Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 21 (1907-1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 21
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 21Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 21

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.77 MB)

Scans (98.61 MB)

ebook (12.36 MB)

XML (4.12 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 21

(1907-1908)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Gedachtenwisseling.

Naar aanleiding van het artikel: Iets over den huwelijksnood van Rarda Lieftink (zie Lelie van 13 Maart No. 37 van den vorigen jaargang). Volgens deze dame moet de schuld daarvan hoofdzakelijk bij de vrouwen gezocht worden. Ik geef de geachte schrijfster dadelijk toe er heel veel onverstandige, verkwistende, humeurige vrouwen zijn.... maar volgens mijne opinie, veeljarige observatie en studie, komen evenveel mislukte huwelijken op rekening van den man zoo niet meer, en wel om volgende redenen. - Ten eerste vind ik het niet trouwen der mannen tegenwoordig, ik zou haast zeggen een soort modeziekte. We zullen eens beginnen met de heeren der hoogste schepping of standen. Dezen vinden het veel gemakkelijker op élegante kamers of in eigenhuis te wonen, bestuurd door een huishoudster of dame aan het hoofd. Zij redeneeren zoo: Je hebt veel minder onaangenaamheden, geen zorgen voor de toekomst van je kinderen, geen geschreeuw en ziekte in je huis. (Dit alles heb je te wachten al ben je nog zoo gunstig getrouwd). Je kunt zooveel genoegen najagen, zoolang in de soos blijven plakken, zoo laat thuis komen als je wilt of in 't geheel niet. Je kunt gaan reizen, soupeeren of dineeren met wie je wilt, kortom, je bent zoo vrij als een vogel in de lucht. En ben je blasé van dit

[pagina 343]
[p. 343]

alles en wordt het noodig geacht, dan in vredesnaam maar een vrouw, die zijn er legio, opgezocht of aan familieleden opgedragen, één vrouw voor hen te kiezen daar zij zelve dikwijls veel te onverschillig zijn zich die moeite te getroosten.

Er zijn weer anderen die per sé ongetrouwd wenschen te blijven, het behoort tegenwoordig tot de bon ton en is veel chiquer, daar is Jhr. A., Baron B., Graaf C. ten volle van overtuigd. Daarentegen is de ongehuwde heer overal een welkome gast, vooral moeders met huwbare dochters en deze zelve geven den moed niet zoo gauw op hen nog in het huwelijksbootje te doen stappen. Anderen weer zeggen als je niet jong verliefd wordt, dan komt het later meestal er niet toe, dan ga je te veel redeneeren, waarom een eigen huishouden vestigen, met al de verbonden bezwaren, als je toch zoo 'n vrij en heerlijk-leventje kunt leiden. Bij de fatsoenlijke vrouw is dit geheel anders, die moet juist door het huwelijk vinden, wat de man zich buiten echt veroorloven kan. - De heeren uit den burgerstand, die een zaak of bescheiden positie hebben, zij zijn meestal gedwongen eene vrouw te nemen, daar dit hunne zaak of huishouden ten goede komt, daar zij niet zoo als hun meer met aardsche goederen bedeelde en hooger geplaatste broeders er op los kunnen leven. Zij zijn dikwijls aan huis en stad gebonden. - Rarda Lieftink geeft dit voorbeeld (één uit velen):

‘Een tamelijk welgesteld man huwde een zeer gefortuneerd meisje uit den middenstand’ enz: enz. - En nu kom ik juist waar ik wezen wil en stel deze vraag: Waarom moest deze zakenman juist dat meisje kiezen?? wat meer aan weelde gewend was, hoegenaamd geen verstand van zaken had, en, zooals Rarda Lieftink verder schrijft, dom en verkwistend was (zoodat zijn zaak geheel achteruitging). Dit pleit niet erg voor het verstand van den man bovendien. Had deze man niet veel beter gedaan een vrouw te nemen uit meer bescheiden kring, bijv. een degelijke, nette, beschaafde winkeljuffr., zonder fortuin. Ik geloof - ik weet haast zeker, hij het met zoo'n vrouw veel verder gebracht zou hebben. - Er zijn tal van voorbeelden, dat twee menschen met gezonde werkkracht en verstand, met niets begonnen, het heel ver kunnen brengen. Was in bovengenoemd geval het zeer gefortuneerde meisje niet de grootste attractie? Gesteld dit meisje had meer verstand bezeten, om in haar mans zaak behulpzaam te willen zijn, dan hadden er nog wel eenige jaren overheen gegaan alvorens zij eenige routine of vakkennis zich eigen gemaakt had. Dit gaat niet zoo gemakkelijk als men wel denkt, wanneer men nooit eenige opleiding daarin gehad heeft. Dus de schuld berust daarin geheel bij den man. Hij deed eene verkeerde keuze. Bij dit zeer gefortuneerde kan ik niet aannemen (en een man van zaken is altijd meer practisch), dat zijn groote liefde hem voor de gebreken van het meisje blind maakte.

Hoe komt het dat juist de meeste onverstandige en onbeduidenste vrouwen gekozen worden?? Naar mijne ervaringen laten zich velen maar al te gaarne door deze onbeduidende schepseltjes misleiden of bedriegen. Voor al deze vrouwen is de eenige uitweg het huwelijk. Intrigue trucjes en alle mogelijke verleidingskunsten worden aangewend om de mannen in hare netten te vangen. Zij verbergen zoo handig mogelijk haar gebreken en gevoelens, wanneer die met den man verschillen, omdat zij er tegen opzien in haar eigen onderhoud te voorzien. De degelijke verstandige vrouw daarentegen zal zich eerder van hare ongunstige zijde laten zien en eerlijk voor hare opinie uitkomen om latere teleurstellingen in het huwelijk te voorkomen, daar zij bij mislukking daarvan of het niet harmonieeren der karakters, zelve de handen uit de mouw kan steken om haar brood te verdienen. Ook speelt het geld, connectie en familie een groote rol. De mannen laten zich maar al te dikwijls door dit alles beinvloeden, vooral door familieleden, wanneer deze tegen een onbemiddeld meisje zijn en o wee wanneer zij dan nog een graadje lager in stand is. Of zij verstand, capaciteit en degelijkheid bezit, dit alles is niets in vergelijking bij het rijke, domme meisje, dat de familie in petto heeft en dat hemelhoog geprezen wordt en meest altijd met den huwelijksprijs gaat strijken. Ook zijn er mannen - die ter wille van het geld, zich verkoopen aan een vrouw, waarvan zij weten dat zij door ziekte erfelijk belast is, en wanneer zij dan later ellenlange doktersrekeningen te betalen hebben of vreemde hulp in het huishouden, dan roepen zij ach en wee en worden zij door de niet wetenden beklaagd. Ik wil nog niet eens spreken van de verantwoording die zij op zich laden, wanneer er kinderen uit zoo'n huwelijk geboren worden. Mij is meer dan één zoo'n geval bekend, zelfs waar krankzinnigheid erfelijk was. Na dan ook twee jaren gehuwd geweest te zijn, moest de vrouw naar een krankzinnigengesticht, waar zij al tal van jaren vertoefde, en waarschijnlijk de man nog overleeft. Vele van deze huwelijken heb ik in mijn onmiddelijke omgeving op een débacle zien uitloopen, doordat mannen door eigen wil om een voor boven genoemde redenen huwden. - Er zijn vele hoogstaande en edele mannen, zooals er vele hoogstaande en edele vrouwen zijn. De eerstgen: doen dikwijls bewust of onbewust eene verkeerde keuze doordat zij in de meeste gevallen zich te weinig moeite geven een edel vrouwenkarakter te leeren begrijpen en waardeeren, zoo als gezegd, zij zien te veel naar uiterlijken schijn en lieve maniertjes. Wanneer de mannen dit wilden inzien en begrijpen dan.... zouden er dunkt mij veel minder ongelukkige huwelijken zijn. In een correspondentierubriek ‘Lelie no. 37’ aan mevr. T. komt onderaan dit voor: Het verbaast u dat er zoovele goedgeloovige vrouwen zijn en zich dikwijls laten beetnemen. U ziet daarin de domheid der vrouw (volkomen juist). Ik zou ditzelfde willen beweren waar het de goedgelovigheid der heeren op het punt van vrouwen betreft. Een beetje handige coquette wint het van de verstandigste vrouw, daar heb ik mij dikwijls verbaasd over de verregaande domheid der mannen, zelfs van diegenen, die voor verstandig golden. Hoeveel beduidende mannen hebben niet onbeduidende vrouwen en ook omgekeerd, dit is iets wat ik mij nooit begrijpen

[pagina 344]
[p. 344]

kan. Aan den huwelijksnood hebben naar mijn bescheiden meening de mannen evenveel, zoo niet meer schuld, dan de vrouwen. Nu wil ik niet beweren dat alle verstandige vrouwen juist een verstandige keuze doen. Maar de meesten toch zullen trachten het karakter van haar a.s. Echtgenoot te leeren kennen om zich daarnaar zooveel mogelijk te schikken. Ik wil noch de vrouw op een voetstuk plaatsen, noch de man in zijn waardigheid aantasten. Ik tracht zooveel mogelijk feiten te constateeren die ik van mijn standpunt heb waargenomen. En nu man en vrouw in 't huwelijk.

Er wordt zoo gauw door velen de conclusie getrokken en gezegd, de man heeft schuld, de vrouw heeft schuld, maar... wat oppervlakkig zoo lijkt, dat is bij grondig onderzoek lang niet zoo. Men moet de karakters van beiden wel degelijk goed kennen bestudeeren en er heel intiem meê zijn om een oordeel te vellen... en dan nog moet het onder alle voorbehoud geschieden. De vrouw word heel dikwijls in 't huwelijk de schuld gegeven wanneer alles niet naar wensch gaat. - Wij vrouwen zijn niet zoo solidair als de mannen. Daarin geven dezen ons een loffelijker voorbeeld. Zij zullen elkanders misdragingen zooveel mogelijk vergoelijken. De mannen zijn in veel gunstiger conditie dan wij vrouwen. Zij zetten zich ligter over de misère van het leven. Zij hebben hun soos of club en nog andere genoegens die hen ten alle tijde afleiding bezorgt. De vrouw daarentegen, vooral met ziekte van de kinderen, het behoeft niet altijd ernstig te zijn, is aan huis en haard gebonden. Wanneer zij slechts een beetje moeder is, verlangt zij dan hoegenaamd niet van huis te gaan. Door ons geslacht hebben wij veel meer te lijden dan de man, al zijn wij in de gunstigste positie geplaatst. Vele mannen maken het leven van hunne vrouwen tot een langen lijdensweg. Zij zijn de beminnelijkheid en vrolijkheid zelve buitenshuis en vele vrouwen leeren te lijden zonder te klagen, zelfs aan familieleden of intiemen en dat brengt dan velen op een dwaalspoor.

De moeders kunnen hare kinderen vooral hare zonen er niet genoeg op wijzen de karakters van de te kiezen levensgezellin of levensgezel grondig te leeren kennen.

DORNA.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken