Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De heilige boeken van het oude verbond. Deel 7. De kleine profeten. De boeken der Machabeeën (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van De heilige boeken van het oude verbond. Deel 7. De kleine profeten. De boeken der Machabeeën
Afbeelding van De heilige boeken van het oude verbond. Deel 7. De kleine profeten. De boeken der MachabeeënToon afbeelding van titelpagina van De heilige boeken van het oude verbond. Deel 7. De kleine profeten. De boeken der Machabeeën

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.93 MB)

ebook (4.42 MB)

XML (1.53 MB)

tekstbestand






Vertalers

Jos. Schets

J.H. Drehmanns



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De heilige boeken van het oude verbond. Deel 7. De kleine profeten. De boeken der Machabeeën

(1933)–Anoniem De heilige boeken van het oude verbond–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 145]
[p. 145]


illustratie

De profetie van Habacuc.

Inleiding.

De profeet Habacuc voorspelt de opkomst en den ondergang der Chaldeërs of Babyloniërs, die na de Assyriërs in Azië oppermachtig waren. Evenals Assur was ook Babel in Gods hand de geeselroede, waarmede het uitverkoren volk om zijne zonden werd getuchtigd; maar om dezelfde reden, waarom Nahum aan Assyrië den ondergang voorspelde, bedreigt Habacuc het trotsche en afgodische Chaldea met het goddelijk wraakgericht, dat alle vijanden Gods zal treffen en de komst van het Godsrijk voorbereiden. Buiten het weinige, dat in deze profetie omtrent den persoon van Habacuc vermeld wordt, is van hem niets met zekerheid bekend. Sommigen hielden hem voor den profeet, die Daniël in den leeuwenkuil spijsde (Dan. XIV 32); dit echter is moeilijk overeen te brengen met den tijd, waarin de schrijver dezer profetie optrad. Want Habacuc profeteerde vóór de ballingschap. Immers de komst der Chaldeërs wordt (I 5) voorspeld als iets, dat toen volgens menschelijke berekening ongelooflijk was. Hieruit volgt, dat de profeet die voorspelling deed, eer de Chaldeërs door hunne overwinning bij Charcamis (in 605 v.Chr.) de Egyptenaren uit Azië verdreven en alzoo zich den toegang tot Syrië en Palestina geopend hadden. Na dien beslissenden slag was de komst der Chaldeërs in Jerusalem te verwachten, te meer

[pagina 146]
[p. 146]

daar Jeremias (XXV) in hetzelfde jaar, het vierde van koning Joakim, die komst voorspelde. Habacuc schreef dus vóór genoemd jaar, waarschijnlijk op het laatst der regeering van Manasses, toen de afgoderij uit Juda was verbannen; want de profeet klaagt wel over verdrukking en gewelddadigheden, niet echter over den door de andere profeten zoo herhaaldelijk veroordeelden afgodendienst. Ook de Joodsche overlevering laat Habacuc in dien tijd optreden.

Het geschrift bevat twee door inhoud en vorm onderling verschillende deelen. Het eerste is eene samenspraak tusschen den profeet en Jehova, waarin aan Juda zijne tuchtiging door de Chaldeërs en vervolgens aan de Chaldeërs zelven hunne straf en Gods wraakgericht voorspeld wordt (I-II); het tweede deel is een lyrisch gedicht, dat Gods rechtvaardigheid tegenover den zondaar en zijne barmhartigheid in de verlossing der rechtvaardigen bezingt (III).

De profetie is door Habacuc zelf geschreven (vgl. II 2). Voor hare eenheid en ongeschondenheid pleit de samenhang, die niet verstoord wordt door den afwisselenden stijl, waarin de verheven gedachten der samenspraak zijn uitgedrukt; de gevoelens, door dat onderhoud mot God in het hart van den profeet gewekt: eerbiedige vreeze voor Gods gerechtigheid, bewondering zijner ontfermende liefde, stort hij uit in een lyrisch gedicht, dat wellicht alles overtreft, wat van deze dichtsoort bij de Hebreërs is bewaard gebleven.

Het goddelijk en canoniek gezag wordt gestaafd door de leer der H. Kerk en bekrachtigd door de H.H. boeken des Nieuwen Verbonds. De H. Paulus (Act. XIII 41) bedreigt de Joden van Pisidië met woorden van Habacuc (I 5), welke door den Apostel uitdrukkelijk als profetie zijn aangehaald; driemaal bevestigt hij in zijne brieven (Rom. I 17; Gal. III 11; Hebr. X 37) de noodzakelijkheid des geloofs op het gezag van deze profetie (II 3, 4).



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken