Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 20 (1906-1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 20
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 20Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 20

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.81 MB)

Scans (92.88 MB)

ebook (8.08 MB)

XML (3.97 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 20

(1906-1907)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Ingezonden stukken.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.

Het heilige huwelijk, de vrije liefde en het vervloekte Concubinaat door Salutant.

II. Een tweede antwoord.

Mevrouw! Nauwelijks was ik gereed met het beantwoorden van Uw eersten brief of ik werd verrast met een tweede schrijven, ditmaal namens een vriendin.

Hoe vereerend ik het ook vind, U zich onze gesprekken wel wilt herinneren en prijs stelt op mijn oordeel, moet ik eerlijk bekennen dat ik ontzaglijk opzie tegen de inwilliging van het verzoek, mij namens Uw vriendin gedaan.

Het geldt hier de beantwoording van dezelfde vraag ten opzichte van hare dochter, als die welke U mij steldet voor Uw zoon.

In het leven en streven van een man kan ik mij indenken, maar een vrouw, c'est autre chose! Wie onzer toch is het gelukt in het

[pagina 118]
[p. 118]

hart eener vrouw te lezen? Staan we niet dikwijls voor psychologische raadsels?

Edoch ik wil het beproeven. Meermalen heb ik er over nagedacht en mij zelfs verstout op dat punt een meening te vormen. Mag ik die meening thans aan Uw oordeel onderwerpen?

Kort en goed, een meisje moet trouwen. Doet zij dit niet, dan zal tot haar dood toe een onbevredigd gevoel haar bijblijven. Er zijn natuurlijk excepties, hoewel alles wat oogenschijnlijk een uitzondering lijkt, dat nog niet altijd is. Bepaalde personen of categorieën hierbij namen te noemen, acht ik niet wenschelijk, maar er zullen U toch voorbeelden te over bekend zijn, dat meisjes die zich een roeping hadden gekozen, geheel buiten het huwelijk, die roeping lieten varen, zoodra zij maar door den waren Jozef geroepen werden, waaruit de waarheid van mijn stelling zou blijken, dat een ongehuwde vrouw, in hare positie als zoodanig, geen bevrediging vindt.

Uw gedachtengang bij het lezen hiervan volgende, hoor ik U vragen of dan al de onaangenaamheden welke zich in het huwelijk voordoen en door mij in mijn vorigen brief aangehaald, niet evenzeer op de vrouw drukken. Zeer zeker, mevrouw, en misschien zelfs dikwijls in heviger mate, maar vergeten wij niet, dat we niet enkel voor ons genoegen op de wereld zijn. En wat het zwaarste is, moet het zwaarste wegen. Blijft een vrouw ongehuwd, dan ontbreekt er in haar gevoel iets aan haar bestaan. Stellen wij ons een voorbeeld als het volgende: Marie is ongehuwd, terwijl haar vriendin Jeane getrouwd is, doch niet gelukkig. Nu geloof ik dat Marie, altijd in haar binnenste - wat niet altijd overeenkomt met het buitenste, U begrijpt mij wel, niet waar? - als volgt zal redeneeren: ‘'t Is jammer dat zij het zoo ongelukkig getroffen heeft, maar met dat al is zij gehuwd.’ Ik ben zelfs niet ongenegen er bij te voegen, dat zij voor een groot deel de schuld van het ongelukkige in het huwelijk harer vriendin op Jeane's schouders zal laden, er bij denkende, dat zij het hem wel anders zou leveren als... ze maar gehuwd was.

Getrouwd zijn, dat is de spil waar alles om draait... bij de vrouw.

Trouwen dus, maar dan ook met den aankleve van dien, wat ik nader hoop toe te lichten.

Maar hoe zal zij dat doen indien de mannen er zich aan onttrekken?

Ik voorzie die vraag en wil haar daarom bij voorbaat, zooveel als in mijn vermogen is, beantwoorden. Tevens zal ik U dan mededeelen, hoe ik denk over vrije liefde en het concubinaat, door U in het slot van Uw schrijven aangehaald. Ik vrees echter dat ik daarbij meer dan ooit een kat een kat zal moeten noemen.

Zeker zal het U niet ontgaan zijn dat ik de positie van den jongeling en het meisje geheel in abstracto heb behandeld, met terzijdestelling der samenleving. Wij kunnen ons echter aan de maatschappelijke toestanden niet onttrekken en al zou men het huwelijk geheel afschaffen, het ‘Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt U’ zou zich evenzeer doen gelden, misschien op nog bedenkelijker wijze dan thans. Niet alleen dat velen er nog al iets voor voelen, doch 't is zoo goed als een natuurwet.

Vrije liefde is een mooi woord voor een leelijk ding, althans in den zin zooals het vrij algemeen wordt opgevat.

Twee personen beminnen elkaar, storen zich aan geen formaliteiten als anderszins, gaan samen wonen, produceeren kinderen dat het een aard heeft, en als de tijd gekomen is dat ze van de liefde niets meer willen weten, dan.... blijven ze bij elkander en moeten alle maatschappelijke onaangenaamheden van het niet gehuwd zijn, op den koop toenemen. Loopen zij eenvoudig van elkaar weg, de kinderen aan hun lot overlatende, dan wordt het voor beiden en voor de kinderen nog erger.

Van geheel anderen aard acht ik het geval dat een man en een vrouw, beiden tot de jaren des onderscheids gekomen en met bescheiden doch ongeveer gelijke financieele middelen bedeeld, na gemeenschappelijk overleg in den ruimsten zin des woords, een ongeschreven verbintenis aangaan, niet alleen op sexueelen maar ook op oeconomischen grondslag. Wanneer dan ook hier eenmaal de tijd mocht komen dat men in elkanders samenzijn geen genoegen meer schept, dan is de scheiding niet moeilijk, en zal de vrouw, aangezien zij niet zonder middelen is, niet op straat staan.

Maar bij dat alles zal op deugdelijken grondslag een notarieele acte door beiden dienen geteekend te worden, waarbij voor de toekomst van eventueel te verwekken kinderen op de meest waardevolle wijze gezorgd wordt.

Dus dan toch een soort contract?

[pagina 119]
[p. 119]

Ja mevrouw, zonder dat bestaat er geen waarborg voor een behoorlijke oplossing.

En waarom dan geen huwelijk, dat voorziet toch ook in dergelijke gevallen?

Omdat een huwelijk een overeenkomst is, zóó bindend, dat het nauwelijks een overeenkomst kan genoemd worden en meer heeft van een vonnis in hoogste instantie; zulks te meer wijl de betrokken personen zoo weinig weten wat hen te wachten staat, zij er als 't ware in een liefderoes heen getrokken worden en derhalve zeer dikwijls ontoerekenbaar zijn. Dat de bepalingen op huwelijk en echtscheiding herziening vereischen, is al zoo dikwijls betoogd dat ik hierover niet zal uitwijden.

Intusschen, al zouden de bestaande bepalingen in milderen geest gewijzigd zijn, door de personen zelf kan in deze zeer veel gedaan worden.

Zoo is het m.i. noodzakelijk, dat alvorens te trouwen, een medisch advies wordt ingewonnen, terwijl de geneesheer in dit geval door en voor beide partijen van zijn ambtseed dient ontslagen te worden. Hierdoor alleen zou al dadelijk veel goeds gesticht worden. Vraag er uw dokter maar eens naar.

Ook zal een jongmensch geen huwelijksplannen moeten maken voor hij een vast inkomen heeft, waarmede hij met zijn gezin in zijn stand, dat is dus boven zijn stand, kan leven.

Zoowel voor den jongeling als voor het meisje is het noodig, dat meer en degelijker inlichtingen worden ingewonnen omtrent beider karakter, en dat niet alleen een lief gezicht of een mooi uniform den doorslag geven. Vooral het meisje voor wie, zooals ik reeds schreef, het huwelijk een levensquaestie is, zal bijzonder goed uit haar oogen moeten zien.

Raad in deze zoo gewichtige zaak kan zij alleen inwinnen bij haar moeder en dan nog onder zeker voorbehoud.

De mogelijkheid bestaat toch dat de moeder, al dan niet weduwe, een meer dan gewone genegenheid aan den dag legt voor haar aanstaanden schoonzoon en dan zou het wel kunnen zijn dat men met z'n drieën ging trouwen, wat natuurlijk voor alles vermeden moet worden.

Zoodra het meisje tot jonkvrouw rijpt, zal de moeder haar zoo schoone, doch uiterst moeilijke taak aanvangen met haar dochter te onderrichten in hetgeen zij als aanstaande echtgenoote moet weten en wat zij in het huwelijksleven te verwachten heeft, zoomede in hetgeen van haar geëischt zal worden. Hierop doelde ik toen ik sprak van het huwelijk met den aankleve van dien. Daardoor zullen, thans nog veelvuldig voorkomende ergerlijke tooneelen, tot het verledene gaan behooren. Het moet haar duidelijk gemaakt worden dat de geslachtsdrift bij den man veel sterker ontwikkeld is dan bij de vrouw, terwijl de aanstaande echtgenoot er van doordrongen behoort te zijn, dat een vrouw die het geslachtsgenot zoekt, een abnormale verschijning is.

Door hiermede rekening te houden en beiden in dat opzicht wat te geven en te nemen, zal het schuitje in de goede richting blijven; er bestaat althans meer kans op dan wanneer men er maar op los leeft. Op nog een ding moet ik uw aandacht vestigen. Misschien is het een onmogelijkheid, doch de vrouw dient er voor te zorgen, er althans naar te streven, dat de zucht naar kennis, waarover ik in mijn eerste antwoord schreef, bij den man nooit bevrediging vindt.

Mij is een huwelijk bekend waar man en vrouw zich al dadelijk verlustigden in elkanders paradijscostuum. Het was zeer spoedig een door en door ongelukkig huwelijk.

Door het decorum hoog te houden, en hierin dient zij door den man gesteund te worden, moet zij voor haar echtgenoot altijd iets te wenschen overlaten.

Een ruim gedecolleteerde hals en boezem, doch overigens met een zeer transparant stofje bedekt, oefenen een machtigen invloed uit. Een paar mooie armen, ten deele zichtbaar door wijd openstaande mouwen, zijn o zoo aantrekkelijk. Ik heb hier 't oog op de tegenwoordige dracht en, misschien als bewijs voor mijn stelling worden ze niet oneigenaardig ‘engagementsmouwen’ genoemd.

Zoodra men echter met de wetenschap komt, is het met de bekoring gedaan.

Is eenmaal aan de zucht tot kennis voldaan, dan blijft er niets meer te wenschen over en zal het geheimzinnige bij een ander den man meer trekken. 't Is wel niet goed, maar waar.

Een en ander behoeft in het geheel geen inbreuk te maken op het innig samenzijn, het een sluit het ander niet uit.

Men vergete ook niet dat juist dan, meer dan ooit, de gelegenheid schoon is voor het optreden van No. 3, doch ditmaal meer als stille vennoot.

[pagina 120]
[p. 120]

Of hij wil of niet, en daarom mag men het niet al te zeer laken, gaat de man vergelijkingen maken. Mevrouw A een pracht van een vrouw, mevrouw B een taille, neen maar, en een smaak om zich te kleeden, magnifieke buste, enz. enz. Al deze vergelijkingen dringen de eigen vrouw min of meer op den achtergrond, hij ziet niet meer in haar wat hij vroeger zag, het ontstemt hem. Het gaat van kwaad tot erger en eindelijk leeft hij voort in wat ik noem ‘zijn tweede ik’ waarover hij met niemand spreekt. Of zijn echtgenoote er erg voor te vinden zou zijn, ook dit leed met hem te deelen, mag op goede gronden betwijfeld worden.

Zwijgen is hier raadzamer doch 't heelt de wonde allerminst.

Daarom kan een vrouw het decorum niet hoog genoeg houden.

(Wordt vervolgd).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken