Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 22 (1908-1909)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 22
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 22Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 22

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.98 MB)

Scans (106.51 MB)

ebook (14.38 MB)

XML (4.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 22

(1908-1909)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Brieven uit Amerika.
Amerikaansche Deugden en Ondeugden door Lizzie.
III.

Als jong meisje heb ik nog al eens in Antwerpen gelogeerd en ik herinner me levendig mijn verontwaardiging, als ik na beurstijd de Belgische heeren de een of andere fashionable pâtisserie of lunchroom zag binnenstappen en daar, vaak alleen, zich te goed zag doen aan taartjes, plombières en dergelijke zoete kostjes. Datzelfde gevoel had ik zoo ongeveer, toen ik de eerste dagen van mijn verblijf in Amerika in de verschillende publieke vervoermiddelen van New-York zat. Zeker 50 percent, zoo niet 75, van de mannen zoowel als vrouwen zit geregeld te kauwen en nu ken ik haast geen onaesthetischer gezicht dan een half open mond met een geregeld op- en neergaande onderkaak. Het verschrikkelijke snoepen en gom kauwen, is al erg genoeg in vrouwen, maar in mannen vind ik het bepaald onvergeeflijk. Ik geloof zeker, dat er nergens meer gesnoept wordt dan hier in Amerika en de statistieken van 1907 wijzen dan ook uit, dat alleen voor ‘soft drinks’ d.i. icecreamsoda, limonades enz. een 110 millioen dollars werd besteed en 1750 millioen voor alcoholische dranken, een totaal van 4850 millioen in Hollandsch geld.

En dat is niet alleen in de oostelijke staten of in de steden, maar letterlijk overal. Hier in de bergen, waar de menschen zich heusch niet overwerken, en de heerlijke frissche lucht op zichzelf reeds een versnapering en opwekking is, wordt wanhopend gesnoept door kinderen, jongens en meisjes en vol-

[pagina 683]
[p. 683]

wassenen. De moeder van een zestienjarigen jongen vertelde me onlangs, hoe haar zoon nooit een cent op zak heeft. Zoodra hij een paar dollars verdiend heeft, gaat hij naar de ‘store’ en koopt van alles. Busjes oesters, fijne beschuitjes, chocolaadjes, noten, sodawater en een goede voorraad gum. In onze afgewerkte arbeiders- en fabrieksklassen, waar de kinderen haast niet of slechts zeer slecht gevoed worden, kan men veel verontschuldigingen voor snoepen vinden. Dit geldt hier in Amerika evenwel niet, waar in 't algemeen ieder goed zijn brood heeft en er veel en goed gegeten wordt.

De hartstocht der ijdelheid laat hier in de Staten ook niets te wenschen over. In de groote steden verdringen de dames zich in de reusachtige stores, en iederen dag opnieuw is er geen doorkomen aan in de hoeken, waar de ‘koopjes’ te krijgen zijn. Mooie blouses, opvallende (bijna afvallende) hoeden, prachtige kanten en zijden stoffen zijn zooveel afgoden die de vrouwen met gloeiende liefde aanbidden. Karakteristiek is hier weer, hoe de mannen haar daarin op zijde streven en aandachtig alle uitstallingen in de kleerenmagazijnen bewonderen en bespreken. Opengewerkte sokken en lage verlakte schoenen zijn een dagelijksche dracht. Onlangs zei een jong meisje in vertrouwen tegen mij: ‘Ik heb toch zoo'n aardigen jongen, hij heeft o zoo veel mooie pakken.’ Een moderne maatstaf om mannelijke aardigheid te meten!

Een verver bij ons in de buurt ging iederen morgen keurig aangekleed met omgeslagen boord en manchetten naar zijn werk, zijn schilderspakje in een rolletje onder den arm en 's avonds kwam hij dan even keurig weer terug. Zelfs de vuilste straatjongen heeft blinkende ringen aan zijn lieve vingertjes. Iets echt praktisch is het werken met handschoenen aan, wat ik in Europa heel weinig gezien heb. Mannen die ploegen, spitten, houthakken, paardenmennen, op trams en treinen rijden, kortom die allerlei soorten van werk doen, hebben flinke werkhandschoenen, zelfs de negerin die mijn kamer bij kwam vegen had ze en mijn vrienden de cowboys zullen niet naar de stal gaan om hun paarden te eten of te drinken te geven zonder eerst hun groote indiaansche handschoenen aan te trekken. Ze zijn gemaakt van geel hertenleer, hebben groote kappen met franjes en zijn gegarneerd met kraaltjes. Mooie, hooge bruine schoenen die ze over hun broekspijpen heen aanrijgen, hooren mede tot de Westersche ijdelheden. De negers zijn nog het ergste van allen. Onlangs ontmoette ik een doktersvrouw uit New Mexico. ‘Je kunt niet gelooven,’ zei ze, ‘hoe die zich toetakelen. Op een morgen kwam er een bij me, beeldig in een ritselend zijden japon, een hoed met prachtige veeren, lange witte glacé handschoenen en een blinkende parasol. Ze had in de krant gezien dat ik een dienstmeisje zocht, maar met die durfde ik het toch niet aan.’ Over 't algemeen hebben de Amerikanen een neiging tot bluffen en grootspreken. Amerika is alles en de vloot is de nationale trots. ‘Laat Japan maar eens durven, we kunnen zelfs Engeland wel aan.’

Heel Europa staat verbaasd over de prachtige manier waarop Bob Evans naar San Francisco gevaren is. De Fransch-Britsche tentoonstelling is een kleine zakuitgave van de groote ‘World's Fair in Chicago.’ Deze en dergelijke uitdrukkingen hoor en lees je overal en ik zag nooit een volk dat meer doordrongen was van zijn nationaal prestige dan de Yankees. Nu is het eigenlijk wel leelijk van me om te beginnen met allerlei leelijke dingen van ze te vertellen, die had ik feitelijk voor het laatst hooren te bewaren. Maar zoo gaat het nu eenmaal. Iemands slechte hoedanigheden merk je gauw genoeg op en het duurt heel wat langer eer je zijn goede zijden ziet.

In de Liberty Review, een Londensche uitgave, las ik onlangs dit: ‘Bij algemeen goedvinden zijn de Yankees groot. Hun dagelijksche roep: wij zijn een groot volk en Amerika is een groot land! - gevoegd bij de opinie van de rest van de wereld dat ze zoo groot zijn in onbeschaamdheid, leugen en schurkachtigheid laat op dit punt geen twijfel over.’ In lijnrechte tegenspraak hiermee wil ik zeggen, dat ik getroffen ben door de eerlijkheid in Amerika. Ik bedoel hier nu niet de trusts, de verschillende groote en kleine oplichters en afzetters firma's, de dievenbenden en dergelijke, maar het individu.

Als individu is de Amerikaan eerlijk, veel eerlijker dan een Hollander. In Salt Lake City liep ik op zekeren middag met een van mijn kennissen mee. Toen we een half uurtje geloopen hadden haalde hij ineens van achter een boom een fiets voor den dag. O, legde hij me uit, die heb ik vanmorgen hier laten staan toen ik naar huis ging om te eten. In New York heb ik meermalen gezien dat de lui die een krantenkraampje hadden, weg waren voor hun dinner. Al de kranten lagen onbeheerd, zoo nu en dan kwam iemand er een wegpakken en gooide dan zijn cent op de anderen die er reeds lagen. Zelfs in Chicago stonden dikwijls kinderwagens, stoeltjes, den heelen nacht op de stoep. Flesschen melk worden daar bij het aanbreken van den dag in de vensterbanken gezet, kranten zoo maar in de tuintjes of op de stoepen neergegooid, postpakketjes op de brievenbussen gelegd tot ze gelicht worden en hier in het Westen is het nog sterker. Het is heusch niet noodig dat je iets afsluit, ze zullen geen hout of kolen of hooi of kippen van je stelen.

[pagina 684]
[p. 684]

Ieder heeft een sterk gevoel voor het eigendomsrecht, ze zullen je boeltje niet gauw met een vinger aanraken en als consequentie vinden ze dat doodgewoon, als je een paardendief die je op heeterdaad betrapt zoo maar pardoes doodschiet. De bekende woorden van Lincoln: ‘All men are born equal’ drukken nog steeds de gedachte uit van millioenen Amerikanen. Ze zijn er goed van doordrongen dat allen dezelfde rechten hebben en ook dat werken geen schande is. 't Is een echt gloriepunt in hun wetgeving, dat in dit land van ‘opportunities’ iedere jongen President kan worden. Een mijnwerker of een cattleman is precies evengoed als een chique businessman. Roosevelt waarschuwde onlangs nog tegen dat dwaze idee van standenverschil dat in Oostelijke Staten en in rijkere kringen meer en meer doordringt.

Als je achternicht van moederszijde nog geparenteerd is aan den een of anderen rijken piet is het all right en als je, op welke manier doet er niet toe, wat millioenen in je zak hebt ben je van harte welkom. Ik vertel U echter mijn indrukken die het volk op me gemaakt heeft en niet de eigenschappen der New-Rich of van zekere côterien en dan is mijn vaste overtuiging dat Europa als het slechts wilde, nog veel van het jonge Amerika zou kunnen leeren.

 

Salt Lake City.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken