.
[tekstkritische noot]1320 Gheeraert v.v. willem v. boetsele
1321 Henric
1322 = tekst.
1323 V. heelbeke h. Aernoudt
1324 henric happaert
1325 begaerde bernaert

1320 Ook in het hs. na voslaer een leesteeken, namelijk een punt. 1321 Heynric: in het hs. afgekort als in vss. 1311 en 1318. 1323 Van: de v- heeft een zonderlingen vorm, doordien ze verbeterd is uit een te vroeg geschreven h- waarvan het onderste gedeelte is uitgekrast, met een schuine schacht boven op de loodrechte. - her Arnout: Jonckbloet, Ann. meende dat her behoorde weggelaten te worden, daar alleen edelen recht hadden op dien titel, en het woord dan ook niet staat bij Heelu vs. 8602. Zóó streng zal Velthem wel niet toegezien hebben: uit vs. 1341 beneden blijkt trouwens duidelijk, dat hij in de meening verkeerde, alleen ridders te hebben vermeld. Hs. C der Brabantsche Yeesten stemt met het teksths. overeen. 1324-1325 happart: bigarde bernard in het hs. voluit. 1325 van: de linkerschacht van de v- boven op een onvoltooide loodrechte schacht, begin van een te vroeg geschreven b
margenoot+
(15)
voetnoot1320
Geraerd van Voslaer: Geerard van Rotselaer, heer van Voslaer, door Jan de Clerc vermeld in zijn Brabantsche Yeesten, boek V, vs. 345 (dl. I, blz. 425). - Voslaer = Vorsselaar, 5 kilometer ten Noord-Westen van Herenthals. - Willem van Boecstele = Willem van Kuik, heer van Bokstel, vermeld in 1309 (Publications de la Société d'histoire et d'archéologie dans le duché de Limbourg, t. V, p. 56).
voetnoot1321
Heynric van Wilre, heer van Wesele, sneuvelde in den slag bij Kortrijk in 1302, volgens Jan de Clerc, Brabantsche Yeesten, boek V, vs. 243 (dl. I, blz. 422). Bij oorkonde van 16 Januari 1292 bepaalde Jan I van Brabant, welke rechten Hendrik van Wilre als heer van 's Gravenwezel bezitten zou (Willems, Codex diplomaticus op de Brabantsche Yeesten, dl. I, blz. 679); in eene oorkonde van 1301 treedt hij als senescallus Brabantiae op (Ibidem, blz. 693); hij wordt ook genoemd in het stuk, waarbij Godfried van Brabant in 1301 de tienden van Deurne aan de abdij van Eename verkocht (bij Piot, Cartulaire de l'abbaye d'Eename, p. 312). - 's-Gravenwezel ligt 12 kilometer Noord-Oost van Antwerpen,
voetnoot1323
Van Helebeke her Arnout = Arnout van Helbeke of Halbeke, ridder, amman van Brussel in 1315 (zie A. Manden, Alitologia seu veritatis explicatio qua praepositura nuncupata Cappellae ad incudem revocatur, p. 34). Hij heeft de keure van Cortenberg uit 1312 als getuige geteekend (Luyster van Brabant, blz. 72). - Helebeke = wellicht het tegenwoordige Hellebecq, in de provincie Henegouwen, tusschen Ath en Edingen?
voetnoot1324
Van Quaderebbe Heinric Happart: broeder van Symon, genoemd in vs. 1292; zie de aanteekening aldaar.
margenoot+
(20)
voetnoot1325
van Bigarde Bernard wordt onder de Brabantsche edelen vermeld bij Butkens, Trophées du Brabant, t. I, p. 343. - Bigarde = Groote-Bygaerd, een goede zeven kilometer ten Noord-Westen van Brussel, aan den grooten straatweg naar Gent.
[tekstkritische noot]1326 = tekst.
1327 = tekst.
1328 heineman
1329 soerple dair
1330 Aernoudt v. lichem Jacob
1331 Conoy van grasen van sinte lambrecht

1328 meerlant: meer- in het voluit. 1330 en 1331 Ook in het hs. ná den eersten naam in elk vers een leesteeken, t.w. een punt. 1331 Lint[r]e hs.: sinte verbeterd in overeenstemming met Heelu vs. 1329; verg. den juisten naam boven in vs. 1287, zoodat de fout niet van Velthem afkomstig zijn kan. De verbetering werd ook reeds voorgesteld door Jonckbloet, Ann.
voetnoot1326
Jacop van Velpe staat onder de Brabantsche leenmannen vermeld bij Butkens, Trophées du Brabant, t. I, p. 344. - Velp (Op- en Neer-Velp) ligt omtrent 10 km ten W. van Tienen.
voetnoot1326-1327
Herman van Bonsbeke: zeker wel identisch met Herman de Bousbeke, als Brabantsch leenman vermeld door Butkens, Trophées du Brabant, t. I, p. 343a. Bonsheke = Bunsbeek, op op de Velp, 4 km. ten N. van Tienen.
voetnoot1327-1328
[Huge...van Meerlant, wellicht identisch met Hugues sire de Malant vermeld in 1299 (Diericx, Mémoires sur la ville de Gand, t. I, p. 554).
voetnoot1328-1329
Heyneman van Sorple of Soerpele, door Butkens, Trophées du Brabant, t. I, p. 344d, onder de Brabantsche leenmannen vermeld.
margenoot+
(25)
voetnoot1330
Arnout van Kerchem: door Butkens, Trophées du Brabant, t. I, p. 343a, onder de Brabantsche leenmannen vermeld. - Kerchem, thans Kerkom, tusschen Leuven en Tienen, 6 kilometer ten Noord-Westen van deze laatste stad. - Jacob van Herebrecht, bij Heelu vs. 8611-8612: Jacob van Errenberghe: onder de Brabantsche leenmannen vermeld in Galesloot, Le liere des feudatuires de Jean III, pp 28, 147, 155, 156.
voetnoot1331
Conoy van Grasen wordt vermeld in stukken uit het jaar 1302 bij Wolters, Notice historique sur la commune de Rummen, blzz. 337 en 347, en in Galesloot, Le livre des feudataires de Jean III, pp. 21, 27. Grasen, in 't fransch Grez, behoort thans tot de gemeente Grez-Doiceau, 7 ½ kilometer Noord-Oost van Waver, rechts aan den straatweg van Waver naar Leuven - van Lintre Lambrecht: wellicht een zoon, zeker een verwante van Arnout van Lintere, boven in vs. 1287 genoemd; zie de aanteekening aldaar. Lintre = Neerlinter, 7 km. ten W. van Zout-Leeuw.
[tekstkritische noot]1332 Godevaert
1333 E. andere v.d. ic n. en k.
1334 soe
1335 wapen
1336 bejaecht selc eere
1337 nemmermeere
1338 Engheene besoenge m. soudse d.n.
1339 P. emmermeer voirwaer
1340 doir deere v. ridderscapen
1341 gheene cnapen

1332 godevard in het hs. voluit. 1336 bejaect: zie voor dergelijke vormen met c < ch de noot bij v. 1309 van het tweede boek. 1338 beson[g]e hs.: bosone De verbetering werd reeds voorgesteld door Jonckbloet, Ann. en wordt door de lezing van hs. C der Brabantsche Yeesten bevestigd.
voetnoot1332
Godevard van Winde, waarschijnlijk een bloedverwant, wellicht een zoon van Jan van Winden boven in vs. 1288 genoemd.
voetnoot1333
Heelu vs. 8619 voegt er nog bij: Daer ic der namen af geswige. Willems, in de aanteekening bij dit vers, noemt een zestal ridders die, volgens verschillende bronnen, in den slag waren.
voetnoot1334-1357
Velthem drijft hier tot op zekere hoogte op eigen wieken. Na eenige woorden van lof voor hen, die op het slagveld ridder werden (vss. 8620-8630), prijst Heelu uitvoerig en uitbundig de ‘knapen’, inzonderheid die van den hertog (boven al sunderlinghe die van den hertoghe ontfingen cleedere ende sijn cnapen waren) en die van zijn broeder Godfried, waarna hij die tale van den stride laet bliven (vss. 8631-8712). De lofrede op porter en dorpman is bijvoegsel van Velthem.
margenoot+
(30)
margenoot+
(35)
voetnoot1340
dor dere van ridderscape = ter wille van de eer die aan het ridderschap verbonden is. Heelu vs. 8634-8635: om groete eere, die gheleget aen die ordene van ridderschape.
[tekstkritische noot]1342 = tekst.
1343 knaepscape soe
1344 = tekst.
1345 En lach nyemant soe om halen
1346 Als daer oic m. poirtere d.
1347 noemen
Ga naar margenoot+ 1348 ‖ V. groeten d.d. sij d.
1349 sij
1350 Oic
1351 groete crachten
1352 Ende in sijn slaghen r. scheen
1353 Dus droech daer wel over een
1354 = tekst.
1355 S. dwonder al geschien

1345 onthalen hs.: omhalen Voor het eerst verbeterd door Verdam, Teksteritiek van Middelnederlandsche Schrijvers, blz. 36-37; verg. het Middelnederl. Woordenb. 5, 136 en 1072. 1350 dorpman hs.: dorp man 1353 droech[t]: het pronomen werd voor het eerst ingevoegd door Verdam, Middelnederl. Woordenb. 5, 2140.
margenoot+
bl. 79 d.
margenoot+
(40)
margenoot+
(45)
margenoot+
bl. 34 c.
voetnoot1354
van desen partien drien: knapen, poorters en ‘dorplieden’ (niet ‘ridders, poorters, dorpelingen’, zooals Verdam, Middelnederl. Woordenb. 5, 1240 beweert).
margenoot+
(50)
[tekstkritische noot][C]
1356 Daer omme set icse al inden prijs
1357 Om dat sijt v.

Opschrift: Doen den strijt gedaen was zoe trac hertoge Jan te Colen weert zeere gewont metten proifst van Aken.

1358 = tekst.
1359 daighs
1360 Colene op die st.
1361 gewondt
1362 zeere dair v. inden s.
1363 Oic
1364 D. proifst v.A. om die noot
1365 D. selven daighs d.w. doot
[D]
Opschrift: ‖ Wat eren men den hertogeGa naar margenoot+ dede .lxxix.

1358 [D] Oen
1359 daegs
1360 ‖ Die hartoge te coelen tier st.Ga naar margenoot+
1361 In e. scip om dat hij was gewont
1362 Sere te voren inden strijt
1363 Ooc
1364 Die proost v.a. om den noot
1365 Die tselfs daegs daer w. doot

1357 si[js]: bij het werkwoord verdienen is een nadere bepaling onmisbaar: in hs. C der Brabantsche Yeesten staat reeds een vierden naamval: sijt
margenoot+
bl. 63 a.
margenoot+
bl. 63 b.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken