Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 21 (1907-1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 21
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 21Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 21

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.77 MB)

Scans (98.61 MB)

ebook (12.36 MB)

XML (4.12 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 21

(1907-1908)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 65]
[p. 65]

31 Juli 1907.
21ste Jaargang.
No. 5.



illustratie

Hoofdartikel
Het Sluiten van een Huwelijk.

O, maak toch den mensch, dien de natuur een hoogere bestemming toedacht niet tot koopwaar.
Fr. Ehrenberg.

De lezeressen der Hollandsche Lelie ter overdenking, geef ik hier een wanhoopsuiting weer van een mijner jonggetrouwd-vrouwtje-kennissen, in een uurtje van vertrouwelijk-bij-elkander-zijn.

Het gesprek liep over het sluiten van een huwelijk zonder liefde in het algemeen, toen zij hartstochtelijk uitbarstte:

‘O, ik heb het immers zelf bij ondervinding, wàt het zeggen wil te trouwen zonder liefde, hoè wij vrouwen ons vernederen, diep ons vernederen, met aan te gaan een huwelijk waarvan liefde de drijfveer niet is. Als wij jong zijn, heel jong, dan dwepen wij met liefde, maar wij dwepen ook met een huwelijk, en als dan onze liefde, onze eerste jonge liefde niet beantwoord wordt, dan willen wij het toch nog niet opgeven om getrouwd te zijn, een eigen huishouden te hebben, - onze roeping te volgen, denken wij.

O, dwaal-idee, onze roeping een huwelijk zonder teederheid, onze roeping een daad van zedeloosheid, van schande!

Wij willen nuttig zijn, wij willen gelukkig maken, zoo sussen wij ons geweten in slaap, als wij aannemen meestal den eersten man die ons vraagt, die ons met vertrouwen liefheeft. En wij bedriegen hem - en bedriegen ons zelven.

Alsof er niet zoo velerlei gebied is waarop wij vrouwen ons kunnen nuttig maken en tevens dan behouden de achting voor ons zelf, want dàt is het waarop het aankomt, zonder achting voor ons zelf kunnen wij niet leven.

Ik zou mijn ondervinding tot voorbeeld willen stellen aan zoo velen, die denken dat het huwelijk alles is, ik zou aan elk jong meisje willen zeggen, dat haar liefde niet beantwoord ziet, o, denk toch niet dat je door een huwelijk met een ander kan smoren die stem van de machtigste aller hartstochten, die liefde heet, bedrieg niet den man die je alles aanbiedt, neem niet aan zijn huis, zijn voedsel, zijn kleeding, alles van hem, verkoop je niet, maar wees flink en schep je zelf een werkkring, een nuttige werkkring, die je

[pagina 66]
[p. 66]

onafhankelijk maakt en je niet vernedert.

Wat was ik jong, veel te jong, en wat wist ik weinig van het leven, wat had ik nog weinig nagedacht toen ook ik nam den eersten man die mij vroeg zijn vrouw te worden, zoodat ik wist dat mijn liefde niet beantwoord werd.

Drie maanden waren wij geëngageerd, drie maanden vol beslommeringen als daar zijn: het uitzet, het zoeken naar een huis, het inrichten daarvan, van het een kom je in het ander, tijd tot nadenken, tot diep ernstig nadenken is er niet en de man dien je niet liefhebt, die denkt dat de liefde wel komen zal in het huwelijk, hij denkt dat je nog moet leèren liefhebben, maar dat je 's nachts wakker ligt en dàn ziet een ander beeld, dat weet hij niet en je zegt het hem niet omdat je hem geen verdriet wilt doen, je wilt hem immers gelukkig maken, zoo breng je je geweten wederom tot zwijgen en je denkt, o, je denkt dat je zal kunnen vergeten dien ander, omdat je nog niet weet dat een machtige liefde niet sterven kàn.

Maar als je getrouwd bent, dien eersten keer al dadelijk als je man je in zijn armen neemt en hij noemt je “zijn vrouw” in de volle beteekenis van het woord, dan, o, dan voel je met een vlijmend scherpe pijn op eens dat je hebt vernederd je zelf door het aangaan van dit verbond, waardoor je moet geven wat je als hoogstaande vrouw alleen mag geven uit liefde.

En als je dan je verlagen moet telkens weer, als dan je man, al tracht je ook nog zoo goed voor hem te zijn, het bemerkt en er onder lijdt, dat je hem niet liefhebt, dan is daar geen enkel iets in ons leven dat ons terug kan geven wat wij verloren hebben, - de achting voor ons zelve.

Dan moeten wij vol schaamte, vol gloeiende schaamte buigen het hoofd als het eindelijk komt tot een heftig verwijt van onzen man en hij ons met bittere ironie vraagt met welk recht wij neer zien op een zeker soort vrouwen, dat zich verkoopt voor één nacht, terwijl wij hetzelfde doen bij schriftelijke overeenkomst voor ons geheele leven.

En het antwoord moeten wij schuldig blijven.’

 

H.B.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken