Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 20 (1906-1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 20
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 20Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 20

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.81 MB)

Scans (92.88 MB)

ebook (8.08 MB)

XML (3.97 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 20

(1906-1907)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Uitslag Prijsvraag. (Zie het 1ste nommer van dezen Jaargang van 4 Juli 1906.)

 
Ik kan niet zeggen, dat er overvloed is
van geest in de toegezonden gedichtjes over
de vrije-vrouw.
 
Een uitzondering op dat gebrek aan geest
maakt zeer zeker het versje van onzen medewerker Servaas van Rooyen, dat de lezers in
ditzelfde nommer vinden maar dat wegens
de lengte buiten mededinging blijft. -Ga naar voetnoot*)
 
Buiten mededinging, omdat het niet als
antwoord op de prijsvraag is ingezonden, blijft
ook het zeer ad-rem versje van D.T. te P.,
dat de lezers insgelijks vinden in dit nommer.
Deze beide gedichtjes zijn dus geplaatst tegen
het gewone honorarium. -
 
De prijsvraag-beantwoording van D.T. te
P.
draag ik den uitgever voor tot een extrapremie,
omdat hij de eenige is die de zaak
heeft opgevat van het misschien meest juiste,
namelijk hóóg-ernstige standpunt.
 
- Den prijs f 12.50 heb ik toegekend aan
Bert, omdat zij ‘het’ type naar het uitwendige,
zooals men het terstond herkent op de
straat en in alle publieke bijeenkomsten,
aardig heeft weergegeven, ofschoon zij den
gestelden eisch van lengte overtrad. - Ik denk
o.a. aan de voorstelling, die Eleonore Duse gaf
in Amsterdam den vorigen winter, van Rosmersholm,
naar aanleiding waarvan ik schreef
bij die gelegenheid in mijn verslag in de
Telegraaf: ‘Op reformpjes schijnt het (een
“nieuwe-kunst”-stuk als Rosmersholm) bijzonder
aantrekkelijk te werken, want die
waren gansch plotseling opgedoken hier en
daar gisteravond, méér dan anders.-’
 
Ook de invoeging van 't Liberty-lint, (de
bedoelde dames slagen erin de opzichzelf
zeer mooie Liberty-modes te misvormen tot
afzichtelijk-wansmakige kunstdoenerij,) getuigt
van juiste opmerkingsgave, maar het
is jammer dat aan maat en vorm zooveel
ontbreekt. Zoo is b.v. de uitdrukking booswichten-gang
leelijk en onjuist; en evenzeer
is ‘flauw’ (zie den laatsten regel) een stopwoord
voor 't rijm, méér niet:

Prijs (f 12.50.)

 
Met een Panama-hoed en een Liberty-lint,
 
den hals vierkant-laag, en een vaalbleeketint,
 
Het haar over d' ooren, de handen steeds bloot,
 
Met hobbezak-lichaam en schoenen te groot,
 
Zóo ziet ge het manwijf, zóo stapt z' U voorbij;
 
Somtijds met bleekneuzige ‘hij’ aan haar zij,
 
(Meest een op sandalen, met haren zeer lang,
 
met een pak van fluweel en een booswichtengang!) -
 
Zóo trekt alle dagen het slonzige wicht,
[pagina 558]
[p. 558]
 
Achter 't schouderloos lichaam de buitendeur dicht.
 
En Moeder die thuis blijft ‘begrijpt’ haar niet,
 
Maar is goed voor het werk dat z' achter liet!
 
In de tram spreekt ze graag met een dito gebuur
 
Over nieuwe muziek en wat schuine lectuur.
 
Al wat ‘vrouwelijk’ is, haat ze, toch strijdt ('t klinkt flauw)
 
Dit belachelijk wezen voor ‘Rechten der Vrouw’! -
 
BERT.

De premie heb ik toegekend aan Cora, omdat haar vorm nog al vloeiend is, en haar gedachte niet on-juist. Maar nieuw van vinding kan men dit versje allerminst noemen; het is alles saamgenomen hoogst-banaal.

Premie (f 7.50).

Moderne Vrouwen.
 
Ze dragen ‘reform’, en een simpele hoed
 
Staat steil op hun piekige haren,
 
Zoo draven ze naar hun vergaderlokaal,
 
Steeds trachtend den man t'evenaren!
 
 
 
Ze willen niet trouwen, want dan zijn ze kwijt
 
Hun vrijheid, zooals ze beweren;
 
Alsof er nog kans was, dat ooit er een man
 
Zóó'n manwijf, als vrouw zou begeeren!
 
CORA.

Extra premie (f 5.00).

De ‘Vrije Vrouw’.
 
Bespot haar niet, het ongelukkig wezen,
 
Dat, zinverloren, ‘vrije vrouw’ zich noemt:
 
Een misgeboorte, zonder wedergâ tot heden,
 
Perverse-abnormiteit tot stumperigheid gedoemd.
 
 
 
Bespot haar niet, maar zie in haar de kranke;
 
Doorgrondt wat van haar kwaal de oorzaak zij,
 
Dan roept ge als mensch, die voelt het leed van anderen:
 
‘Voor haar geen hoon of spot, maar 't diepste medelij.’
 
D.T. te P.

Voor de prijzen moet men zich met naam, en abonnementsopgave melden bij den uitgever van dit blad.

Redactrice.

voetnoot*)
In dit versje amuseerde mij bijzonder de waarheid van het zevende couplet van boven. - Wie de Haagsche couranten open doet, kan daarin van de hand van zekere bekende moderne-vrouw van dit genre bijna om den anderen dag zoo'n ‘ingezonden stuk’ vinden! -


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken