Handschrift Hattem C 5
(2017)–anoniem Hattemse handschrift
Regelnummers proza laten
vervallen | |
[p. 134] | |
1W463ildij enich dinck versulueren464
2Nemet eerde ende bloet van enen
3verkine ende verbernt tot asschen
4ende quicseluer ende minghet ouer een
5ende latet drooghen Ende maecter dan af
6ghestubbe / ende dan wrijfter mede dat
7ghij wilt het sal schijnen al zuluerijn
8maer het en sal niet lange dueren
9H465Oemen sal maken guldine letteren
10ofte zeluerine466 / ofte gheliken wat
11metale datmen wille Neemt cris-
12tal ende maecter of puluer ende werp-
13ter jn glarien van eyeren ghemaect
14ende dan scriuet dair mede / ende alst
15drooge es dan setter op zeluer ofte
16gout ofte alsulc metal als ghij wilt
17de letter hebben sij sal | |
[p. 135] | |
1nemmermeer vergaen en sellen eerse die 2doot scheidet479 Neemt een cruyt datmen 3heet salaterie datmen jnden bosschen vijnt 4met gheluwen bloemkenne / neemt agri- 5monie / neemt roode dobbele roosen / ne- 6met coelne / ende doet dat ghij van elken 7crude dat sap hebt ende menghet te gadere 8van elken euen vele / ende nemet rooden 9wijn alsoe vele als het sap ghedraget 10vanden cruden ende menghet al te gadere / 11ende doet den raet dattet ghewijt sij 12alsmen dat wijnwater wijt / ende gheuet 13drincken wien dat ghij wilt ende drin- 14kes mede / nemmermeer en mach die 15minne scheiden tusschen die twee dies drin- 16ken dit en is gheen twiuel Want het 17gheschiede tusschen triestamme ende 18ysauden van jrlant480 19H481Oe een man sal sijnen wille hebben 20met enen wiue482 Neemt veruainne 21ende plastirrele dorret / ende minghet 22te gadere ende gheuet haer nutten sij wert 23stahans soe luxurieus / sij volghet den 24man waer dat hijse hebben wille ende 25doet sinen wille 26H483Oe een man sal sijn ghemint van 27eenre vrouwen ofte van eenre jonc- 28frouwen484 Neemt die tonghe van 29485 eenre musschen ende laetse weder vlieghen 30ende doetse in nuwe was onghepijnt ende 31doetter op lezen ix messen / ende als ghijse 32spreken wilt soe neem die tonghe in 33uwen mont sij sal v minnen / het is ghe- 34proeft 35D486Ie waent dat hij betouert is dat 36hij sijn wijf niet minnen en mach487 37die sal een seilsteen bij hem dragen 38soe vergatet hem ¶ Of hij draghe488 bij 39hem yperiton489 ghenet in water jn 40wat huyse dair dat cruyt is dair soe 41490 vliet die quade gheest ende alle sijn macht 42¶ Of hij draghe altoes root coel bij 43hem of brionia 44H491Oemen alsoe veel visschen soude vaen 45alsmen wilde492 / doet veruainne | |
[p. 136] | |
1wieden ende bestrijctse met hoenich alle 2die visschen vanden watere souden dair 3toe comen ende dan mochtmense vanghen 4metter hant 5H493Oemen voghelen soude vaen metter 6hant494 Nemet tarwee ende siedetse 7in stercken wine / ende in puluer van 8doleke / ende werptse dair die voghelen 9comen alsoe gheringhe als sijt gegeten 10hebben men vaetse metter hant Ghe- 11proeft bij goberte den voghelair495 12H496Oemen weten sal off een wijf ma- 13ghet es497 Neemt chinchon ende doet 14haer nutten / es se maghet soe salse ouer 15gheuen datse in heeft 16H498Oemen een hasel boem sal maken 17dat hij voer sinte johans nachte 18lof noch bloeseme draghen en sal499 Neemt 19op sinte johans auont een nywe can- 20nekijn dat noyt gheorbert en was 21ende lecter jn iij noten tusschen middach 22ende noene / ende legghet in die eerde / dair 23sullen hasellairen wt comen die in sint 24johans nachte sullen louer draghen 25ende bloyen ende niet eer 26H500Oemen soude maken licht dat alle 27diet saghen souden schijnen alsoe 28zwert als moerren501 Neemt ene lam- 29pe ende doetse vol van olyen van caneps 30sade / ende dan werpter jnne puluer van 31coperroot ende gallen / ende maket een wie- 32ken van nywen cathoene ende doetse dair 33502 jnne zij zullen alsoe zwert schijnen 34als moerren 35H503Oe dat die lieden sullen schijnen sonder 36hooft504 Neemt een lampe ende doetse 37vol van smoute van heericx sade ghe- 38minghet met poedere van glasen / ende 39dan doetter jnne puluer van bernagen 40sade / ende maket een wieke van spina- 41gen ende doetse bernen elc diet aensiet 42sal schijnen sonder hooft | |
[p. 137] | |
1H505Oe een mensche sal verstaen dat die 2506 voghelen singhen / ende die hanen 3crayen / ende die honden bassen507 Ne- 4met een cruyt datmen heet golloizai- 5ne / ende doet dat in uwen mont ghij 6sult verstaen dat die voghelen singhen 7het es gheproeft bij basine ende ga- 8rine 9H508Oemen sal maken letteren diemen 10niet en sal kunnen lezen het en 11ware bij nachte509 Neemt die galle 12van enen hont / ende wormen die lichten 13bij nachte ende nettetse in watere / ende 14dan tempertse met het witte van enen 15eye ende scrijft dair mede men salt niet 16moghen lezen dan bij nachte 17H510Oemen sal maken licht dat altoes 18dueren sal511 Neemt een plateel met 19wormen die lichten bij nachte ende doet 20dair jnne een lettel rijn waters / ende 21512 dan nemet een wieke ende leggetse dair 22jnne een maent / ende dan soe nemet 23alsoe vele quicseluers daer mede ende 24legget dit te samen in ene lampe het 25sal altoos bernen ende alzoe claer als 26oft dach waer / ende dat licht en sal 27niet vergaen 28H513Oemen een scaepherde met sinen 29scapen soude doen volghen alsoe ver- 30re alsmen wilde ter tijt toe datmen 31hem oerlof gaue514 Nemet confilie ende 32titelosen ende ysauden cruut ende doet dit 33in maechden was daer neghen weruen 34misse ouer ghelezen zij / ende segt dezen 35salme drieweruen Dominus regnauit de- 36corem indutus est515 etcetera ende dan toghet 37hem dat was / hij sal v volghen ofte 38hij wille of niet en wille 39H516Oemen een mensche sijn tale bene- 40men sal dat hij nemmermeer en 41spreke men wille dat hebben517 | |
[p. 138] | |
1Neemt saet van cenien ende sauelboem
2ende minghet te gadere ende maect puluer
3dair aff ende doetse den ghenen nutten dien
4ghij wilt hij sal verliesen sijn sprake
5soe wanneer dat hij dair op geslapen
6heeft Ende hij en heeftse nemmermeer
7weder hij en nutte vervaine negen
8morghen stonden nuchteren want het es
9daer mede dat die aluen benemen dat
10die lieden niet en spreken
11H518Oemen een mensche soude benemen
12die macht die hij hadde ende dat
13hij al yechtich soude werden in sinen
14leden / ende al ghelue519 Neemt een cruyt
15datmen heet serpentine / ende doettet hem
16nutten nuchteren hij verliest alle sijn
17macht ende sine ghedaente / tot dier
18tijt dat hij nutte consouden cruyt
19neghen morghen stonden nuchteren
20H520Oe een mensche sal verstaen alle
21gokelie ofte weten diemen doet
22ende alle nighelmanchie521 Nemet een
23cruyt datmen heet benedictie dat
24wast van wijn | |
[p. 139] | |
1die werlt ware beuaen met watere 2ende dat hij sijn clederen soude op rapen 3ende roepen ick verdrencke528 Neemt een 4cruyt dat heet benedictie ende wasset 5van wijnwatere / ende doet dat in een 6been van enen doden mensche ende doet al 7vol wijnwaters ende stoppet weder Soe 8wien ghijt toghet hem sal dincken 9dat hij staphans verdrencken sal / ende 10sal sijn clederen op heffen roepende ick 11verdrencke met groten vare 12H529Oemen soude weeten wair enich 13dinck verloren wie dattet hadde530 14Neemt een becken met claren watere ende 15doetter in drie droepel wijnwaters jn 16nomine patris et filij et spiritus sancti amen Ende 17dan soe nemet alsoe menighen brief 18als ghijdt menighen mensche op tijdet 19ende scrijft in elken brief een name / dan 20werpt se int becken ende dan segt een 21paer seuen psalmen / ende tot elken salme 22segget desen psallem Memento domine dauid531 23etcetera ende dan soe neemt een seilsteen ende 24hout hem bouen elken brieff Ende alsoe ghe- 25ringhe als hij coemt bouen den brieff dair 26die name jn staet vanden ghenen die 27dat dinck ghestolen heeft die brief sal 28sincken sonder letten bijder natueren 29vanden steene die gherecht es 30W532Iltu een zwert peert witte maken533 31Neemt enen mol ende sietene / ende 32534 laetten staen twee daghen jnt sop / ende 33dan soe ghiet dat sop wt op dat peert 34daert zwert is het sal wit werden 35W535iltu enen mensche hebben slapende536 Ne- 36met agrimonie ende legghetse enen 37mensche die slaept onder sijn hooft hij 38sal bliuen slapende 39W537iltu xx of xxx ofte alsoe veel stic- 40ken vleesch alsmen wille gheheel 41doen vergaderen aen een stuc538 Nemet 42betonie ende legtse in enen ketel of in | |
[p. 140] | |
1enen pot Nemet consouden ende breectse
2ontwee tusschen uwe handen ende doet dat
3op dat vleesch inden pot of inden ketel
4al vallende het sal al verhelen
5H539Oemen sal maken een roode roose ofte
6ene witte al blauwee540 / Nemet
7colen van lijnden houte ende werpter jn
8541 puluer van gaietten ende houter die roo-
9se ouer sij sal werden alsoe blauwe als
10enich laken al wt Torite542
11E543en cruut js datmen heet torite544
12Dit cruut ontsluut alle sloten ende
13breket alle banden Ende dit cruut
14wast op bomen ende oec op merssen Die
15vroede man seit datmen dit cruut wel
16soude545 hebben mit enen voghel diemen
17heet specht die voor sijn nest hinghe
18een |
|