Verwisselt U liefde niet te veel met hartstocht? Die werkelijk liefde, de hooge, mooie liefde, voor een ander gevoelt, zál niet willen, dat die andere lijdt om zijnentwil, - zal liever afstand doen van 't hoogste geluk, als hij de andere daardoor voor groot leed kan behoeden. Die groote, reine liefde is zeker niet algemeen, en zulke hoogdenkende menschen evenmin, daarom is het goed, dat voor al de anderen een wet bestaat, die hun verplicht het goede te doen.
Als je nu eenmaal wéét, dat er niets anders opzit, dat je móét, dan zal je je ook onderwerpen. Hoeveel menschen b.v. zijn tegen inenting, uit een godsdienstig oogpunt of wel uit angst voor de gezondheid van hun kind. Tóch ondergaan hun kinderen de behandeling, omdat de wet het voorschrijft, omdat hun kinderen anders verstoken zijn van onderwijs. Ze murmureeren wel, tóch doen ze het.
Als nu hetgeen ik hoopte, eens bewaarheid werd, men slechts dán kon huwen met een schriftelijke verklaring van den dokter, dat hij of zij zich in goede conditie bevond, zou men zich immers móéten onderwerpen?
En nu de dokters. - U zegt: ‘hoe dikwijls vergissen de dokters zich’. -
Zoudt U denken, dat dit nog veel het geval zou zijn, als die heeren, speciaal aangesteld voor dat doel, zich voortdurend met die ziekte moesten bezighouden, zich dus meer en meer konden bekwamen?
Neen, lieve mevrouw, U hebt me niet van gedachten doen veranderen; ik blijf er bij - het móét er eens van komen!