Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Handschrift Hattem C 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,93 MB)

ebook (3,31 MB)






Editeur
E.M. Versélewel de Witt Hamer



Genre
proza

Subgenre
artesliteratuur


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Handschrift Hattem C 5

(2017)–anoniem Hattemse handschrift

Vorige Volgende
Regelnummers proza laten vervallen

8. Kunstboek

[p. 134]

1W463ildij enich dinck versulueren464 2Nemet eerde ende bloet van enen 3verkine ende verbernt tot asschen 4ende quicseluer ende minghet ouer een 5ende latet drooghen Ende maecter dan af 6ghestubbe / ende dan wrijfter mede dat 7ghij wilt het sal schijnen al zuluerijn 8maer het en sal niet lange dueren 9H465Oemen sal maken guldine letteren 10ofte zeluerine466 / ofte gheliken wat 11metale datmen wille Neemt cris- 12tal ende maecter of puluer ende werp- 13ter jn glarien van eyeren ghemaect 14ende dan scriuet dair mede / ende alst 15drooge es dan setter op zeluer ofte 16gout ofte alsulc metal als ghij wilt 17de letter hebben sij sal aso467 alsoe ghe- 18daen werden ende dies en twiuelt niet 19D468E potestate argenti viui469 Facit pisas 20de olla salire seu saltare cum eius 21porcio fuerit olle imposita ¶ Facit 22ouum corisare ¶ Facit mortuum gallum 23cantare ¶ Facit vnum allec seipsum vertere 24¶ Facit homines in aquis manere ¶ Facit 25lentes et pediculos necari ¶ Facit 26cultellum de olla salire 27H470Oemen doen sal dat die honden niet 28bassen en sullen471 Neemt een cruyt 29datmen heet agherrapina Of die tonghe 30van enen hont hij en sal niet bassen Dit 31is gheproeft bij narmelse van baiuier 32H472Oemen ghemint sal sijn van allen 33lieden473 Neemt balseme ende veruains474 34ende draechtse met v ter messen / ende 35segt int secreet vander messen pater 36noster iij werf ende iij aue marien jnden 37name des vaders des soens ende des heiligen 38gheests inder eere der drieuoldicheit 39wair ghij coemt men doet v vrienscap 40ende wairmen droeue men soude blijde sijn 41Dit is gheproeft bij waluweinen den 42milden ridder475 43476 H477Oemen sal maken vrienscappen die478

[p. 135]

1nemmermeer vergaen en sellen eerse die 2doot scheidet479 Neemt een cruyt datmen 3heet salaterie datmen jnden bosschen vijnt 4met gheluwen bloemkenne / neemt agri- 5monie / neemt roode dobbele roosen / ne- 6met coelne / ende doet dat ghij van elken 7crude dat sap hebt ende menghet te gadere 8van elken euen vele / ende nemet rooden 9wijn alsoe vele als het sap ghedraget 10vanden cruden ende menghet al te gadere / 11ende doet den raet dattet ghewijt sij 12alsmen dat wijnwater wijt / ende gheuet 13drincken wien dat ghij wilt ende drin- 14kes mede / nemmermeer en mach die 15minne scheiden tusschen die twee dies drin- 16ken dit en is gheen twiuel Want het 17gheschiede tusschen triestamme ende 18ysauden van jrlant480 19H481Oe een man sal sijnen wille hebben 20met enen wiue482 Neemt veruainne 21ende plastirrele dorret / ende minghet 22te gadere ende gheuet haer nutten sij wert 23stahans soe luxurieus / sij volghet den 24man waer dat hijse hebben wille ende 25doet sinen wille 26H483Oe een man sal sijn ghemint van 27eenre vrouwen ofte van eenre jonc- 28frouwen484 Neemt die tonghe van 29485 eenre musschen ende laetse weder vlieghen 30ende doetse in nuwe was onghepijnt ende 31doetter op lezen ix messen / ende als ghijse 32spreken wilt soe neem die tonghe in 33uwen mont sij sal v minnen / het is ghe- 34proeft 35D486Ie waent dat hij betouert is dat 36hij sijn wijf niet minnen en mach487 37die sal een seilsteen bij hem dragen 38soe vergatet hem ¶ Of hij draghe488 bij 39hem yperiton489 ghenet in water jn 40wat huyse dair dat cruyt is dair soe 41490 vliet die quade gheest ende alle sijn macht 42¶ Of hij draghe altoes root coel bij 43hem of brionia 44H491Oemen alsoe veel visschen soude vaen 45alsmen wilde492 / doet veruainne

[p. 136]

1wieden ende bestrijctse met hoenich alle 2die visschen vanden watere souden dair 3toe comen ende dan mochtmense vanghen 4metter hant 5H493Oemen voghelen soude vaen metter 6hant494 Nemet tarwee ende siedetse 7in stercken wine / ende in puluer van 8doleke / ende werptse dair die voghelen 9comen alsoe gheringhe als sijt gegeten 10hebben men vaetse metter hant Ghe- 11proeft bij goberte den voghelair495 12H496Oemen weten sal off een wijf ma- 13ghet es497 Neemt chinchon ende doet 14haer nutten / es se maghet soe salse ouer 15gheuen datse in heeft 16H498Oemen een hasel boem sal maken 17dat hij voer sinte johans nachte 18lof noch bloeseme draghen en sal499 Neemt 19op sinte johans auont een nywe can- 20nekijn dat noyt gheorbert en was 21ende lecter jn iij noten tusschen middach 22ende noene / ende legghet in die eerde / dair 23sullen hasellairen wt comen die in sint 24johans nachte sullen louer draghen 25ende bloyen ende niet eer 26H500Oemen soude maken licht dat alle 27diet saghen souden schijnen alsoe 28zwert als moerren501 Neemt ene lam- 29pe ende doetse vol van olyen van caneps 30sade / ende dan werpter jnne puluer van 31coperroot ende gallen / ende maket een wie- 32ken van nywen cathoene ende doetse dair 33502 jnne zij zullen alsoe zwert schijnen 34als moerren 35H503Oe dat die lieden sullen schijnen sonder 36hooft504 Neemt een lampe ende doetse 37vol van smoute van heericx sade ghe- 38minghet met poedere van glasen / ende 39dan doetter jnne puluer van bernagen 40sade / ende maket een wieke van spina- 41gen ende doetse bernen elc diet aensiet 42sal schijnen sonder hooft

[p. 137]

1H505Oe een mensche sal verstaen dat die 2506 voghelen singhen / ende die hanen 3crayen / ende die honden bassen507 Ne- 4met een cruyt datmen heet golloizai- 5ne / ende doet dat in uwen mont ghij 6sult verstaen dat die voghelen singhen 7het es gheproeft bij basine ende ga- 8rine 9H508Oemen sal maken letteren diemen 10niet en sal kunnen lezen het en 11ware bij nachte509 Neemt die galle 12van enen hont / ende wormen die lichten 13bij nachte ende nettetse in watere / ende 14dan tempertse met het witte van enen 15eye ende scrijft dair mede men salt niet 16moghen lezen dan bij nachte 17H510Oemen sal maken licht dat altoes 18dueren sal511 Neemt een plateel met 19wormen die lichten bij nachte ende doet 20dair jnne een lettel rijn waters / ende 21512 dan nemet een wieke ende leggetse dair 22jnne een maent / ende dan soe nemet 23alsoe vele quicseluers daer mede ende 24legget dit te samen in ene lampe het 25sal altoos bernen ende alzoe claer als 26oft dach waer / ende dat licht en sal 27niet vergaen 28H513Oemen een scaepherde met sinen 29scapen soude doen volghen alsoe ver- 30re alsmen wilde ter tijt toe datmen 31hem oerlof gaue514 Nemet confilie ende 32titelosen ende ysauden cruut ende doet dit 33in maechden was daer neghen weruen 34misse ouer ghelezen zij / ende segt dezen 35salme drieweruen Dominus regnauit de- 36corem indutus est515 etcetera ende dan toghet 37hem dat was / hij sal v volghen ofte 38hij wille of niet en wille 39H516Oemen een mensche sijn tale bene- 40men sal dat hij nemmermeer en 41spreke men wille dat hebben517

[p. 138]

1Neemt saet van cenien ende sauelboem 2ende minghet te gadere ende maect puluer 3dair aff ende doetse den ghenen nutten dien 4ghij wilt hij sal verliesen sijn sprake 5soe wanneer dat hij dair op geslapen 6heeft Ende hij en heeftse nemmermeer 7weder hij en nutte vervaine negen 8morghen stonden nuchteren want het es 9daer mede dat die aluen benemen dat 10die lieden niet en spreken 11H518Oemen een mensche soude benemen 12die macht die hij hadde ende dat 13hij al yechtich soude werden in sinen 14leden / ende al ghelue519 Neemt een cruyt 15datmen heet serpentine / ende doettet hem 16nutten nuchteren hij verliest alle sijn 17macht ende sine ghedaente / tot dier 18tijt dat hij nutte consouden cruyt 19neghen morghen stonden nuchteren 20H520Oe een mensche sal verstaen alle 21gokelie ofte weten diemen doet 22ende alle nighelmanchie521 Nemet een 23cruyt datmen heet benedictie dat 24wast van wijnwater522 water datmen 25sait in sinte iohans auont tusschen 26middach ende noene / ende houdet dat 27cruyt in uwen mont daermen speelt 28ghij sult al sien hoemen doet Ende 29alsoe leerde madelghijs sine const 30H523Oemen op dat zweert gaet524 Ne- 31met dat bloet vanden hert ende 32bestrijcter uwe voeten mede nemmermeer 33soe en snijt v zweert Off smeert 34v voeten met sape van vervainne / of- 35te met cauine525 Ofte hadde hij benedic- 36tie ouer hem gheen zweert en mochte 37hem deeren noch sniden 38H526Oemen soude doen dat een mensche 39soude duncken of schijnen dat alle527

[p. 139]

1die werlt ware beuaen met watere 2ende dat hij sijn clederen soude op rapen 3ende roepen ick verdrencke528 Neemt een 4cruyt dat heet benedictie ende wasset 5van wijnwatere / ende doet dat in een 6been van enen doden mensche ende doet al 7vol wijnwaters ende stoppet weder Soe 8wien ghijt toghet hem sal dincken 9dat hij staphans verdrencken sal / ende 10sal sijn clederen op heffen roepende ick 11verdrencke met groten vare 12H529Oemen soude weeten wair enich 13dinck verloren wie dattet hadde530 14Neemt een becken met claren watere ende 15doetter in drie droepel wijnwaters jn 16nomine patris et filij et spiritus sancti amen Ende 17dan soe nemet alsoe menighen brief 18als ghijdt menighen mensche op tijdet 19ende scrijft in elken brief een name / dan 20werpt se int becken ende dan segt een 21paer seuen psalmen / ende tot elken salme 22segget desen psallem Memento domine dauid531 23etcetera ende dan soe neemt een seilsteen ende 24hout hem bouen elken brieff Ende alsoe ghe- 25ringhe als hij coemt bouen den brieff dair 26die name jn staet vanden ghenen die 27dat dinck ghestolen heeft die brief sal 28sincken sonder letten bijder natueren 29vanden steene die gherecht es 30W532Iltu een zwert peert witte maken533 31Neemt enen mol ende sietene / ende 32534 laetten staen twee daghen jnt sop / ende 33dan soe ghiet dat sop wt op dat peert 34daert zwert is het sal wit werden 35W535iltu enen mensche hebben slapende536 Ne- 36met agrimonie ende legghetse enen 37mensche die slaept onder sijn hooft hij 38sal bliuen slapende 39W537iltu xx of xxx ofte alsoe veel stic- 40ken vleesch alsmen wille gheheel 41doen vergaderen aen een stuc538 Nemet 42betonie ende legtse in enen ketel of in

[p. 140]

1enen pot Nemet consouden ende breectse 2ontwee tusschen uwe handen ende doet dat 3op dat vleesch inden pot of inden ketel 4al vallende het sal al verhelen 5H539Oemen sal maken een roode roose ofte 6ene witte al blauwee540 / Nemet 7colen van lijnden houte ende werpter jn 8541 puluer van gaietten ende houter die roo- 9se ouer sij sal werden alsoe blauwe als 10enich laken al wt Torite542 11E543en cruut js datmen heet torite544 12Dit cruut ontsluut alle sloten ende 13breket alle banden Ende dit cruut 14wast op bomen ende oec op merssen Die 15vroede man seit datmen dit cruut wel 16soude545 hebben mit enen voghel diemen 17heet specht die voor sijn nest hinghe 18een pl546 yseren plaet als hij jonghen hadde 19hij soude een cruut halen dair mede dat 20hij off doen soude die plate van sijn nest 21ende als die plaet valt dan soe laet die 22voghel dat cruut vallen som blijft in 23dat nest ende som valt buyten als hij mit 24haesten gaet tot sinen jonghen ¶ Ende 25dit cruut heeft sulke macht soe wie 26dattet ouer hem draghet men mach 27hem niet ghesien alsoe langhe als hijt 28ouer hem heeft ¶ Ende hebdi enen vrient 29in vreemden lande hout dit cruut in 30uwen mont ghij sult wel weten off hi le- 31uende off doot js Ende of hij weder sal 32keeren te lande ¶ Ende leitmen dan 33dit cruut op enen man die slapede hij 34en soude niet moghen ontwaken voer dat 35cruut ware van hem gedaen ¶ Ende 36noemt ghij enen man mit dese cruude 37inden slaep vanden hoofde hij soude v geuen 38al dat ghij van hem hebben wilt maer enen 39man moet wel verwaren547

463
W Lombarde, 3 regels hoog (1-3).
464
Wildij enich dinck versulueren Rood onderstreept.
465
H Lombarde, 3 regels hoog (9-11).
466
HOemen sal maken guldine letteren ofte zeluerine Rood onderstreept.
467
aso Contemporaine doorhaling.
468
D Lombarde, 3 regels hoog (19-21).
469
DE potestate argenti viui Rood onderstreept.
470
H Lombarde, 2 regels hoog (27-28).
471
HOemen doen sal dat die honden niet bassen en sullen Rood onderstreept.
472
H Lombarde, 3 regels hoog (32-34).
473
HOemen ghemint sal sijn van allen lieden Rood onderstreept.
474
veruains Boven de a staat een overbodige tilde.
475
Dit is gheproeft bij waluweinen den milden ridder Rood onderstreept.
476
43 Wijzend handje in ondermarge.
477
H Lombarde, 2 regels hoog (43 en in ondermarge).
478
HOemen sal maken vrienscappen die Rood onderstreept.
479
nemmermeer vergaen en sellen eerse die doot scheidet Rood onderstreept.
480
Want het gheschiede tusschen triestamme ende ysauden van jrlant Rood onderstreept.
481
H Lombarde, 3 regels hoog (19-21).
482
HOe een man sal sijnen wille hebben met enen wiue Rood onderstreept.
483
H Lombarde, 3 regels hoog (26-28).
484
HOe een man sal sijn ghemint van eenre vrouwen ofte van eenre joncfrouwen Rood onderstreept. Boven de o van 'frouwen' lijkt een overbodige tilde te staan.
485
29 Tekstfragment in linkermarge (gebruiksspoor): 'm'.
486
D Lombarde, 3 regels hoog (35-37).
487
DIe waent dat hij betouert is dat hij sijn wijf niet minnen en mach Rood onderstreept.
488
draghe Boven de e staat een doorgehaalde tilde.
489
yperiton Lees: ypericon.
490
41 Tekstfragment in linkermarge (gebruiksspoor): 'merckt'.
491
H Lombarde, 2 regels hoog (44-45).
492
HOemen alsoe veel visschen soude vaen alsmen wilde Rood onderstreept.
493
H Lombarde, 3 regels hoog (5-7).
494
HOemen voghelen soude vaen metter hant Rood onderstreept.
495
Gheproeft bij goberte den voghelair Rood onderstreept.
496
H Lombarde, 2 regels hoog (12-13).
497
HOemen weten sal off een wijf maghet es Rood onderstreept.
498
H Lombarde, 2 regels hoog (16-17).
499
HOemen een hasel boem sal maken dat hij voer sinte johans nachte lof noch bloeseme draghen en sal Rood onderstreept.
500
H Lombarde, 2 regels hoog (26-27).
501
HOemen soude maken licht dat alle diet saghen souden schijnen alsoe zwert als moerren Rood onderstreept.
502
33 Wijzend handje in linkermarge.
503
H Lombarde, 2 regels hoog (35-36).
504
HOe dat die lieden sullen schijnen sonder hooft Rood onderstreept.
505
H Lombarde, 3 regels hoog (1-3).
506
2 Wijzend handje in rechtermarge.
507
HOe een mensche sal verstaen dat die voghelen singhen / ende die hanen crayen / ende die honden bassen Rood onderstreept.
508
H Lombarde, 2 regels hoog (9-10).
509
HOemen sal maken letteren diemen niet en sal kunnen lezen het en ware bij nachte Rood onderstreept.
510
H Lombarde, 2 regels hoog (17-18).
511
HOemen sal maken licht dat altoes dueren sal Rood onderstreept.
512
21 Wijzend handje in rechtermarge.
513
H Lombarde, 2 regels hoog (28-29).
514
HOemen een scaepherde met sinen scapen soude doen volghen alsoe verre alsmen wilde ter tijt toe datmen hem oerlof gaue Rood onderstreept.
515
Dominus regnauit decorem indutus est Rood onderstreept.
516
H Lombarde, 3 regels hoog (39-41).
517
HOemen een mensche sijn tale benemen sal dat hij nemmermeer en spreke men wille dat hebben Rood onderstreept.
518
H Lombarde, 2 regels hoog (11-12).
519
HOemen een mensche soude benemen die macht die hij hadde ende dat hij al yechtich soude werden in sinen leden / ende al ghelue Rood onderstreept.
520
H Lombarde, 2 regels hoog (20-21).
521
HOe een mensche sal verstaen alle gokelie ofte weten diemen doet ende alle nighelmanchie Rood onderstreept.
522
wijnwater Contemporaine doorhaling; 'water' is over andere letters (g[...]) heen geschreven.
523
H Lombarde, 2 regels hoog (30-31).
524
HOemen op dat zweert gaet Rood onderstreept.
525
cauine Spreek uit: savine?
526
H Lombarde, 2 regels hoog (38-39).
527
HOemen soude doen dat een mensche soude duncken of schijnen dat alle Rood onderstreept.
528
die werlt ware beuaen met watere ende dat hij sijn clederen soude op rapen ende roepen ick verdrencke Rood onderstreept.
529
H Lombarde, 2 regels hoog (12-13).
530
HOemen soude weeten wair enich dinck verloren wie dattet hadde Rood onderstreept.
531
Memento domine dauid Rood onderstreept.
532
W Lombarde, 2 regels hoog (30-31).
533
WIltu een zwert peert witte maken Rood onderstreept.
534
32 Wijzend handje in linkermarge.
535
W Lombarde, 2 regels hoog (35-36).
536
Wiltu enen mensche hebben slapende Rood onderstreept.
537
W Lombarde, 2 regels hoog (39-40).
538
Wiltu xx of xxx ofte alsoe veel sticken vleesch alsmen wille gheheel doen vergaderen aen een stuc Rood onderstreept.
539
H Lombarde, 2 regels hoog (5-6).
540
HOemen sal maken een roode roose ofte ene witte al blauwee Rood onderstreept.
541
8 Wijzend handje in linkermarge.
542
Torite Met rode inkt geschreven.
543
E Lombarde, 3 regels hoog (11-13).
544
torite Rood onderstreept.
545
soude Boven de e staat een doorgehaalde tilde.
546
pl Contemporaine doorhaling.
547
verwaren Gevolgd door regeluitvulling van andere hand (gebruiksspoor): 'verwaren'.

Vorige Volgende