Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 21 (1907-1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 21
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 21Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 21

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.77 MB)

Scans (98.61 MB)

ebook (12.36 MB)

XML (4.12 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 21

(1907-1908)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Hoofdartikel
Liefde.

Niet aan de min is dit epistel gewijd. Hoewel de min veelal liefde heet met langen verliefden druk op de ie en dichters, ja zelfs prozamenschen in een verliefde bui, haar hebben bezongen als rein en edel, wil ik de zuivere, onbaatzuchtige, passielooze liefde beschrijven, de schoonste openbaring van de menschheid in den mensch. Zij is 't wezen van den waren godsdienst en vindt haar hoogste uitdrukking in de uitspraak: God is liefde; 's mensch en streven moet daarom zijn ook liefde te wezen. God is liefde, wees gij ook alzoo! Heb God lief boven allen en uw' naaste als uzelven. Hoe zou 't anders kunnen zijn voor den edelen mensch? Dit alleen is godsdienst, want al 't andere vloeit hieruit voort. Daarom: heb de liefde, en al 't andere zal u toegeworpen worden.

Maar slechts met bepaalde uitlegging is: Heb lief! als gebod op te vatten. Heb lief! zeker, maar gij moet het eerst kunnen. Daarom beteekent het: leer liefhebben, streef er naar lief te hebben met alle kracht die in u is, steeds en altijd.

En dan: Hebt uwe vijanden lief! Hoe zou de zwakke mensch, de onvolmaakte, het kunnen, die zelfs zijn vrienden niet lief heeft met zuivere, onzelfzuchtige liefde! In anderen zichzelf te leeren zien is de eisch; 't afleggen

[pagina 290]
[p. 290]

van de vereering der ikheid, den belangrijksten persoon voor ons, alledaagsche menschen, is de eerste schrede op dezen moeilijken weg. Juist wie zichzelf 't meest kent, 't best doorgrondt, leert zijn ikheid minder hoog achten dan de onnadenkende zichzelf acht. Zoo is zelfkennis 't middel om tot naastenliefde te komen; want wie 't meest over zichzelf nadenkt, leert zich minder hoog schatten en daardoor anderen licht meer achten en waardeeren.

Moeilijk zelfs is reeds 't streven naar naastenliefde. Alles op de wereld, in deze verwarde menigte van telkens en overal zich brutaal uitende en zich op den voorgrond dringende ikheden, eischt van ieder: zichzelf tot zijn recht te doen komen; de strijd om 't bestaan noodzaakt elk individu zich te doen gelden. In dezen, in zijn diepste wezen dikwijls zoo ruwen en toch noodzakelijken strijd schijnt soms de liefde onder te gaan en de werkelijkheid, het ôte-toi de lâ que je m'y mette, te spotten met de idylle der naastenliefde. En toch, ook in dezen verwoeden kamp gaat inderdaad de ingeboren liefde voor den evenmensch niet verloren. Naast den ruwen struggle for life, 't elkaar verdringen en dooddrukken, bloeien immers de bloesems van menschlievendheid en hulpvaardigheid; te midden van de wreedste uitingen van menschenhaat en menschenstrijd schitteren de schoonste daden van zelfopoffering en menschenmin, evenals in den oorlog de balsem der zorgzaamste verpleging de wonden heelt, geslagen door verblinde partijwoede en verdwaasde staatszucht.

Het Goddelijke vuur der liefde in den mensch straalt naar buiten in de werken der liefdadigheid, als daadwerkelijk liefde- en hulpbetoon aan stoffelijk en geestelijk slecht bedeelden of misdeelden, zieken, gevallenen en andere rampzaligen. De liefdadigheid, 't practische Christendom, is een zaak des harten, behoort tot ieders eigen roeping. Nooit kan of mag daarom de openbare en stelselmatig georganiseerde weldadigheid - hoe gezegend ook haar werking zij - de particuliere liefdadigheid vervangen, die ieders plicht en ieders recht is.

 

C.G.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken