Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De heilige boeken van het oude verbond. Deel 3. De boeken Paralipomenon. De boeken Esdras, Het boek Tobias. Het boek Judith. Het boek Esther. Het boek Job (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van De heilige boeken van het oude verbond. Deel 3. De boeken Paralipomenon. De boeken Esdras, Het boek Tobias. Het boek Judith. Het boek Esther. Het boek Job
Afbeelding van De heilige boeken van het oude verbond. Deel 3. De boeken Paralipomenon. De boeken Esdras, Het boek Tobias. Het boek Judith. Het boek Esther. Het boek JobToon afbeelding van titelpagina van De heilige boeken van het oude verbond. Deel 3. De boeken Paralipomenon. De boeken Esdras, Het boek Tobias. Het boek Judith. Het boek Esther. Het boek Job

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.66 MB)

ebook (4.80 MB)

XML (2.37 MB)

tekstbestand






Vertalers

Andreas Jansen

G.W.J.M. van Zinnicq Bergmann

J.M. van Oers

G.J.M. Kabel



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De heilige boeken van het oude verbond. Deel 3. De boeken Paralipomenon. De boeken Esdras, Het boek Tobias. Het boek Judith. Het boek Esther. Het boek Job

(1933)–Anoniem De heilige boeken van het oude verbond–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

De boeken Paralipomenon.
Vertaald en met Aanteekeningen voorzien door Dr. Andreas Jansen, Professor in het Seminarie te Rijsenburg.

[pagina 9]
[p. 9]


illustratie

De twee Boeken Paralipomenon.
Inleiding.

Het geschiedwerk, dat, oorspronkelijk ongesplitst, in het Hebreeuwsch Dibre hajamim, d.i. Woorden der dagen, of volgens de vertaling van den H. Hiëronymus Chronica, Kronieken, ten titel heeft, komt in de Septuagint onder den naam voor, dien het in de Vulgaat heeft behouden. Paralipomena beteekent: wat overgeslagen werd. De Zeventigen kozen deze benaming omdat zij het werk als een nalezing op andere heilige Boeken, inzonderheid op de Boeken der Koningen beschouwden. Intusschen is het geschiedwerk meer dan een nalezing en ook meer dan eene kroniek of een jaarboek. Het is een geschiedboek in den hoogeren zin des woords, geschreven met een eigen zelfstandig en hooger doel.

De twee Boeken bestaan uit het eigenlijke geschiedverhaal met eene uitvoerige geslachtkundige inleiding. Deze biedt na de stamlijsten der aartsvaders en voorzaten der Israëlieten (I Par. I) de geslachtkundige verdeeling van het geheele volk der twaalf stammen, met vermelding van de woonsteden, welke sommigen hunner hadden ingenomen, en van enkele andere geschied- en aardrijkskundige bijzonderheden (1 Par. I-IX). Van de mededeelingen omtrent de stammen, welke na de scheuring tot het noordelijk rijk behoorden, reikt echter geene verder dan tot de

[pagina 10]
[p. 10]

instelling van het koningschap in Israël; van de stammen daarentegen, die tot het rijk Juda behoorden, worden de geslachtslijsten verder voortgezet, in sommige takken zelfs tot na de Babylonische gevangenschap.

Het geschiedverhaal splitst zich in drie deelen, waarvan het eerste de geschiedenis van David (I Par. X-XXIX), het tweede die van Salomon (II Par. I-IX), het derde die van het rijk Juda tot zijn ondergang bevat (II Par. X-XXXVI 20). Een kort woord over de Babylonische gevangenschap, gevolgd door den aanhef van het bekende bevelschrift van Cyrus, besluit het geheel.

Van de Boeken der Koningen, welke voor een goed deel hetzelfde onderwerp behandelen, onderscheiden zich de Boeken Paralipomenon, ondanks de letterlijke of bijna letterlijke overeenstemming van talrijke plaatsen, - men telt er veertig -, in menig opzicht. Zij laten, gelijk uit het gezegde reeds bleek, de geschiedenis van het noordelijk rijk buiten behandeling, zij zijn ook in het historisch gedeelte bijzonder rijk aan geslachtslijsten, zij verzwijgen veel van hetgeen de Boeken der Koningen verhalen, verhalen daarentegen niet weinig wat deze verzwijgen en vestigen nog beslister dan deze de aandacht op de godsdienstige geschiedenis. In de geschiedenis van David en Salomon gewaagt de schrijver niet of bijna niet van de zonden door hen gepleegd en van den tegenspoed door hen ondervonden, terwijl hij in het verhalen van de lotgevallen van het rijk Juda meestal vlug heenglijdt over de tijdperken, welke zich door afgoderij en de daardoor veroorzaakte wraakgerichten Gods kenmerkten. Daarentegen is hij uitvoeriger en mededeelzamer dan zijne voorgangers waar het er op aankomt, de beteekenis van David en van diens huis voor Juda aan te toonen, waar hij verhaalt, wat David en Salomon deden tot regeling en opluistering, de vrome koningen van Juda tot hervorming of herstel van den openbaren eeredienst volgens de voorschriften der Wet. Eveneens als hij gewaagt van de diensten en verdiensten van de Levieten, van hun rangorde, hun ambtsverrichtingen, hun krachtdadig en verdienstelijk optreden bij beslissende gebeurtenissen, en eindelijk, als hij den voorspoed van het rijk schildert in de dagen van bloei van den godsdienst. In het laatste gedeelte van zijn werk doet hij buitendien door de groepeering der feiten en de hier en daar ingevlochten opmerkingen nog duidelijker dan de schrijver der twee laatste Boeken der Koningen Gods loonende en straffende rechtvaardigheid uitkomen.

Uit dit alles blijkt ontegenzeggelijk, dat de schrijver der Boeken Paralipomenon een bepaald zedelijk doel voor oogen had. Hij schreef blijkbaar, om zijne tijdgenooten tot het onderhouden van 's Heeren wet aan te sporen. En het is deze niet te miskennen strekking van het werk, welke den tijd van zijn ontstaan met zekerheid aanwijst, vooral als zij beschouwd wordt in verband met het eigenaardig slot. De weinige woorden toch over de zedelijk-godsdienstige beteekenis der ballingschap en de aanhef van het bevelschrift van Cyrus, waarmede deze boeken eindigen, openen het vooruitzicht op eene herstelling van Juda krachtens den geest van boetvaardigheid door de ballingschap gekweekt. Een zoodanig slot is alleen begrijpelijk, als van de vervulling van dit vooruitzicht vooreerst nog geen sprake was, en de schrijver door zijn geschied-

[pagina 11]
[p. 11]

werk de goede en geregelde ontwikkeling van de nieuwe orde van zaken wenschte te bevorderen. Zeer verklaarbaar is het dan ook, dat hij de geschiedenis van het rijk der tien stammen niet behandelde. Dit rijk toch was te niet gegaan, om nooit te herrijzen: zijne geschiedenis was voor het herstelde Juda van geen belang meer. Evenzeer zijn dan ook verklaarbaar de verwaarloozing der staatkundige en de uitvoerige behandeling der godsdienstige geschiedenis, de nauwkeurige beschrijving van den levietischen dienst, de beteekenis aan David's huis toegekend, alsmede het opnemen van de talrijke geslachtslijsten, inzonderheid dier stammen, welke de bevolking van het nieuwe rijk uitmaakten. Want het herstelde rijk had door Cyrus alleen zijne godsdienstige, niet zijn staatkundige zelfstandigheid herkregen; de hoop van dit rijk op een nog groote toekomst was verbonden aan de stipte naleving van de levietische wet en aan de belofte, aan David voor zijn nakroost gegeven (I Par. XVII), en bij de godsdienstige vernieuwing van het volk kwam ook de oude verdeeling in stammen en familiën in aanmerking, over welke de geslachtsregisters geroepen waren te waken.

Dit alles noopt ons aan te nemen, dat de Boeken Paralipomenon geschreven werden niet lang na den terugkeer der Joden uit de Babylonische gevangenschap, alvorens, nog ten tijde van de Perzische heerschappij, de nieuwe orde van zaken haar beslag had gekregen. Verschillende uitwendige kenteekenen bevestigen met meer of minder beslistheid deze gevolgtrekking. (Zie o.a. de aanteekeningen op I Par. XXVII 2 en XXIX 7). Daartegen kan een enkele, door de verdedigers van een veel lateren oorsprong van het werk dikwerf aangehaalde plaats, welker overlevering aan ernstige bedenkingen onderworpen is, niet opwegen. (Zie de aanteekening op I Par. III 19 en volg.)

De Joodsche en de Christelijke overlevering schrijven het werk toe aan Esdras. Zulks strookt ten volle met inhoud en strekking der Boeken Paralipomenon, met den tijd van hun oorsprong en met hetgeen wij van Esdras weten. Deze kwam na den terugkeer der Joden te Jerusalem, in welk jaar, is onzeker, maar bepaald nog gedurende den tijd, toen vele Joden de pas hernieuwde instellingen verwaarloosden. Met groote beslistheid trad hij op voor het herstel der aloude godsdienstige orde van zaken. Het lag derhalve op zijn weg, een geschiedboek als dit te schrijven. Ook was hij daartoe zeker in staat. In het door hem geschreven en naar hem genoemde boek noemt hij zich Sopher, schrijver, schriftgeleerde, en legt hij eene soortgelijke voorliefde voor nauwkeurige statistieken aan den dag, als in de Boeken Paralipomenon valt op te merken. Eindelijk pleit voor hem het begin van het Boek Esdras, dat het geheele bevelschrift van Cyrus mededeelt, met welks aanhef genoemde boeken eindigen.

Zorgvuldiger en nauwkeuriger dan eenig ander der gewijde schrijvers geeft de schrijver dezer Boeken de bronnen aan, waaruit hij putte. Zij waren van historischen en van profetischen aard. Van de eerstgenoemde vormde blijkbaar zijne hoofdbron ‘het Boek der Koningen van Israël en Juda’, somwijlen ook onder eenigszins gewijzigde benamingen aangehaald. Daaronder hebben wij te verstaan de Jaarboeken of Annalen, welke, naar uit I Par. IX 1; II Par. XX 34 valt af te leiden, van staatswege

[pagina 12]
[p. 12]

gehouden werden. Het zijn dezelfde werken, welke ook door de schrijvers van de Boeken der Koningen veelvuldig werden geraadpleegd. Vandaar, dat dezen met de Boeken Paralipomenon in talrijke plaatsen eene woordelijke overeenstemming vertoonen, eene overeenstemming, welke getuigt van de eerlijkheid, waarmede de schrijvers van beide geschiedwerken hunne bronnen gebruikten. Van historischen aard waren zeker ook de II Par. XIII 22; XXVI 22, genoemde geschriften van Addo en Isaias. Als profetische geschriften haalt de schrijver elders de werken aan van Samuël, Nathan, Gad, Ahias, Addo, Semeias, Jehu Hanani's zoon, Isaias en Hozaï.

Wat de geslachtslijsten betreft, de oudere, reikende van Adam tot de zonen van Jacob, nam Esdras uit het Boek Genesis over; de overige zal hij hebben ontleend, gedeeltelijk aan de ambtelijke openbare registers of hunne afschriften, welke, naar hij zelf I Par. V 17; VII 2; IX 1 bericht, gehouden werden, gedeeltelijk aan de familie-archieven, die door de Joden althans ten deele uit de ballingschap werden teruggebracht.

Aangezien de Boeken Paralipomenon een groot struikelblok zijn voor de verdedigers der nieuwe theorieën over den oorsprong van den Pentateuch, heeft de ongeloovige critiek al haar krachten ingespannen, om hun echtheid en geloofwaardigheid af te breken. Zij maakte daarbij een handig gebruik van de vele schrijffouten, welke bij het afschrijven van een werk als dit onvermijdelijk waren, alsmede van de verkeerde verklaringen, welke men gewoon was aan sommige plaatsen te geven. In de aanteekeningen zal, waar het pas geeft, met deze fouten en misvattingen en de daaruit verkeerdelijk gemaakte gevolgtrekkingen rekening worden gehouden. Hier mogen nog slechts enkele opmerkingen van algemeenen aard eene plaats vinden

De beschuldiging van opzettelijke vervalsching of verdichting van feiten door den schrijver berust grootendeels op de geheel onbewezen stelling, dat niet de rijksannalen, maar de Boeken der Koningen zijne hoofdbron vormden. Neemt men aan, gelijk men moet aannemen, dat de schrijvers van genoemde Boeken zoowel als de samensteller der Boeken Paralipomenon de rijksjaarboeken raadpleegden, ieder op zijne, door zijn doel bepaalde wijze, dan zijn evenzeer de punten van overeenkomst als die van verschil voldoende verklaard en gerechtvaardigd tevens.

Voorts kan hier worden opgemerkt, dat sommige als ongeloofelijk verworpen feiten, welke de schrijver der Boeken Paralipomenon verhaalt, maar zijne voorgangers niet vermelden, door de jongste oudheidkundige ontdekkingen schitterend werden bevestigd. (Zie o.a. de aanteekening op II Par. XXXIII 11 en volg.)

Eindelijk moet het tegen den schrijver gerichte verwijt van partijdigheid en van werktuiglijke opvatting van Gods loonende en straffende rechtvaardigheid zoo beslist mogelijk worden afgewezen. Hij handelt geheel gelijk hij als door God verlicht schrijver van de godsdienstige geschiedenis van het volk Gods mag en moet handelen. Als hij van David's en Salomon's zonden en hare treurige gevolgen weinig of niet gewaagt, maar bijna alleen hun verdiensten en hun voorspoed in het licht stelt, dan doet hij zulks niet uit partijdigheid, maar om te betoogen, hoe deze twee koningen ondanks hunne zonden, welke aan geen Israëliet

[pagina 13]
[p. 13]

onbekend waren, om hun ijver voor den dienst Gods door God werden gezegend. En wanneer in zijn geschiedenis van Juda een gestadig samengaan valt op te merken van gehoorzaamheid aan God en voorspoed, van afval van God en tegenspoed, dan beantwoordt zulks geheel aan den feitelijken loop van zaken. Men weet toch, dat de God des Verbonds zich noemt een ijverzuchtig God en dat tot behoud van het geloof in Hem zijne loonende en straffende rechtvaardigheid reden had, om zich vooral in bedoeld tijdperk steeds zoo duidelijk en zoo spoedig mogelijk te openbaren.

Welk gewichtige plaats het geschiedwerk onder de Heilige Boeken inneemt, leeren de woorden van den H. Hiëronymus (ep. ad Paulin. 53, 7): ‘Het boek Paralipomenon, d.i. het kort begrip van het Oude Verbond, is zoo belangrijk, dat wie zonder de kennis van dit zich de kennis der Schriften zoude willen toeschrijven, zich zelf belachelijk zoude maken’.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken