Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De heilige boeken van het oude verbond. Deel 7. De kleine profeten. De boeken der Machabeeën (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van De heilige boeken van het oude verbond. Deel 7. De kleine profeten. De boeken der Machabeeën
Afbeelding van De heilige boeken van het oude verbond. Deel 7. De kleine profeten. De boeken der MachabeeënToon afbeelding van titelpagina van De heilige boeken van het oude verbond. Deel 7. De kleine profeten. De boeken der Machabeeën

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.93 MB)

ebook (4.42 MB)

XML (1.53 MB)

tekstbestand






Vertalers

Jos. Schets

J.H. Drehmanns



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De heilige boeken van het oude verbond. Deel 7. De kleine profeten. De boeken der Machabeeën

(1933)–Anoniem De heilige boeken van het oude verbond–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 113]
[p. 113]


illustratie

De profetie van Micheas.

Inleiding.

De profeet Micheas (Hebr. Micha of Michaja, d.i. wie is gelijk Jehova?) wordt (I 1) door den bijnaam ‘de Morasthiet’ onderscheiden van een ouderen profeet, die (III Reg. XXII 8) Micheas, zoon van Jemla, heet. Waarschijnlijk was Morasthi (volgens velen het in den grondtekst I 14 genaamde Moreschet-Gath), een stadje ten zuidwesten van Jerusalem, zijne geboorteplaats. Hij behoorde tot het rijk van Juda; zijne profetieën betreffen ook hoofdzakelijk Juda en Jerusalem.

Blijkens het opschrift (I 1) heeft Micheas ‘in de dagen van Joathan, Achaz en Ezechias’, bijgevolg tegen het einde der achtste eeuw v.Chr., geprofeteerd. Hij was een tijdgenoot van Isaias, met wiens geschrift de profetie van Micheas op niet weinige plaatsen overeenstemt.

Onder den goddeloozen koning Achaz, die de afgoderij van Israël in zijn rijk had ingevoerd (IV Reg. XVI 3; II Par. XXVIII 3), verzonk gansch Juda steeds dieper in den poel van zedenbederf. Vooral de misdaden van dien diep bedorven tijd bestreed Micheas in zijne prediking; vrijmoedig en onverschrokken verweet hij aan de leidslieden van Juda en aan de grooten van Jerusalem hunne afpersingen en onrechtvaardigheden.

De profetie bevat den korten inhoud der prediking, welke Micheas

[pagina 114]
[p. 114]

onder de drie genoemde koningen gehouden heeft. Het onderwerp, dat hij volgens de behoefte dier tijden behandelde, was drieërlei: de bestraffing der vooral door de leidslieden en de grooten van Jerusalem bedreven zonden; de voorspelling van het goddelijk wraakgericht, dat Israël en Samaria, maar inzonderheid Juda en Jerusalem zou treffen; de goddelijke belofte der herstelling van Juda en Jerusalem, welke voltooid zou worden door de zegeningen van den Messias, wiens komst in bijzonderheden geschilderd wordt. Dit drieledig onderwerp behandelt Micheas in zijn boek drie malen in even zoovele afdeelingen, welke telkens met ‘Hoort’ (I 2; III 1; VI 1) beginnen. In de eerste en derde afdeeling treden meer de zonden en hare bestraffing, in de tweede meer de belofte der herstelling op den voorgrond.

Micheas heeft, waarschijnlijk aan het einde van zijne loopbaan, nog vóór de verwoesting van Samaria en den ondergang van het noordelijk rijk, welke feiten als toekomstig voorspeld worden, dus vóór het zevende jaar van koning Ezechias, zijne profetieën zelf op schrift gebracht. De echtheid en de ongeschondenheid der profetie worden door het opschrift, maar vooral door de voortdurende overlevering gestaafd.

De goddelijke ingeving van den profeet is blijkbaar uit zijne duidelijke en reeds vervulde profetieën; vooral zijne godspraak betreffende de geboorte van den Verlosser te Bethlehem is treffend. Reeds Isaias (II 2) haalt het woord van zijnen tijdgenoot aan als goddelijke profetie. Ten tijde van Jeremias erkenden de oudsten des volks openlijk het gezag van Micheas (zie Jer. XXVI 17, 18). Uit het plechtig getuigenis van den Hoogen Raad der Joden (Matth. II 5) blijkt onweersprekelijk, dat de Synagoog ten tijde van Christus het goddelijk en canoniek gezag der profetie hoog vereerde.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken