Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 20 (1906-1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 20
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 20Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 20

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.81 MB)

Scans (92.88 MB)

ebook (8.08 MB)

XML (3.97 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 20

(1906-1907)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Gedachtenwisselingen.

I. Over Zola.

voor Mejuffrouw Noordelijk.

Wij raden deze aan, ten einde haar gezichtspunt te verruimen, te lezen het voortreffelijk geschreven werkje over Zola, van Michael Conrad (die Literatur - Georg Brandes), waaruit wij slechts het volgende aanhalen:

‘Die Höhe der Cultur bemiszt sich nach der Zahl und Stärke der Siege, die von den Schöpferischen, freien Geistern gegen Volk, Massa, Pöbel und deren überlieferte Meinungen gewonnen werden.’

‘Kein kritischer Spruch aus den unteren Sphären, kein Wehschrei der Mittelmäszigen und Dummen, berührt sie.’

‘Alles musz gesagt werden!’ - in dieses Leben hineingegriffen und seine fürchterlichsten, wie seine intiemsten Seiten zur Schau gestellt, ist überall in Europa den Gesellschaftskritikern der Mut gewachsen; und der Kampf gegen den Alkoholismus, gegen die Prostitution, gegen die Rasseverderbniss, wird heute mit einer Offenheit und Schneid geführt, die in der Zeit der feigen Prüderie vor Zola, einfach undenkbar gewesen.’

‘Kurz vorher hat sein künstlerisches Temperament in der Dreyfus-Sache im Bunde mit seiner homerischen Kampfeslust, noch einmal zu einem Schlage gegen Lüge, Gemeinheit und Niedertracht ausgeholt, der die gesammte Cultur-Welt durchdrönte. Hier verkörperte er, nicht nur mit Einsatz seines eigenen Lebens, das Gewissen seiner Nation, sondern das Gewissen der Menschheit.’

‘Die Grösze sehen! Das ist die Aufgabe der Erziehung zur Kunst. Und Gröszen neben einander gelten lassen, auch wenn sie nichts mit einander gemeinsam hätten, als dasz sie grosz sind! Zola und Wagner, Nietszche, Ibsen, Böcklin - welche Summe von verschiedener Schönheit in einem Jahrhundert!

Und ringsum Grösze sprieszen zu sehen und zu fördern, gibt dem Menschen seinen Rang, und dein Leben seine Bedeutung.’

J. GIESE.

II.

Aan Excelsior.

 

Met belangstelling volgde ik de gedachtenwisseling tusschen U en C.E., daar dit onderwerp zeker van overwegend belang is voor de geheele samenleving. Het sluit zich tevens ook geheel aan bij ‘de dubbele roeping der vrouw’ door Studium in den vorigen jaargang in bespreking gebracht, over welk onderwerp ik toen ter tijd ook mijne meening heb gezegd.

Volmondig zou ik Excelsior als mijne persoonlijke overtuiging tot antwoord willen geven: Geheele ontwikkeling der vrouwelijke persoonlijkheid wordt niet door zware examenstudie verkregen.

Bij de ontwikkeling der vrouwelijke persoonlijkheid moet zeer zeker op den voorgrond treden het door onze redactrice (zie corresp.) gecursiveerde ‘het is alleen een hart vol liefde en goedheid’.

Een hart vol liefde en goedheid, dat is de schat, die de vrouw door het leven mee heeft te nemen, dat is de schat die ze uit heeft te deelen aan allen rondom haar heen. Met de voorbereiding tot een werkkring, met de voorbereiding tot het leven, zal dus rekening gehouden moeten worden met de voorwaarden, waaronder die eigenschappen zich kunnen ontwikkelen, zoo volkomen mogelijk. Steeds ingespannen hoofdwerk zal remmend op die ontwikkeling werken, terwijl de meer specifiek vr. bezigheden (onze redactrice noemt er in de corresp. eenige, en ook ziekenverpleging zou ik nog gaarne hieraan toevoegen), meestal bestempeld met ‘geestdoodend’ (mij dunkt ten onrechte) de gelegenheid geven, dat gedachten als onwillekeurig komen en gaan, gedachten, die soms omgezet worden in de een of andere vriendelijke daad, gedachten die ons tegenkomen uit een pas gelezen boek, gedachten die ons voeren op het terrein van een aan de orde zijnde quaestie; veelal toch gedachten, die haar sporen nalaten van opvoedende kracht.

Met een voornamen factor zal echter ook rekening gehouden moeten worden op dit terrein van vr. bezigheden Men zorge ook hier, even goed als op het gebied van geestesarbeid niet ineegesleept te worden door de stuwkracht van den heerschenden tijdgeest, met haar zenuwprikkend voort-voort-zonder stilstaan, zonder tijd te gunnen persoonlijke neigingen tot haar recht te laten komen. En niets zal wel de persoonlijke ontwikkeling meer schaden dan niet den tijd te hebben, zich zelf te zijn. Dat het in ieder geval de plicht van de vrouw is te zorgen voor

[pagina 745]
[p. 745]

gezonde zenuwen en een gezond lichaam, behoeft wel geen verder betoog.

Zeer zeker zal een sterke inspanning van den geest de kans op zenuwoverprikkeling vermeerderen, en om iets voor een ander te kunnen zjjn, om te kunnen helpen en steunen, zullen in de eerste plaats sterke, gezonde zenuwen noodig zijn.

In hoeverre verder het lichaam schade lijdt onder zware geestesinspanning om eventueel bepaald vrouwelijke functies te kunnen verrichten, zal met zekerheid moeilijk uit te maken zijn, maar ook voor dit geval zal het meisje verstandig doen het zekere voor het onzekere te nemen.

Om mij niet schuldig te maken aan éénzijdigheid, zou ik hieraan willen toevoegen, dat er wel vrouwen zijn, die gezond haar studie volbrachten en dat er ook wel zijn, die, naast haar werkkring, tijd en lust vinden het leven van anderen te vermooien, maar in zoo'n leven bereikt bij dìe verdeeling van krachten nòch het één nòch het ander zijn hoogtepunt, en er wordt niet voldaan aan de voorwaarde door Excelsior gesteld: ‘ontwikkeling der persoonlijkheid beteekent toch de gaven, die er aanwezig zijn, tot het hoogste punt te brengen.’

Moge dan bij vele vrouwen in beginsel de gave aanwezig zijn en de omstandigheden gunstig, om zich te ontwikkelen tot de ware vrouw ‘met een hart vol liefde en goedheid’ om daarmee een zegen te kunnen zijn!

Den Haag, 4 Maart 1907.

A.C.F. - G.

III. Alkmaar, 18/3 '07.

Aan Emma

in hare hoedanigheid van schrijfster der Gedachtenwisseling in No. 37 der Hollandsche Lelie.

 

Hoewel niet behoorende tot de dames die haar geld op eene nuttige wijze wenschen te besteden maar niet weten ‘hoe’; evenmin er op bogende geld tot dat doel ter beschikking te hebben, bracht mij toch uw schrijven op het volgende idée.

Ik wil beginnen mij voor te stellen als gescheiden vrouw, oud 26 jaar, en, voor rekening van mijne ouders, met mijn jongen, oud 7 jaar, een huisje bewonend naast mijne ouders. Ik trouwde in '98 met een Deli-planter (wiens naam ik om der wille van het kind nog draag) van wien ik op mijn verzoek in 1904 wettig ben gescheiden.

Indien nu eene dame uit den beschaafden stand (die zooals u) tusschen Paschen en groote vacantie bij mij zou willen komen logeeren en alleen de kosten vergoeden (die ik met haar samen zou kunnen bespreken) en ik er iemand een genoegen mee kan doen, dan kunt u van mijn goeden wil verzekerd zijn.

Ik doe het huishouden zelf om de kosten van onderhoud voor mijne ouders niet onnoodig te verhoogen. Ik leef eenvoudig, wandel veel en maak weinig visites. Ook heb ik een fiets die mij in staat stelt tusschen de middagschooluren de omstreken van ons vriendelijk plattelandsstadje te genieten. Weer en omstandigheden dienende ga ik 's zomers Woensdags en Zaterdagsmiddags nogal eens naar Bergen of Egmond aan Zee.

Mocht mijne eventueele logée er meer genoegen in vinden dagelijks te gaan dan laat ik haar volkomen vrij daarin. Rechtstreeksche antwoorden op gevraagde inlichtingen zal ik u gaarne geven, deze dient ook eigenlijk meer om u van mijn goeden wil te doen blijken.

Na beleefden groet

Achtend:

M.E. VAN BENEDEN-POT.

Eilandswal 6a.

IV.

Geachte Heer

waarnemend Red. van de Holl. Lelie.

 

Vergeef me dat ik tot u kom met een vriendelijk verzoek.

Voor zoover ik weet, heeft nog nimmer in dit blad een man zijn opinie uitgesproken over een der belangrijkste onderwerpen en levenszaken welke der vrouw in het bijzonder aangaan, dat is over liefde en huwelijk.

Nu komt het mij voor, dat een man in de eerste plaats aangewezen is om daarover met vrouwen te spreken; vrouwen onderling zullen elkaar nooit begrijpen; zullen nooit openhartig zijn. Een man alleen overziet het geval, en behoeft zich in geen geval te masqueeren, en daar ik uit uwe artikels in de Lelie meen te mogen opmerken, dat U onbevangen oordeelt, en dat oordeel even onbevangen uitspreekt, geloof ik dat U mij, en de lezeressen van dit blad, genoegen zult doen, het onderwerp liefde en huwelijk te behandelen.

Hoogachtend

Uw Dienaresse

Groningen, 25 April '07.

LILLI.

 

* * *

 

Voorloopig antwoord:

 

Ik wil mij wel eens aan het onderwerp wagen, hetzij als waarnemend Redacteur, of als medewerker, - wat ik aangenamer zou vinden, - onder onderwerping aan het oordeel van onze Redactrice, maar zal wachten tot den nieuwen jaargang, na eerst nog een beetje ondervinding te hebben opgedaan. Het is een pijnlijk en kiesch onderwerp om met vrouwen te bespreken, maar ik hoop een maand lang een mondain leventje, - in alle eer en deugd, - te leven, en dat kan misschien nog nieuwe gezichtspunten openen.

A.J.S.v.R.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Josephine Giese

  • A.J. Servaas van Rooijen


datums

  • 4 maart 1907

  • 18 maart 1907

  • 25 april 1907