Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De heilige boeken van het oude verbond. Deel 6. De profetie van Isaias. De profetie van Jeremias. De profetie van Ezechiël. De profetie van Daniël (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van De heilige boeken van het oude verbond. Deel 6. De profetie van Isaias. De profetie van Jeremias. De profetie van Ezechiël. De profetie van Daniël
Afbeelding van De heilige boeken van het oude verbond. Deel 6. De profetie van Isaias. De profetie van Jeremias. De profetie van Ezechiël. De profetie van DaniëlToon afbeelding van titelpagina van De heilige boeken van het oude verbond. Deel 6. De profetie van Isaias. De profetie van Jeremias. De profetie van Ezechiël. De profetie van Daniël

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.30 MB)

ebook (5.19 MB)

XML (3.20 MB)

tekstbestand






Vertaler

Jos. Schets



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De heilige boeken van het oude verbond. Deel 6. De profetie van Isaias. De profetie van Jeremias. De profetie van Ezechiël. De profetie van Daniël

(1933)–Anoniem De heilige boeken van het oude verbond–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 510]
[p. 510]


illustratie

Threni, of de Klaagliederen van den profeet Jeremias.

Inleiding.

De Klaagliederen heeten in de Hebreeuwsche handschriften, naar het eerste woord van den tekst, Echa (d.i. Ach! of Hoe!), in den Talmud en bij de Rabbijnen Kinooth, wat de Septuagint uitdrukt door Thrênoi en de Vulgaat vertaalt door Lamentationes. Deze liederen zijn vijf in getal en hebben onderling in vorm en inhoud groote overeenkomst. Zij bevatten eene jammerklacht over den val van Jerusalem en den ondergang van het rijk Juda. Niet weinigen onder de oudere Schriftverklaarders hebben de canonieke Klaagliederen vereenzelvigd met de II Par. XXXV 25 vermelde ‘klaagliederen van Jeremias over (koning) Josias’. Tot deze dwaling gaf waarschijnlijk aanleiding eensdeels het bericht van Flavius Josephus (Antiq. X 6), dat genoemde lijkzangen zijn bewaard gebleven, anderdeels het gezag van den H. Hiëronymus, die (in Zach. XII 11) beweert, dat de klaagzangen van Jeremias over Josias ‘in de Kerk gelezen worden’, en elders (Prooem. in Lament.), dat ‘de Klaagliederen niet alleen de verwoesting van Jerusalem en de gevangenschap van het Judeesche volk, doch ook den ondergang van koning Josias’ betreffen. Doch (in Is. LXIII 3) zegt hij alleen: ‘Jeremias treurt in de Klaagliederen over de verwoesting van Jerusalem’.

[pagina 511]
[p. 511]

In deze zangen verheft de profeet zich tot God, den rechtvaardigen wreker van de zonden zijns volks, doet een nederige schuldbelijdenis, smeekt om genade en belijdt zijn vertrouwen op de herstelling zijns volks overeenkomstig de oude beloften. Derhalve drukken de Klaagliederen op volmaakte wijze de gevoelens uit der ware boetvaardigheid en zijn daarom zoo passend in de Liturgie der Goede Week opgenomen. Immers bij de overweging van het aangrijpendste aller godsgerichten, het lijden en sterven van den Godmensch, den grooten Boeteling, om onze schulden, passen zulke gevoelens van berouw, van schuldbelijdenis, van onderwerping op treffende wijze. Naar de toepassing, welke bij de oudere Schriftverklaarders meer op den voorgrond treedt, is Jerusalem eene afbeelding zoowel van de strijdende Kerk, klagend over de vervolgingen, welke zij om de zonde harer kinderen moet lijden, als van de boetvaardige ziel, zuchtend onder de ellenden, welke de gevolgen zijn der zonden.

De profeet Jeremias is de schrijver der Klaagliederen. Dit getuigt de overlevering, en het wordt door den inhoud en den stijl bevestigd. Het oudste nog bewaarde getuigenis is vervat in het voorbericht, waarmede de Grieksche vertaler deze gezangen inleidt en dat hij waarschijnlijk, blijkens de Hebreeuwsche wijze van uitdrukking, in den grondtekst op dezelfde plaats aantrof. Hetzelfde getuigt de Hebreeuwsche overlevering, zooverre wij die kunnen nagaan. Zoo noemen de Chaldeeuwsche paraphrase en de Talmud Jeremias den schrijver der Klaagliederen.

De plaats, welke de Klaagliederen in den Joodschen Canon oudtijds innamen, te weten onmiddellijk achter en innig verbonden met de Profetie van Jeremias, wijst eveneens op hunnen oorsprong. Thans behooren zij daar niet tot de tweede klasse der H.H. Boeken, de Profeten, maar tot de derde, de zoogenaamde Hagiographen, en zijn zij het derde der vijf Megilloth, welke op de feestdagen in hun geheel worden voorgelezen. Maar deze rangschikking is noch de oudste noch de oorspronkelijke. Want Flav. Josephus (c. Ap. 1. 8) kent in het geheel twee en twintig H.H. Boeken, en slechts vier daarvan rekent hij tot de derde klasse; hiertoe echter behooren de Klaagliederen zeker niet, daar deze hier klaarblijkelijk met Jeremias tot één boek zijn vereenigd. Ook volgens de opgave van Origenes in Ps. I (Euseb. H.E. VI 19) werden toen de Klaagliederen bij de Profetie van Jeremias gerekend. Eerst ten tijde van den H. Hiëronymus, aan het einde der vierde eeuw, begon de later in de Synagoog gevolgde indeeling en rangschikking der H.H. Boeken meer in zwang te komen, hoewel zij ook destijds nog niet algemeen was doorgevoerd. Want terwijl deze H. Vader in zijn Prologus galeatus twee en twintig H.H. Boeken telt en derhalve Ruth met de Rechters, en de Klaagliederen met de Profetie van Jeremias samenvoegt, zegt hij aldaar, dat ‘sommigen’ Ruth en de Klaagliederen onder de Hagiographen rekenen. Ook de H. Melito van Sardes (uit de tweede eeuw), die zich naar het Oosten had begeven (Eus. H.E. IV 25) om nauwkeurig te onderzoeken naar het getal en de volgorde der H.H. Boeken, vermeldde de Klaagliederen niet afzonderlijk, omdat hij ze samenvatte onder den naam van Jeremias. Deze oudste overlevering nu is in de Kerk van Christus overgegaan. Eenstemmig heeft men door alle eeuwen

[pagina 512]
[p. 512]

heen Jeremias als den schrijver der canonieke Klaagliederen gehouden. Hiervoor pleiten ook hun inhoud en vorm. Want klaarblijkelijk heeft een ooggetuige van Jerusalem's ondergang, een deelgenoot der jammeren, deze gezangen gedicht. Immers is de herinnering aan den geleden smaad, aan den hongersnood en het overige lijden nog levendig; met frissche kleuren worden de gruwelijke tooneelen geschilderd bij de belegering en de inneming der stad. Treffend is verder de overeenkomst der Klaagliederen met de Profetie van Jeremias: dezelfde gedachten, dezelfde gevoelens van medelijden en smart, dezelfde oorzaken der rampen, dezelfde beweegredenen tot vertrouwen, dezelfde spreekwijzen en beelden keeren hier terug, hoewel tevens om de verscheidenheid van het behandelde onderwerp en om den elegischen vorm, waarin het wordt voorgedragen, vele woorden en beelden hier worden aangetroffen, welke in de profetische toespraken en in de historische stukken niet zouden passen. Ten slotte is ook de godsdienstige opvatting der rampen en staatkundige gebeurtenissen dezelfde als in de Profetie. In beide zijn de zonden des volks, vooral der priesters en valsche profeten, de oorzaak der jammeren.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken